In- en uitgangen beheren en handschakelingen
Alle in- en uitgangen van de interfacekaarten kunnen
weergegeven en manueel geschakeld worden (hand-
schakeling). Dat is zeker bij de inbedrijfstelling een
voordeel. Bij de analoge ingangen kan bijv. bij een
kabelonderbreking een waarde handmatig bepaald
worden. Bij afwijkingen kan de werkelijke waarde met
een offset aangepast worden.
Handschakelingen/actorentest
Via de uitgangen van de interfacekaarten bestaan
mogelijkheden voor handschakeling voor actoren zoals
compressor, elektronische expansieklep, circulatie-
pompen, mengkleppen, boilers en verwarmingscir-
cuits.
Het gericht in- en uitschakelen van een bepaalde actor
kan een actorentest uitvoeren.
Sensortest
De waarden van de temperatuursensoren op de inter-
facekaarten "801KF4", "801KF4.1", "802KF3.1"
en "802KF4" kunnen weergegeven en op plausibiliteit
gecontroleerd worden. Zie ook pagina 56.
Interfacekaart selecteren
Op de volgende toetsen drukken:
1. Evt.
voor het startscherm
2.
voor het "Hoofdmenu"
801KF2
De "Status" van de digitale ingangen kan
met "Handm.werk."
in "Auto", "Uit" of "Aan"
gewijzigd worden.
"Digitale ingang"
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
Component
Stuurspanning 24 VDC USV OK
Bedrijfsmelding compressor 1
Veiligheidspressostaat hoge druk compressor 1
Wikkelingsbescherming compressor 1
Bedrijfsmelding compressor 2
Veiligheidspressostaat hoge druk compressor 2
Wikkelingsbescherming compressor 2
Bedrijfsmelding primaire pomp
Bedrijfsmelding secundaire pomp
Drukbewaker primair circuit
Stromingsbewaker primaire zijde
Piekblokkering warmtepomp
Inschakelcommando niveau 1
Zodra een handschakeling actief is, verschijnt in het
navigatiebereik het symbool
melding "Handschakeling act.".
Om alle actieve handschakelingen te deactiveren, op
en in de alarmlijst op "Bevestigen" drukken.
3. "PLC"
4. De gewenste interfacekaart selecteren. Zie vol-
gende tabellen.
Installatie configureren
en in de alarmlijst de
11