Inbedrijfstelling
6.2.7 Toepassing - installaties met twee boilers en één pomp en
één ventiel (boilerwarmtewisselaar Ø DN 25, b.v. SL-boi-
ler)
Houdt bij het spoelen paragraaf 6.2.8 t/m 6.2.13 aan.
Bij installaties met twee boilers, die via één pomp en één 3-weg-klep [3]
worden bediend, moet iedere afzonderlijke verbruiker opeenvolgend
worden gespoeld.
▶ 3-weg-klep overeenkomstig schakelen
5
4
3
Afb. 25 Spoelen van installaties met twee verbruikers en 3-weg-klep -
hier: spoelen van boiler 2
[1]
Linker kogelkraan geopend
[2]
Rechter kogelkraan gesloten
[3]
3-weg-klep (zwart = open)
[4]
Boiler 1
[5]
Boiler 2
6.2.8 Filter monteren (accessoires)
Om nog beter te waarborgen dat er geen grove vuildeeltjes in de pomp
terecht komen, kan een filter worden gemonteerd.
▶ Bevestigingsbeugel [2] in het gat van het vulstation bevestigen.
▶ Filter [1] op de buisklem monteren. Daarbij moet de bediening van de
kogelkraan aan de voorzijde mogelijk zijn.
▶ Meegeleverde slang [3] tussen het filter en de bovenste container-
aansluiting monteren.
KS 0105 ... 0150 • 7 747 009 916 (2013/03)
▶ Retourslang ¾ " [4] tussen het filter en de doorstroombegrenzer van
60
40
°C 80
20
100
0
120
1
2
Afb. 26 Filter op het vulstation
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
6.2.9 Vulstation op het zonnesysteem aansluiten
▶ Sluit de persslang ½ " met het T-stuk [1] op de vul- en aftapkraan van
7747006489.45-1.SD
▶ Sluit de retourslang ¾ " met kogelkraan tussen doorstroombegrenzer
Afb. 27 Pers- en retourslang aansluiten
[1]
[2]
[3]
[4]
het solarstation monteren.
1
2
5
4
Filter
Leidingklem
Slang naar filter
Retourslang ¾ "
Perslang ½ "
de veiligheidsgroep en op de pomp [4] aan.
[2] en container boven [3] aan.
1
7747006489.28-1.SD
Persslang
Retourslang
Container boven
Aansluiting op pomp
6
3
7747006489.27-1.SD
2
3
4
17