5
Solarstation installeren
5.3
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet door een erkende installateur worden
uitgevoerd rekening houdend met de lokale voorschriften.
VOORZICHTIG: Schade aan de pomp!
▶ Let erop dat de pomp pas in bedrijf wordt genomen,
wanneer het leidingsysteem is gevuld. Anders kan de
pomp beschadigd raken.
5.3.1 Solarstation met een regelaar buiten het solarstation
De elektrische aansluiting conform de handleiding van de regelaar laten
uitvoeren door een erkende installateur.
5.3.2 Solarstation met geïntegreerde regelaar SC
Het solarstation met geïntegreerde regelaar is volledig bedraad. De net-
spanningsaansluiting conform de handleiding van de regelaar laten uit-
voeren door een elektrotechnicus.
5.3.3 Solarstation met geïntegreerde zonnemodule SM10
GEVAAR: Levensgevaar door elektrische stroom!
▶ Schakel de CV-installatie stroomloos door de netstek-
ker uit de wandcontactdoos te halen.
▶ Er op letten dat een scheidingsvoorziening conform
EN 60335-1 voor het over alle polen loskoppelen van
het stroomnet beschikbaar is.
Schakel het CV-toestel niet stroomloos tijdens de vakan-
tie of zomerperiode, omdat hierdoor ook het zonnesy-
steem uit bedrijf genomen wordt.
Op de zonnemodule moeten nog de netspanningskabel en de buskabel
worden aangesloten. In de aansluitschema's is te zien wat waar moet
worden aangesloten.
▶ Rubberen tule over de netspanningskabel schuiven.
Let op de correcte aansluiting van de fasen van de net-
voeding, zodat de afzekering gegarandeerd is. De net-
spanning mag niet worden aangesloten via een geaarde
stekker.
▶ Netspanningskabel [4] op de klem [7] voor de netspanning schroe-
ven en op de daarvoor bedoelde positie van de zonnemodule steken
( schakelschema).
▶ Trekontlastingen [6] met de meegeleverde klemmen correct vast-
schroeven.
1) Niet in alle landen leverbaar.
10
7
6
5
4
1)
Afb. 9 Elektrische aansluiting tot stand brengen
[1]
Laagspanningsklemmen (b.v. voor temperatuursensor)
[2]
Trekontlasting
[3]
Busleiding
[4]
Netspanningskabel (moet lokaal worden voorzien)
[5]
Rubberen tule
[6]
Trekontlasting
[7]
Klemmen voor 230 Volt in- of uitgangen (b.v. voor netaansluiting
of pompen)
▶ Netspanningskabel op het net aansluiten.
▶ Rubberen tule over de buskabel [3] schuiven.
▶ Buskabel [3] op de klem [1] voor de buskabel schroeven en op de
daarvoor bedoelde positie van de zonnemodule steken ( schakel-
schema).
▶ Trekontlastingen [2] met de meegeleverde klemmen correct vast-
schroeven.
▶ Buskabel [3] op de meegeleverde aansluitstekker aansluiten.
▶ Aansluitstekker op de daarvoor bedoelde positie op de regelaar plaat-
sen ( schakelschema).
7
6
5
4
Afb. 10 Elektrische aansluiting tot stand brengen
[1]
Laagspanningsklemmen (b.v. voor temperatuursensor)
[2]
Trekontlasting
[3]
Busleiding
[4]
Netspanningskabel (moet lokaal worden voorzien)
[5]
Rubberen tule
[6]
Trekontlasting
[7]
Klemmen voor 230 Volt in- of uitgangen
(b.v. voor netaansluiting of pompen)
7747006489.11-1.SD
7747006489.11-1.SD
KS 0105 ... 0150 • 7 747 009 916 (2013/03)
1
2
3
1
2
3