6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
6.3 De tank voor warm tapwater in/opstellen
6.3.1 Systeemlayout – Ingebouwde warmtapwatertank
Uitgebreide handleiding voor de installateur
32
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
Aantal watertemperatuurzones:
▪
#: [4.4]
▪
Code: [7-02]
In geval van warmtepompconvectoren:
Externe kamerthermostaat voor de
secundaire zone:
▪
#: [3.A]
▪
Code: [C-06]
Output afsluiter
Voordelen
▪
Comfort.
De
slimme
aanvoerwatertemperatuur verhogen of verlagen op basis van de werkelijke
kamertemperatuur (aanpassing).
▪
Efficiëntie.
-
Afhankelijk
van
aanvoerwatertemperaturen leveren om aan de gewenste temperatuur van de
verschillende warmteafgevers te voldoen.
-
Vloerverwarming levert de beste prestaties met het warmtepompsysteem.
a
A Warm tapwater
a Koud water IN
2 (Kamerthermostaat): De unit werkt
op basis van de omgevingstemperatuur
van de gebruikersinterface.
Let op:
▪
Primaire kamer = gebruikersinterface
gebruikt als kamerthermostaatfunctie
▪
Andere
kamerthermostaatfunctie
1 (2 zones): Primair + secundair
1 (1 contact): Als de gebruikte
externe kamerthermostaat of
warmtepompconvector enkel een
thermo AAN/UIT-staat kan sturen.
Ingesteld om de thermovraag van de
primaire zone te volgen.
kamerthermostaatfunctie
de
vraag
zal
de
A
Waarde
kamers
=
kan
de
binnenunit
verschillende
b
ERGA04~08EAV3(A) + EHVZ04+08S18+23EA6V+9W
Daikin Altherma 3 R F
4P629093-1 – 2020.08
externe
gewenste