20
5.4
Permanent
uitschakelen van de controle van
de afzonderlijke aggregaten)
Behalve het in- of uitschakelen van de aggregaten
van buiten naar binnen kan ook ieder willekeurig ag-
gregaat permanent worden uitgeschakeld.
F
Deze instelling blijft ook na het in- of
uitschakelen van de $0$6&$1
na het opheffen van de machine geac-
tiveerd..
Zij kan worden opgeheven met de toets
aggregaten zijn dan weer ingeschakeld!
Om controle van de permanente uitschakeling moge-
lijk te maken, worden de uitgeschakelde aggregaten
in de werkstandmodule eveneens op het display
weergegeven. (De afgifte moet bij de uitgeschakelde
aggregaten 0 zijn).
Toets „aantal aggregaten /Permanent"
seconden indrukken tot het display
verschijnt.
Het linker getal geeft het zaaiaggregaat aan [ 1 voor
het zaaiaggregaat geheel links ].
Het rechter getal kan met de toetsen
schaken) en
(0- inschakelen ) worden veran-
derd.
• 1 = zaaiaggregaat permanent uitgeschakeld (of
functiecontrole uitgeschakeld)
• 0 = zaaiaggregaat permanent ingeschakeld (of
functiecontrole ingeschakeld)
Toets
„„Invoer" indrukken en het volgende
aggregaat in of uitschakelen.
In bedrijfstellen
uitschakelen
(bijv.
en
. Alle
5
(1- uit-
Alle zaaiaggregaten moeten een voor een worden in-
of uitgeschakeld.
Nadat de invoer van het laatste aggregaat is be-
vestigd, wordt de volgende informatie getoond.
• Links: aantal aggregaten
• Rechts: Aantal niet uitgeschakelde aggregaten
• Zaaiaggregaten 3 en 6 permanent uitgeschakeld:
Controlelampjes van 3 en 6 branden rood
5