ERGA04~08EAV3(A) + EHVZ04+08S18+23EA6V+9W
Daikin Altherma 3 R F
4P629093-1 – 2020.08
OPMERKING
Als Noodbedrijf op Handmatig ([9.5.1]=0) is ingesteld en het noodbedrijf van de
unit wordt geactiveerd, dan zal de unit gestopt worden en moet hij handmatig
opnieuw worden gestart via de gebruikersinterface. Om de werking handmatig terug
te starten, ga naar het hoofdmenuscherm Storing en bevestig het noodbedrijf
vooraleer te starten.
Zelfs wanneer de gebruiker het noodbedrijf niet bevestigt, blijft Vorstbescherming
kamer ingeschakeld.
Instelpuntbereik
ALLEEN van toepassing in kamerthermostaatregeling. Om energie te besparen
door te beletten dat de kamer te veel verwarmd wordt, kunt u het bereik van de
kamertemperatuur tijdens de verwarming van de kamer beperken.
OPMERKING
Wanneer de bereiken voor de kamertemperaturen aangepast worden, moeten ook
alle gewenste kamertemperaturen aangepast worden, zodat ze binnen de
grenswaarden blijven.
#
Code
[1.5.1]
[3-07]
[1.5.2]
[3-06]
Afwijk. kamersensor
Alleen van toepassing in kamerthermostaatregeling.
Om de (externe) kamertemperatuursensor te kalibreren, stelt u een afwijking in op
de waarde van de kamerthermistor gemeten door de gebruikersinterface die
wordt gebruikt als kamerthermostaat of door de externe kamersensor. De
instelling kan worden gebruikt om situaties te compenseren waarin de
gebruikersinterface die wordt gebruikt als kamerthermostaat of de externe
kamersensor niet op de ideale plaats kunnen worden geplaatst.
Zie
"6.6 Een externe temperatuursensor
#
Code
[1.6]
[2-0A]
[1.7]
[2-09]
Instelpunt kamercomfortbedrijf
Beperking: Alleen van toepassing als:
▪
Smart Grid is ingeschakeld ([9.8.4]=Smart grid), en
▪
Kamerbuffering is ingeschakeld ([9.8.7]=Ja)
Beschrijving
Minimum instelpunt verwarming
Maximum instelpunt verwarming
4
opstellen" [
42]).
Beschrijving
Afwijk. kamersensor (gebruikersinterface
die wordt gebruikt als kamerthermostaat):
afwijking van de werkelijke kamertemperatuur
gemeten door de gebruikersinterface die wordt
gebruikt als kamerthermostaat.
▪
–5°C~5°C, stap 0,5°C
Afwijk. kamersensor (optie externe
kamersensor): enkel van toepassing als de optie
externe kamersensor geïnstalleerd en
geconfigureerd is.
▪
–5°C~5°C, stap 0,5°C
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10
Configuratie
|
141