Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Primaire Bron (Warmtebron) Configureren; Condensor Configureren - Viessmann Vitotronic PLC 2.0 Servicehandleiding

Warmtepompregeling voor vitocal 300-g pro
Inhoudsopgave

Advertenties

Installatie configureren
Installatiecomponenten configureren
Constructiegrootte selecteren
Hier wordt het type van de warmtepomp ingesteld.
"Constr.gr."
"BW 302.DS090"
tot
"BW 302.DS230"
Gassensor activeren
Als een R410A-gassensor voor de bewaking van de
koudemiddelconcentratie in de meetruimte aangeslo-
ten is, kan deze hier geactiveerd worden.
"Gassensor"
"Ja":
Geactiveerd
"Nee": Gedeactiveerd

Primaire bron (warmtebron) configureren

Op de volgende toetsen drukken:
1.
2. "Configuratie"
3. "WQ"
4. Gewenste instellingen uitvoeren: Zie volgend
hoofdstuk.
Warmtebron selecteren
Hier wordt de warmtebron vermeld.
"Warmtebron"
"Aardsonde": Warmtewinning met aardsondes
(brine)
"Grondwater": Warmtewinning met grondwater (met
tussencircuit)
"Afwarmte":
bijv. warmteterugwinning uit proces-
warmte (met tussencircuit)
"Lucht":
Warmtewinning met lucht-/brine-
warmtewisselaar (Vitocal 300-G Pro
met AW-pakket)
Spreiding voor verdamperpomp activeren
Bij geactiveerde spreiding wordt het debiet op delta T
geregeld.

Condensor configureren

Op de volgende toetsen drukken:
1.
2. "Configuratie"
18
(vervolg)
Onafhankelijke aansturing (warmtepompcascade)
activeren
Hier wordt bepaald of de warmtepomp in een warmte-
pompcascade is geïntegreerd.
"Onafh. aansturing"
"Ja":
Voor elke volgwarmtepomp (slave) van een
warmtepompcascade
"Nee": Voor warmtepompen buiten een warmtepomp-
cascade
of
voor de hoofdwarmtepomp (master) van de
warmtepompcascade
"Spreiding pomp verdamper"
"Ja":
Met spreiding
"Nee": Zonder spreiding
Vorstbescherming voor verdamperpomp activeren
Zodra de uittredetemperatuur onder de ingestelde
gewenste vorstbeschermingstemperatuur daalt, wordt
een alarm geactiveerd. De verdamperpomp werkt ver-
der.
"Vorst pomp verdamper"
"Ja":
Met vorstbescherming
"Nee": Zonder vorstbescherming
Laag houden activeren
Bij het laag houden wordt de zuiggastemperatuur op
de maximaal toegelaten waarde geregeld.
"Laag houd."
"Ja":
Met laag houden
"Nee": Zonder laag houden
3. "KD"
4. Gewenste instellingen uitvoeren: Zie volgend
hoofdstuk.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave