12
5.
In bedrijfstellen
De machinestekker van de aan de trekker ge-
-
koppelde
precisiezaaimachine
$0$6&$1
koppelen.
Voor begin van de werkzaamheden de specifieke
machinegegevens met de betreffende toetsen
controleren of opnieuw invoeren:
1. $0$6&$1
inschakelen.
2. Sensor voor afgelegde weg aantal "Imp./100m"
controleren of eventueel corrigeren (door directe
invoer of kalibratierit).
3. De werkbreedte [m] controleren en eventueel
corrigeren.
4. Gewenste
zaaidichtheid
invoeren.
5. Aantal zaaiaggregaten controleren en eventueel
corrigeren.
6. Startfunctie uitvoeren en met zaaien beginnen.
In bedrijfstellen
5.1
aan
Voor controle van de aangesloten precisiezaaimachi-
ne heeft $0$6&$1 voor aanvang van de
werkzaamheden de specifieke machinegegevens
nodig (waarden):
Deze data (waarden) kunnen na het indrukken van
de betreffende toetsen
[korrels/ha/1000]
I
F
Bedieningsvolgorde
beschrijving van het toetsenbord
,
,
en
en vervolgens indrukken van de toetsen
of
direct op het display oproepen.
Na het oproepen van de gewenste waar-
den met de toetsen
de toets
indrukken en hierdoor de
gekozen waarden in het geheugen op-
slaan.
Met één druk op de toets
springt het getal op het display in de
gewenste richting met een cijfer verder.
en
.
of
of
of en
of
altijd
of