Inhoudsopgave 6.2.7 Toepassing - installaties met twee boilers en één Inhoudsopgave pomp en één ventiel (boilerwarmtewisselaar Ø DN 25, b.v. SL-boiler) ..... . 17 6.2.8 Filter monteren (accessoires) .
Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolen Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolen Uitleg van de symbolen Veiligheidsaanwijzingen in de tekst worden door mid- del van een grijs vlak en een gevarendriehoek aange- duid. Signaalwoorden geven de ernst aan van het gevaar dat kan optreden als de voorschriften niet worden opgevolgd.
Gegevens betreffende het apparaat Solarstation met geïntegreerde regelaar Gegevens betreffende het apparaat De pomp onder de regelaar is alleen toegankelijk, wanneer de houder [2] met isolatieplaat en regelaar wordt gedemonteerd. EG-conformiteitsverklaring Let erop dat er geen trekbelasting op de aangesloten ka- Dit product voldoet qua constructie en werking aan de van toepassing zijnde Europese richtlijnen alsmede aan eventueel aanvullende nationa- bel werkt;...
Gegevens betreffende het apparaat Productbeschrijving Bij het gebruik van de KS0150 is naast de ontluchting in het station een automatische ontluchting per collector- veld nodig. De afbeelding hiernaast toont de solarstations zonder isolatiedeel op het front. ▶ Trek de afdekking (isolatiedeel) naar voren om het solarstation te ope- nen.
Voorschriften Toepassingsvoorbeelden 7747006489.03-2.SD Afb. 4 Verschillende hydraulische toepassingen Standaard systeem met 2-weg solarstation Twee collectorvelden (oost/west) met 1- en 2-weg solarstation Installatie met 2 verbruikers met 1- en 2-weg solarstation Standaard systeem met 1-weg solarstation en ontluchting boven op het dak Voorschriften Houdt bij de montage en het gebruik van de installatie de nationale en lo- kale normen en richtlijnen aan.
Leidingen installeren Het verdient aanbeveling de leidingen via een leidingnet- Leidingen installeren berekening te dimensioneren. Tabel 4 maakt een geschatte dimensionering mogelijk. Algemeen over het leidingwerk ▶ Ingeval er veel extra weerstanden zijn (bochten, arma- turen enz.) moet eventueel een leiding met een grote VOORZICHTIG: Schade aan de installatie door gebruik diameter worden gekozen.
Solarstation installeren Leiding leggen Leidingen aarden De werkzaamheden moeten door een erkende installateur worden uitge- voerd. ▶ Breng een aardklem aan op de aanvoer- en retourleiding (willekeurige positie). ▶ Aardklemmen via potentiaalvereffeningskabel NYM (minimaal 6 mm ) op de potentiaalvereffening van het gebouw aansluiten. Leidingen leggen bij gebruik van een automatische ontluchting op het dak (accessoires) ▶...
Solarstation installeren Elektrische aansluiting De elektrische aansluiting moet door een erkende installateur worden uitgevoerd rekening houdend met de lokale voorschriften. VOORZICHTIG: Schade aan de pomp! ▶ Let erop dat de pomp pas in bedrijf wordt genomen, wanneer het leidingsysteem is gevuld. Anders kan de pomp beschadigd raken.
Solarstation installeren ▶ Beschermkap [1] plaatsen. ▶ Draai de kruiskopschroeven [2] aan met een kruiskopschroeven- draaier of met een ontluchtingssleutel [3]. ▶ Zonnesysteem en regeling in bedrijf nemen. Meer informatie over de inbedrijfstelling en instelling van de zonnemodule vindt u in het meegeleverde service- voorschrift.
Solarstation installeren 5.5.3 Voordruk van het expansievat aanpassen De voordruk van het expansievat wordt berekend op ba- sis van de statische installatiehoogte plus 0,4 bar (1 me- ter hoogteverschil komt overeen met 0,1 bar). ▶ Stel een minimale druk 1,2 bar in. ▶...
Inbedrijfstelling Leidingen en overloopleiding op het solarstation aan- 5.7.2 Boilertemperatuursensor sluiten De montageinstructies en -gegevens kunt u in de installatiehandleidin- gen voor boiler en regelaar vinden. GEVAAR: Persoonlijke letsel en schade aan de installa- tie door verkeerd gemonteerde overstortleiding! ▶ Voer de overstortleiding uit in de afmetingen van de uitlaat van het overstort (max.
Inbedrijfstelling Gebruik van solarvloeistof Wanneer het expansievat niet wordt gedemonteerd, wordt het expansie- vat vanwege het drukverschil met te veel medium gevuld. Dit medium wordt bij het uitschakelen van de vulpomp weer terug in het vat gedrukt. VOORZICHTIG: Gevaar voor letsel door contact met so- Eventueel kan het vat overlopen (wanneer tijdens het vullen wordt bijge- larvloeistof vuld, om het minimale niveau niet te onderschrijden).
