11 Interfaces
Aansluitklemmencodering SK 3201.300
24 V DC
X1
+ –
PE 1
2 3
Interface X1
Aansluitklemmencodering SK 3201.200
L2
X1
L1
PE
1 2 3
N
Interface X1
Afb. 19:
Codering van de unitinterfaces
11.1 Interface X1 –
voedingsspanning en alarmuitgang
• Voedingsspanning
SK 3201.200: AC: 100 – 240 V, 50/60 Hz
SK 3201.300: DC: 24 V (SELV)
• Wisselcontact/alarmuitgang (potentiaalvrij)
Schakelvermogen: AC: 250 V/2 A, DC: 6...30 V/2 A
Het meldrelais valt af bij een te hoge of te lage
temperatuur, sensorbreuk en unitstoringen.
Pin 1
Pin 2
Afb. 20:
Bezetting wisselcontact
11.2 Interface X2 –
unitprogrammering
• USB 2.0 aansluiting voor de RTC-PC-Software
• Deze software vind u op de meegeleverde
CD-ROM
11.3 Interface X3 –
integratie in een hoger
bewakingssysteem (optioneel)
• RJ 45 aansluiting voor Master-Slave-werking;
Bus-kabel als toebehoren (Bestelnr. SK 3201.070)
• Via X3 verbindt u de apparaaturen
• Het activeren gebeurd via de RTC-PC-Software
De interface X3 maakt koppeling van de klimaat unit
aan hogere bewakingssystemen mogelijk.
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding RITTAL Thermoelectric Cooler
X2
X3
Interface X2
Interface X3
X2
X3
Interface X2
Interface X3
Pin 3
Opmerking:
Bij de elektrische signalen van de interface
X3 gaat het om lage spanningen (niet
om lage veiligheidsspanningen volgens
EN 60 335).
12 Aardaansluiting
De RITTAL Thermoelectric Cooler is voorzien van
een aansluitpunt voor potentiaalvereffening. Op dit
aansluitpunt dient een ader met een nominale door-
snede van tenminste 6 mm
en in de aanwezige potentiaalvereffening te worden
opgenomen.
24 V DC
X1
PE 1 2 3
Aansluitplaats
voor potentiaalvereffening
Afb. 21:
Aansluitpunt voor potentiaalvereffening
Opmerking:
De aardlitze in de netaansluitkabel geldt
volgens de norm niet als potentiaalver-
effeningsader.
11 Interfaces
2
te worden aangesloten
X2
X3
13
NL