7
Unitmontage
Bij het vastleggen van de montagepositie aan de
kast of behuizing dienen de volgende basisprinci-
pes in acht te worden genomen:
Het rechtstreeks richten van de gekoelde/
verwarmde lucht op temperatuurgevoelige
inbouwcomponenten dient te worden
voorkomen!
Inbouwcomponenten met geïntegreerde
ventilatoren zorgen voor de juiste geleiding
van lucht in de kast of behuizing.
De montagepositie van de klimaat unit dient
daarom zodanig te worden gekozen, dat de
luchtstroom van de klimaat unit de koeling/
verwarming van deze inbouwcomponenten
ondersteunt.
Voor de luchtaanzuig- en luchtinblaasope-
ningen van de klimaat unit in het interne en
externe luchtcircuit is een vrije ruimte van
tenminste 100 mm noodzakelijk.
De klimaat unit dient zodanig aan de kast of
behuizing te worden gepositioneerd, dat de
condensafvoeropening zich op het laagste
punt van de klimaat unit bevindt.
Contour klimaat unit
Ø 6.5
12.5
100
8.5
108
125
Afb. 6:
Montage-uitsparing en boormaten
bij aanbouw van de unit
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding RITTAL Thermoelectric Cooler
15
7 Unitmontage
De RITTAL Thermoelectric Cooler wordt aange-
bouwd of volledig ingebouwd.
Ten behoeve van de montage van de klimaat unit
dient de meegeleverde boorsjabloon op de kast of
behuizing te worden bevestigd.
Op de boorsjabloon zijn maatlijnen aangebracht
t.b.v. de mogelijke montagemethoden voor de kli-
maat unit.
Identificeer aan de hand van de hieronder weerge-
geven afbeeldingen de lijnen en afmetingen op de
boorsjabloon die voor de gewenste montagemetho-
de (aanbouw of volledige inbouw) van toepassing
zijn.
Breng de benodigde boringen ten behoeve van de
bevestiging van de klimaat unit aan en breng vervol-
gens de vereiste uitsparing, inclusief de lijnbreedte,
volgens de boorsjabloon aan.
Letselgevaar!
Draag bij het aanbrengen van de mon-
tageuitsparing en bevestigingsboringen
een veiligheidsbril en veiligheidshand-
schoenen.
Verwijder zorgvuldig alle scherpe randen
van de boringen en uitsparingen om
letsel te voorkomen.
Contour klimaat unit
100
15
15
Ø 6.5
12.5
85
8.5
108
125
Afb. 7:
Montage-uitsparing en boormaten
bij (volledige) inbouw van de unit
40
25
Ø 12
11
9
NL