6
Zaag met een hoge kettingsnelheid, d.w.z. met volledige snelheid.
7
Wees extra voorzichtig wanneer u met de bovenkant van het zaagblad zaagt, d.w.z. wanneer u vanaf de
onderkant van het zaagvoorwerp zaagt. Dit wordt zagen met duwende ketting genoemd. De ketting duwt de
motorzaag dan naar achteren naar de gebruiker toe. Wanneer de ketting beklemd raakt, kan de motorzaag
naar achteren naar u toe schieten.
8
Als de gebruiker deze duwende beweging niet pareert, bestaat het risico dat de motorzaag zo ver naar achter
wordt geduwd dat het terugslag-risicobereik van het zaagblad het enige contact met de boomstam vormt, wat
tot terugslag leidt. (37)
Met de onderkant van het zaagblad zagen, d.w.z. vanaf de bovenkant van de boomstam naar beneden, wordt
zagen met trekkende ketting genoemd. Hierbij wordt de motorzaag naar de boom getrokken en de voorkant
van het motorzaaghuis vormt dan een natuurlijke steun tegen de stam. Bij het zagen met trekkende ketting
heeft de gebruiker meer controle over de motorkettingzaag en over het terugslag-risicobereik van het
zaagblad.
9
Volg de slijp- en onderhoudsinstructies voor het zaagblad en de ketting. Als u het zaagblad en de ketting
vervangt, mogen slechts de door ons aanbevolen combinaties gebruikt worden. Zie instructies in de
hoofdstukken Snijuitrusting en Technische gegevens.
Basistechniek zagen
Algemeen
•
Geef altijd volledig gas bij het zagen!
•
Laat de motor na elke zaagsnede stationair draaien (als de motor langdurig op volle toeren draait zonder dat hij
belast wordt, d.w.z. wanneer de motor niet de weerstand ondervindt die bij het zagen via de ketting
geproduceerd wordt, kan dit tot ernstige beschadigingen van de motor leiden).
•
Vanaf de bovenkant zagen = met "trekkende" ketting zagen.
•
Vanaf de onderkant zagen = met "duwende" ketting zagen.
Zagen met een "duwende" ketting betekent een groter risico op terugslag. Zie instructies in het hoofdstuk
Maatregelen die terugslag voorkomen.
Benamingen
Zagen = Algemene benaming voor zagen door hout.
Snoeien = Takken van een gevelde boom afzagen.
Splijten = Wanneer het voorwerp dat u door/af wilt zagen afbreekt voor u de hele zaagsnede aangebracht heeft.
Voor het zagen moet u rekening houden met vijf heel belangrijke factoren:
1
De snijuitrusting mag niet vastgeklemd worden in de motorzaagsnede.
2
De boomstam mag niet afbreken.
3
De ketting mag tijdens en na het zagen niet in contact komen met de grond of een ander voorwerp.
4
Bestaat er risico op terugslag?
5
Kunt u op deze grond en in deze omgeving veilig gaan en staan?
Dat de ketting wordt vastgeklemd of dat de boomstam afbreekt is te wijten aan twee oorzaken: welke steun de
boomstam voor en na het zagen heeft en of hij onder spanning staat.
30