12.7
Product reinigen
▶
Reinig het product alleen als alle manteldelen en afdek-
kingen zijn gemonteerd.
▶
Reinig het product niet met een hogedrukreiniger of een
gerichte waterstraal.
▶
Reinig het product met een spons en warm water met
reinigingsmiddel.
▶
Gebruik geen schurende middelen. Gebruik geen oplos-
middelen. Gebruik geen chloor- of ammoniakhoudende
reinigingsmiddelen.
12.8
Verdamper, ventilator en condensafvoer
controleren
1.
Demonteer het manteldeksel. (→ Pagina 175)
2.
Demonteer de linker zijmantel. (→ Pagina 176)
3.
Demonteer het luchtuitlaatrooster. (→ Pagina 176)
4.
Controleer op de verdamper of zich vuil tussen de la-
mellen heeft vastgezet en of afzettingen op de lamellen
plakken.
Voorwaarde: Reiniging vereist
▶
Reinig de spleet tussen de lamellen met een zachte
borstel. Vermijd hierbij dat de lamellen worden gebogen.
▶
Trek eventueel gebogen lamellen met een lamellenkam
glad.
5.
Draai de ventilator met de hand.
6.
Controleer of de ventilator vrij kan lopen.
7.
Controleer of zich vuil op de condensbak of in de con-
densafvoerleiding heeft verzameld.
Voorwaarde: Reiniging vereist
▶
Reinig de condensbak en de condensafvoerleiding.
▶
Controleer de vrije afvoer van water. Giet hiervoor ca. 1
liter water in de condensbak.
8.
Waarborg, dat de verwarmingsdraad in de condensaf-
voertrechter is opgenomen.
12.9
Koelmiddelcircuit controleren
1.
Demonteer het manteldeksel. (→ Pagina 175)
2.
Demonteer de rechter zijmantel. (→ Pagina 175)
3.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 176)
0020299005_04 aroTHERM plus Installatie- en onderhoudshandleiding
Inspectie en onderhoud 12
2
1
4.
Controleer of de componenten en buisleidingen vrij zijn
van verontreiniging en corrosie.
5.
Controleer de afdekkappen (1) en (2) van de onder-
houdsaansluitingen op vastheid.
12.10 Koudemiddelcircuit op dichtheid
controleren
1.
Demonteer het manteldeksel. (→ Pagina 175)
2.
Demonteer de rechter zijmantel. (→ Pagina 175)
3.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 176)
4.
Controleer het koudemiddelcircuit met een gaslekdetec-
tor op dichtheid. Controleer de afzonderlijke componen-
ten en buisleidingen.
12.11 Elektrische aansluitingen en elektrische
leidingen controleren
1.
Demonteer de afdekking van de elektrische aansluitin-
gen. (→ Pagina 171)
2.
Controleer op de aansluitkast, of de afdichting vrij van
beschadigingen is.
3.
Controleer in de aansluitkast de elektrische leidingen op
goede bevestiging in de stekkers of klemmen.
4.
Controleer in de aansluitkast de aarding.
5.
Controleer in de aansluitkast of de netaansluitleiding
vrij van beschadigingen is. Als de netaansluitleiding be-
schadigd is en vervanging noodzakelijk is, moet een bij-
zondere netaansluitleiding worden gebruikt, die verkrijg-
baar is bij Vaillant of de klantenservice.
6.
Demonteer het manteldeksel. (→ Pagina 175)
7.
Demonteer de linker zijmantel. (→ Pagina 176)
8.
Demonteer de rechter zijmantel. (→ Pagina 175)
9.
Demonteer de voormantel. (→ Pagina 176)
10. Controleer in het product de elektrische leidingen op
goede bevestiging in de stekkers of klemmen.
11. Controleer in het product of de elektrische leidingen vrij
van beschadigingen zijn.
177