Rookgasafvoer voor multiketelinstallaties (cascade).
Deze instructie heeft alleen betrekking op installaties met één ketel.
▶ Neem de aparte technische documentatie (opmerkingen over de
rookgasafvoer en documentatie over de accessoires) in acht.
Houd bij de installatie van het rookgasafvoersysteem de nationale voor-
schriften aan.
De rookgasafvoeraansluiting is af fabriek naar achteren toe uitgevoerd.
Als alternatief kan de rookgasafvoeraansluiting naar boven toe worden
uitgevoerd. Hiervoor zijn de volgende ombouwmaatregelen nodig:
Bij keteltype 75-100 kW:
▶ Bevestig een rookgasafvoerbocht van 90° (toebehoren) buiten de
mantel op de rookgasaansluiting die door de fabriek is aangebracht
en installeer de rookgasafvoerbuis spanningsloos.
Bij keteltype 150-300 kW:
▶ Verwijder de af fabriek gemonteerde 90°-rookgasafvoerbocht.
▶ Steek een recht buisstuk (accessoire) op de sok van de condensbak
en installeer de rookgasafvoerbuis mechanisch spanningsloos.
Voer het rookgasafvoersysteem uit in drukklasse (EN 1443) H1 of in
drukklasse (EN 1443) P1 met extra mechanische drukstootstabiliteit tot
5000 Pa.
Klasse
Lekpercenta-
Nominale druk
ge
I*s-1*m-2
P1
0,006
H1
0,006
1) Onderdruk tot maximaal 200 Pa
2) Toepassing alleen met extra mechanische drukstootstabiliteit tot 5000 Pa in het
rookgasverbindingsstuk
3) Onderdruk tot maximaal 5000 Pa
Tabel 7 Drukklassen van het rookgasafvoersysteem
Bij de installatie van de rookgasafvoeraansluiting:
▶ Neem de installatie-instructies van het rookgasaccessoire in acht.
▶ Neem de plaatselijke voorschriften in acht.
▶ Waarborg dat de diameter van de rookgasafvoerbuis overeenkomt
met de berekening volgens de geldende voorschriften.
▶ Kies de rookgasafvoer zo kort mogelijk en installeer deze met verval
naar het cv-toestel.
▶ Bevestig de rookgasafvoerbuis stevig op afstanden van 1 m.
▶ Let op een spanningsloze aansluiting en draag geen lasten over op de
rookgasafvoeraansluiting.
▶ Let bij het ontwerp en de installatie van het rookgasafvoer-
systeem op een stromingsgunstige uitvoering.
De valwindbeschermingen van de verbrandingsluchttoevoer en de rook-
gasafvoer moeten op dezelfde wand van het gebouw worden aange-
bracht.
Sluit het cv-toestel niet aan op een gecombineerde rookgasafvoerinstal-
latie met installaties met verbrandingsmotor (bijvoorbeeld warmte-
krachtkoppeling).
Condens 7000 F – 6720871559 (2022/10)
Werkwijze
[Pa]
1)2)
200
Over-/onderdruk
5000
Over-/onderdruk
5.7
Toevoerluchtaansluiting uitvoeren (voor gesloten be-
drijf)
OPMERKING
Beschadiging van de afdichtingen door randen met bramen aan de
insteekuiteinden van de buisdelen!
▶ Waarborg, dat de insteekuiteinden braamvrij zijn. Eventueel bouwzij-
dig afschuinen conform de instructies van de fabrikant.
De verbrandingslucht wordt naar het cv-toestel gevoerd door een aan-
sluiting in de buitenmuur, door een schacht of door een gescheiden buis
in de schacht.
Bereken de afmetingen van de verbrandingsluchtleiding conform de gel-
dende voorschriften.
Voor het gesloten bedrijf is een accessoireset voor montage binnen de
ketelmantel leverbaar (DN110 voor keteltype 75-150 kW en DN160
voor keteltypes 200-300 kW).
▶ Installeer uitsluitend de voor de betreffende keteltype bedoelde ori-
ginele accessoireset.
Afhankelijk van de opstelling van de luchtinlaatopening aan de buiten-
kant van het gebouw adviseren wij de inbouw van een geluiddemper in
de verbrandingsluchtleiding.
3)
Isoleer de verbrandingsluchtleiding om condensatie te voorkomen (bin-
nen- en buitenkant).
De valwindbeschermingen van de verbrandingsluchttoevoer en de rook-
gasafvoer moeten op dezelfde wand van het gebouw worden aange-
bracht.
▶ Monteer de adapter (afb. 14, [6]) op de aanzuigsok van de bran-
der en met klem borgen.
▶ Schuif de bocht [3] op de verbrandingsluchtleiding [1].
▶ Monteer de verbrandingsluchtleiding [1] met de meegeleverde za-
delklem [2, 2x] op het frame.
▶ Schroef de verbrandingsluchtslang [5] op de adapter [6].
▶ Schuif de verbrandingsluchtslang [5] op de bocht en met klem [4]
borgen.
▶ Waarborg bij cascades, dat de cv-toestellen zijn uitgevoerd met een
afzonderlijke verbrandingsluchtleiding.
Installatie
17