11 Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk
11.1 Overzicht: Inbedrijfstelling
ERGA04~08EAV3(A) + EHVZ04+08S18+23EA6V+9W
Daikin Altherma 3 R F
4P629093-1 – 2020.08
OPMERKING
Algemene checklist inbedrijfstelling. Naast de instructies voor inbedrijfstelling in dit
hoofdstuk, is er een algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het Daikin
Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist inbedrijfstelling vormt een aanvulling op de instructies in dit
hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapportering
tijdens de inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de gebruiker.
INFORMATIE
Beschermende functies - "Installateur ter plaatse"-stand. De software is uitgerust
met beschermende functies, zoals vorstbescherming voor de kamer. De unit voert
deze functies automatisch uit wanneer dat nodig is.
Tijdens installatie- of servicewerkzaamheden is dit gedrag ongewenst. Daarom
kunnen de beschermende functies worden uitgeschakeld:
▪
Bij eerste keer inschakelen: de beschermende functies zijn standaard
uitgeschakeld. Na 36 uur worden ze automatisch ingeschakeld.
▪
Daarna: Een installateur kan de beschermende functies handmatig uitschakelen
door [9.G] in te stellen: Bescherming uitschakelen=Ja. Wanneer hij klaar
is, kan hij de beschermende functies inschakelen door [9.G] in te stellen:
Bescherming uitschakelen=Nee.
11.1
Overzicht: Inbedrijfstelling ..................................................................................................................................................... 199
11.2
Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling....................................................................................................................... 200
11.3
Checklist voor de inbedrijfstelling .......................................................................................................................................... 200
11.4
Checklist tijdens inbedrijfstelling............................................................................................................................................ 201
11.4.1
Minimum debiet..................................................................................................................................................... 201
11.4.2
De ontluchtingsfunctie........................................................................................................................................... 202
11.4.3
De werking testen .................................................................................................................................................. 204
11.4.4
Proefdraaien stelmotor.......................................................................................................................................... 204
11.4.5
De dekvloer van de vloerverwarming drogen ....................................................................................................... 205
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem in bedrijf te
stellen nadat het werd geïnstalleerd en geconfigureerd.
Typische werkstroom
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in:
1
De "Checklist vóór inbedrijfstelling" controleren.
2
Ontluchten.
3
Het systeem testen.
4
Indien nodig, een of meerdere stelmotoren testen.
5
Indien nodig, de dekvloer van de vloerverwarming drogen.
11
Inbedrijfstelling
|
Uitgebreide handleiding voor de installateur
199