ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Veiligheidsuitrusting van de machine
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat de veiligheidsonderdelen van de machine zijn, en hun functie. Voor controle en
onderhoud zie de instructies in het hoofdstuk Controle, onderhoud en service van de veiligheidsuitrusting van de
motorzaag. Zie de instructies in het hoofdstuk Wat is wat?, om te zien waar deze onderdelen zich bevinden op uw
machine.
De levensduur van de machine kan worden verkort en het risico van ongelukken kan toenemen wanneer het
onderhoud aan de machine niet op de juiste manier wordt uitgevoerd en wanneer service en/of reparaties niet
vakkundig worden gedaan. Indien u meer informatie nodig heeft, verzoeken wij u contact op te nemen met de
dichtstbijzijnde servicewerkplaats.
Kettingrem met handbeveiliging
Uw motorzaag is voorzien van een kettingrem, die de ketting in geval van terugslag stopt. Een kettingrem
vermindert het risico op ongevallen, maar alleen u als gebruiker kunt ze voorkomen. Wees voorzichtig wanneer u
de motorkettingzaag gebruikt en zorg ervoor dat het terugslagbereik van het zaagblad nooit in contact komt met
een voorwerp.
•
De kettingrem (A) wordt of handmatig geactiveerd (via uw linkerhand) of met het traagheidsmechanisme. (3)
•
Het activeren vindt plaats wanneer de terugslagbeveiliging (B) naar voren wordt geduwd. (3)
•
Deze beweging activeert een met een veer gespannen mechanisme dat de remvoering (C) rond het
kettingaandrijfsysteem (D) van de motor (koppelingtrommel) spant. (4)
•
De handbeveiliging werd niet alleen geconstrueerd om de kettingrem te activeren. Een andere belangrijke
functie is dat ze het risico vermindert dat de linker hand de ketting raakt, wanneer de gebruiker de controle
over de linker handgreep verliest.
•
De kettingrem moet geactiveerd zijn wanneer u de motorzaag start, om te voorkomen dat de ketting draait.
•
Gebruik de kettingrem als 'parkeerrem' bij het starten en bij kortere verplaatsingen, om ongelukken te
voorkomen waarbij gebruikers of omgeving onvrijwillig in contact komen met een bewegende zaagketting.
•
De kettingrem wordt ontkoppeld door de handbeveiliging naar achter te duwen, naar het voorste handvat.
•
Een terugslag kan bliksemsnel gebeuren en erg krachtig zijn. Meestal is de terugslag erg licht en wordt de
kettingrem niet altijd geactiveerd. In die gevallen is het belangrijk dat men de motorkettingzaag stevig
vasthoudt en niet loslaat.
•
Hoe de kettingrem geactiveerd wordt, manueel of via het traagheidsmechanisme, wordt bepaald door de
sterkte van de terugslag en door de positie van de motorkettingzaag in verhouding tot het voorwerp waarmee
het terugslagbereik in contact komt.
Bij hevige terugslag en wanneer de terugslag-risicobereik van de motorkettingzaag zich zo ver mogelijk van de
gebruiker bevindt, is de kettingrem zo geconstrueerd, dat deze wordt geactiveerd via het tegenwicht van de
kettingrem (traagheid) in de terugslagrichting.
Bij minder hevige terugslag en wanneer het terugslagbereik van de motorkettingzaag zich dichter bij de
gebruiker bevindt, wordt de kettingrem manueel geactiveerd met de linkerhand.
•
In de velpositie is de linkerhand in een stand, waardoor het onmogelijk is de kettingrem handmatig te activeren.
Bij deze greep, d.w.z. wanneer de linkerhand zo geplaatst is dat ze de beweging van de terugslagbeveiliging
niet kan beïnvloeden, kan de kettingrem uitsluitend geactiveerd worden via het traagheidsmechanisme. (8)
Zal mijn hand de kettingrem bij terugslag altijd activeren?
Nee. Er is een zekere kracht voor nodig om de terugslagbeveiliging naar voren te bewegen. Als uw hand de
terugslagbeveiliging slechts licht beroert of eroverheen gaat, kan het gebeuren dat de kracht niet voldoende groot
is om de kettingrem te activeren. Ook wanneer u werkt, moet u de handgrepen van de motorzaag stevig beet
houden. Als u dat doet en u krijgt terugslag, laat u misschien nooit uw hand los van de voorhandgreep en activeert
u de kettingrem niet, of de kettingrem wordt pas geactiveerd wanneer de zaag al eventjes heeft kunnen
rondslingeren. In zo'n situatie kan het voorkomen dat de kettingrem de ketting niet kan stoppen voor deze u raakt.
Er zijn ook bepaalde werkhoudingen waardoor uw hand niet bij de terugslagbeveiliging kan om de kettingrem te
activeren, bijv. wanneer de zaag in kappositie wordt gehouden.
13