8
|
Installatie van de leidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
70
OPMERKING
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarming-/koelingslus geregeld wordt door op
afstand bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum watervolume behouden
blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
a
b c
d
a Buitenunit
b Binnenunit
c Warmtewisselaar
d Back-upverwarming
e Gemotoriseerde 3-wegklep (mengt de hoofdzone)
f Bijkomende pomp
g Hoofdpomp
h Afsluiter
i Verdeelstuk (ter plaatse te voorzien)
j Overdrukomloopklep (bijgeleverd als accessoire).
FHL1...3 Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien)
HPC1...3 Warmtepompconvector (te plaatse te voorzien)
T1...3 Individuele kamerthermostaat (optioneel)
M1...3 Individuele gemotoriseerde klep voor het regelen van lus FHL1...3 en HPC1...3 (ter
plaatse te voorzien)
INFORMATIE
De pomp van de secundaire zone zorgt dat het minimum debiet voor een correcte
werking van de unit is gegarandeerd.
Maximum watervolume
Gebruik de volgende grafiek om het maximum watervolume voor de berekende
voordruk te bepalen.
a
2.4
2
1.5
1
0.5
0.3
20
50
100
a Voordruk (bar)
b Maximum watervolume (l)
Voorbeeld: het maximum watervolume en de voordruk in het expansievat
i
T1
T2
T3
M1
M2
M3
e
h
h
HPC1
HPC2
i
T1
T2
M
M1
M2
f
g
h
h
FHL1
FHL2
150
200
250
j
HPC3
T3
M3
FHL3
b
290
ERGA04~08EAV3(A) + EHVZ04+08S18+23EA6V+9W
Daikin Altherma 3 R F
4P629093-1 – 2020.08