3
Wees extra voorzichtig bij het afzagen van kleine takken en zaag niet in struiken (= veel kleine takken
tegelijkertijd). Kleine takken kunnen na het afzagen vastraken in de ketting, in uw gezicht e.d. geslingerd
worden en ernstige verwondingen veroorzaken.
4
Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan. Controleer of er eventuele hindernissen zijn als u onverwacht snel
moet kunnen wegkomen (wortels, stenen, takken, kuilen, greppels enz.). Wees extra voorzichtig wanneer u op
hellend terrein werkt.
5
Wees extra voorzichtig wanneer u in bomen zaagt die gespannen zijn. Een gespannen boom kan zowel voor
als na het doorzagen in zijn normale stand terug vliegen. Als u op de verkeerde plaats staat of de inkeping op
de verkeerde plaats maakt, kan dit ertoe leiden dat de boom u of de machine raakt zodat u de controle
verliest. In beide gevallen kunt u ernstig gewond raken.
6
Wanneer u zich verplaatst moet de ketting vergrendeld worden met de kettingrem en moet de motor
uitgeschakeld worden. Draag de motorkettingzaag met het zaagblad en de ketting naar achter gericht. Als het
om een langere verplaatsing gaat, moet u de zaagbladbescherming gebruiken.
7
Wanneer u de motorzaag op de grond plaatst, moet u de ketting met de kettingrem blokkeren en ervoor
zorgen dat u de machine in de gaten kunt houden. Als u de werkzaamheden langere tijd onderbreekt,
moet u de motor uitzetten.
Basisregels
1
Door te begrijpen wat terugslag is en hoe het veroorzaakt wordt, kunt u het verrassingseffect reduceren of
elimineren. Het verrassingseffect verhoogt het ongevalsrisico. De meeste terugslagen zijn klein, maar
sommige kunnen bliksemsnel en erg krachtig zijn.
2
Houdt de motorzaag altijd stevig vast met uw rechterhand op het achterste handgreep en uw linkerhand op
het voorste handgreep. Plaats uw duimen en vingers rond de handgrepen. Alle gebruikers, rechts- of
linkshandig, moet de motorzaag op deze manier vastgrijpen. Want dit is de beste greep om het terugslageffect
te reduceren en de controle over de motorzaag te behouden. Laat de handgrepen niet los! (31)
3
De meeste ongevallen vanwege terugslag gebeuren bij het snoeien. Zorg ervoor dat u stevig staat en dat er
niets op de grond ligt waarover u kunt struikelen of uw evenwicht kunt verliezen.
Door onoplettendheid kan het terugslag-risicobereik van de motorzaag onopzettelijk een tak, een boom in de
buurt of een ander voorwerp raken, en terugslag veroorzaken.
Zorg dat u controle over het werkstuk hebt. Als de stukken, die u zaagt, klein en licht zijn, kunnen ze in de
ketting vastraken en naar u geworpen worden. Al hoeft dit op zich niet gevaarlijk te zijn, u kunt erdoor verrast
worden en de controle over de zaag verliezen. Zaag nooit opgestapelde stammen of takken zonder ze eerst
uit elkaar te trekken. Zaag slechts een stam of een stuk per keer. Verwijder de afgezaagde stukken om uw
werkterrein veilig te houden.
4
Gebruik de motorzaag nooit hoger dan schouderhoogte en zaag niet met de tip van het zaagblad. Zaag nooit
wanneer u de motorzaag slechts met één hand vasthoudt! (35)
5
Om volledige controle te hebben over uw motorkettingzaag is het noodzakelijk dat u stabiel staat. Werk nooit
terwijl u op een trap staat, hoog in een boom of op plaatsen waar u geen stabiele ondergrond hebt om op te
staan. (36)
29