22
6.
Onderhoud
De computer is onderhoudsvrij. De computer gedu-
rende de winter in een verwarmde ruimte opslaan en
beschermen tegen vocht.
6.1
Sensoren
De optische sensoren regelmatig met een zacht
borsteltje schoonmaken.
Indien het vuil in droge toestand niet verwijderd kan
worden, de optische sensor met schoon water reini-
gen. Aansluitend met een vetvrije lap droog maken.
De reiniging heeft betrekking op het inwendige ge-
deelte van de optische sensor (infrarooddiode en
fotocel).
I
Sensoren voor het seizoen met schoon-
maakmiddel en zacht borsteltje afwas-
sen. Vervolgens goed afdrogen.
De bewegingssensor (Sensor "X") is onderhoudsv-
rij.
6.2
Oplossen van storingen
F
Bij het zoeken naar de fout, de voor-
geschreven volgorde aanhouden!
Storing
De computer schakelt niet in
De computer geeft HALP 88 of
HALP 00 aan
De rijsnelheid wordt niet aangege-
ven
Onderhoud
Oorzaak
Verkeerde aansluiting van de
stroomdraden
Onderbreking in de spanningsver-
zorging
Totale uitval
Geheugenfout
Invoer "Impulse/100 m" ontbreekt
Sensor "X" geeft geen impulsen aan
de computer door, het cirkeltje op het
display knippert niet tijdens het rijden
Oplossing
Polariteit controleren
Zwevende zekering in de accu-
kabel controleren; accuklemmen
en zekering controleren
Computer opsturen
Computer opsturen
Aantal "Impulse/100 m" invoeren
Afstand tussen sensor "X" en de
impulsmagneet op 3 tot 4 mm
afstellen.
Kabel in de verdeler op juiste wijze
aansluiten
zwart
=
sw
bruin
=
br
blauw
=
bl
Sensor "X" is defect, vervangen
= Signaal
= +12 Volt
= - Massa