Kettingolie bijvullen
•
Al onze motorkettingzaag-modellen zijn voorzien van een automatische kettingsmering. Een aantal modellen is
ook leverbaar met instelbare oliesmering.
•
De tank voor de kettingolie en de brandstoftank zijn zo gedimensioneerd dat de brandstof eerder verbruikt is
dan de kettingolie.
Deze veiligheidsfunctie vereist echter wel dat de juiste kettingolie gebruikt wordt (een te dunne wordt sneller
verbruikt nog voordat de brandstof op is), de aanbevelingen met betrekking tot de carburateurinstelling
aangehouden worden (met een te "magere" instelling gaat de brandstof langer mee dan de kettingolie) en
eveneens onze aanbevelingen met betrekking tot de snijuitrusting (een te lang zaagblad heeft meer kettingolie
nodig).
Controle van de kettingsmering
•
Controleer bij elke tankbeurt de kettingsmering. Zie de instructies in het hoofdstuk Smeren van het neuswiel
van het zaagblad.
Richt de punt van het zaagblad op ca. 20 cm (8 inch) op een vaste heldere voorwerp. Na 1 minuut draaien
met 3/4 gas geven, moet er een duidelijke olierand te zien zijn op het heldere voorwerp.
Als de kettingsmering niet werkt:
•
Controleer of het kettingoliekanaal van het zaagblad open is. Maak deze schoon indien nodig.
•
Controleer of de geleidingsgroef van het zaagblad schoon is. Maak deze schoon indien nodig.
•
Controleer of het neuswiel van het zaagblad soepel draait en of de smeeropening van het neuswiel open is.
Maak deze schoon en smeer indien nodig.
Als de kettingsmering niet werkt na de bovenstaande controles en de bijbehorende maatregelen, moet u de
motorkettingzaag naar uw servicewerkplaats brengen.
Ketting aandrijfwiel
De koppelingstrommel is voorzien van een aandrijfwiel (ketting aandrijfwiel is vast gesoldeerd op de trommel).
Controleer regelmatig het slijtageniveau van het kettingaandrijfwiel. Vervang het als het abnormaal versleten is.
Het kettingaandrijfwiel moet vervangen worden telkens bij het vervangen van de ketting.
Slijtagecontrole van de snijuitrusting
Controleer de ketting dagelijks:
• Of er zichtbare barsten in klinken en schakels zijn.
• Of de ketting stijf is.
• Of klinken en schakels abnormaal versleten zijn.
Gooi de zaagketting weg als deze een of enkele van bovenstaande punten vertoont.
We raden aan een nieuwe ketting te gebruiken om de slijtage van de ketting te kunnen beoordelen. Wanneer de
lengte van de snijtanden slechts 4 mm bedraagt, is de ketting versleten en moet ze vervangen worden. (10)
19