Inbedrijfstelling 6.2.2 Toepassing - standaard systeem met boiler met interne wis- selaar Ø 28 mm (b.v. SL-boiler of externe warmtewisse- laar) Houdt bij het spoelen paragraaf 6.2.8 t/m 6.2.13 aan. De afbeeldingen in de paragrafen 6.2.8 t/m 6.2.15 tonen het spoelen van een standaard systeem (...
Inbedrijfstelling 6.2.4 Toepassing - parallel geschakelde collectorvelden Houdt bij het spoelen paragraaf 6.2.8 t/m 6.2.13 aan. °C 80 WAARSCHUWING: Schade aan de installatie door af- sluiten retourleiding ▶ Monteer afsluitarmaturen alleen in de aanvoer, zodat de overstort niet wordt geblokkeerd. Bij parallel geschakelde collectorvelden moet ieder afzonderlijk collec- torveld worden gespoeld.
Inbedrijfstelling 6.2.7 Toepassing - installaties met twee boilers en één pomp en ▶ Retourslang ¾ " [4] tussen het filter en de doorstroombegrenzer van één ventiel (boilerwarmtewisselaar Ø DN 25, b.v. SL-boi- het solarstation monteren. ler) Houdt bij het spoelen paragraaf 6.2.8 t/m 6.2.13 aan. Bij installaties met twee boilers, die via één pomp en één 3-weg-klep [3] worden bediend, moet iedere afzonderlijke verbruiker opeenvolgend worden gespoeld.
Inbedrijfstelling 6.2.11 Zonnesysteem luchtvrij spoelen 6.2.10 Voorbereidende werkzaamheden uitvoeren ▶ Vul- en aftapkraan [2] op de pomp sluiten VOORZICHTIG: Schade aan de pomp! ▶ Voldoende solarvloeistof in de container van het vulstation vullen. ▶ De pomp mag slechts kortstondig Naast het installatievolume is hier ca. 10 liter nodig voor de pomp, de (max.
Inbedrijfstelling ▶ Zonnepomp op de hoogste snelheid instellen en minimaal 15 minuten 6.2.14 Vulstation demonteren laten draaien, zodat de nog resterende lucht zich in de luchtafschei- ▶ Vul- en aftapkraan [2] op de aftakking van het T-stuk van de persslang der kan verzamelen.
Inbedrijfstelling 6.2.15 Vulstation reinigen ▶ Op de vul- en aftapkraan van de doorstroombegrenzer een slang [2] aansluiten, die het water afvoert. Om de pomp, slangen en container tegen slijtage te beschermen, moe- ten deze worden gereinigd. VOORZICHTIG: Vorstschade! ▶ Let erop dat er geen water in de pomp achterblijft. ▶...
Inbedrijfstelling 6.3.2 Drukproef met water uitvoeren ▶ Vul het zonnesysteem met behulp van een pomp via een van de vul- en aftapkranen [1] in het solarstation. Het zonnesysteem wordt ontlucht via de geopende afsluitschroef [2] van de automatische ontluchting. Om te waarborgen dat tijdens normaal bedrijf geen vocht de ontluchting binnen kan dringen, moet de weerbe- schermkap [1] altijd op de afsluitschroef zijn geplaatst.
Inbedrijfstelling 6.3.6 Vorstbeschermingstemperatuur bepalen ▶ Bijvulhoeveelheid (V .) van het concentraat bepalen met de hier- verv naast gegeven formule. Om de vorstbeschermingstemperatuur te bepalen, verdient het aanbe- veling bij de eerste inbedrijfname de vorstbeveiliging van de solarvloei- stof te controleren met een vorstbeveiligingsmeetinstrument (Glykomat 45 c –...
Pagina 23
Inbedrijfstelling ▶ In het venster van de doorstroombegrenzer de doorstroomhoeveel- heid controleren [3]. ▶ Stel als voorinstelling van de doorstroomhoeveelheid de stappen- schakelaar van de zonnepomp [4] zodanig in, dat de benodigde door- stroomhoeveelheid bij de zo laag mogelijke pompstand wordt bereikt. °C 80 °C 80 Wanneer de gegeven doorstroomhoeveelheid bij de...
Inbedrijfname-, inspectie- en onderhoudsprotocol Inbedrijfname-, inspectie- en onderhoudsprotocol Het verdient aanbeveling na ca. 500 bedrijfsuren de eerste inspectie of ▶ De uitgevoerde werkzaamheden aankruisen en meetwaarden note- onderhoud uit te voeren, daarna met een interval van 2 – 3 jaar. ren.
Pagina 26
Storingen Soort storing Effect Mogelijke oorzaken Oplossing Drukverlies in de installatie. Opbrengst zonne- Verlies van solarvloeistof op de verbindingen. Lekkende plaatsen hardsolderen. Afdichtingen vervangen. Koppe- energie te laag lingen natrekken. Verlies van solarvloeistof door geopend overstort. Expansievat, voordruk en grootte controleren. Stoom door geopende ontluchter ontweken (normaal bedrijf).