Voorschriften
OPMERKING
Schade aan het cv-toestel door verontreinigde verbrandingslucht of
verontreinigde lucht in de omgeving van het cv-toestel!
▶ Gebruik het cv-toestel nooit in een stoffige of chemisch agressieve
omgeving. Dat kan bijvoorbeeld bij spuiterijen, kapsalons en land-
bouwbedrijven die mest gebruiken het geval zijn.
▶ Gebruik cv-toestellen nooit op plaatsen waar met trichlooretheen of
halogeenwaterstoffen en met andere agressieve chemische midde-
len wordt gewerkt of waar deze stoffen worden opgeslagen. Deze
stoffen zijn bijvoorbeeld aanwezig in spuitbussen, lijmstoffen, oplos-
middelen of schoonmaakmiddelen.
▶ Kies of creëer een geschikte opstellingsruimte.
OPMERKING
Het cv-toestel mag tot een maximale opstelhoogte van 1200 m bo-
ven NAP worden gebruikt!
▶ Tabel 21 (technische gegevens), pagina 60.
OPMERKING
Het cv-toestel mag met verbrandingslucht tot een bepaalde maxi-
male temperatuur worden gebruikt!
De maximale temperatuur van de verbrandingslucht mag niet hoger zijn
dan 35 °C.
▶ Tabel 21 (technische gegevens), pagina 60.
3.6
Kwaliteit van het cv-water
Let op de waterkwaliteit. Een slechte waterkwaliteit leidt in cv-installa-
ties tot beschadigingen door verkalking en corrosie.
De kwaliteit van het water speelt een belangrijke rol voor het verhogen
van het rendement, de werkingszekerheid, de levensduur en de functio-
naliteit van een cv-installatie.
▶ Neem de eisen uit het meegeleverde 'Logboek waterkwaliteit' in acht.
▶ De garantie voor het cv-toestel geldt alleen in combinatie met de na-
leving van de eisen aan de waterkwaliteit en een bijgehouden log-
boek.
3.7
Kwaliteit van de leidingen
OPMERKING
Schade aan het cv-toestel door corrosie!
▶ Gebruik het cv-toestel niet in een installatie met natuurlijke circulatie
of in een open cv-installatie.
Bij gebruik van kunststof leidingen in de cv-installatie, bijvoorbeeld voor
vloerverwarmingen, moeten deze leidingen zuurstofdicht zijn conform
DIN 4726/4729. Wanneer de kunststofleidingen niet aan deze normen
voldoen, moet een systeemscheiding via een warmtewisselaar worden
uitgevoerd.
3.8
Kwaliteit verbrandingslucht
▶ Houd de verbrandingslucht vrij van agressieve stoffen (bijvoorbeeld
halogeenkoolwaterstoffen, die chloor- of fluorverbindingen bevat-
ten) om corrosie te vermijden.
▶ Houd de verbrandingslucht vrij van stof of gebruik het accessoireset
"luchtfilters" .
12
3.9
Luchttoevoer/rookgasafvoeraansluiting/ventilatie-
openingen
De opstellingsruimte moet met de benodigde verbrandingsluchtopenin-
gen resp. beluchtingsopeningen naar de atmosfeer toe zijn voorzien.
De uitvoering van opstellingsruimtes en de opstelling van cv-toestellen
vindt plaats conform de nationale voorschriften.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door vergiftiging!
Vergiftigingsgevaar door rookgassen bij onvoldoende luchttoevoer.
▶ Waarborg, dat in elke bedrijfsmodus de luchttoevoer door passende
openingen naar de buitenatmosfeer is gegarandeerd.
▶ Informeer de vakman over de noodzaak van de openingen.
Voor het open bedrijf geldt:
▶ Voer de minimale grootte van verbrandingslucht- en ventilatieopenin-
1)
gen uit conform tabel 4
.
Verbrandingsluchtopeningen
Keteltype [kW]
Oppervlak per opening [cm
75
200
100
250
150
200
200
250
250
300
300
350
Tabel 4 Verbrandingsluchtopeningen bij open bedrijf
▶ Plaats geen objecten voor deze openingen.
▶ Houd de verbrandingsluchtopeningen altijd vrij.
Voor het gesloten systeem geldt:
Het cv-toestel moet op een rookgasafvoersysteem gebruikt worden.
▶ Neem de nationale en plaatselijke voorschriften in acht.
▶ Neem de bijgevoegde documentatie 'Aanwijzingen met betrekking tot
de rookgasafvoer' in acht.
De opstellingsruimte moet voor de kamerventilatie een naar de buitenat-
mosfeer open ventilatieopening hebben van minimaal 150 cm
latieopeningen van minimaal 2 x 75 cm
stromingstechnisch equivalente doorsneden.
Bij een nominaal vermogen van meer dan 100 kW is een bovenste en on-
derste ventilatieopening van elk 150 cm
100 kW moeten de ventilatieopeningen met 1 cm
▶ Plaats geen objecten voor deze openingen.
▶ De ventilatieopeningen moeten altijd vrij zijn.
▶ Bereken de afmetingen van de toevoerluchtleiding conform de gel-
dende voorschriften.
▶ Voer de minimale grootte van de verbrandingsluchtopening conform
1)
de tabel 5 uit
.
Verbrandingsluchtopeningen
Keteltype [kW]
Oppervlak per opening [cm
75
150/75
100
150/75
150
200
200
250
250
300
300
350
Tabel 5 Verbrandingsluchtopeningen bij bedrijf met een gesloten sys-
teem
1) Bovendien moeten de nationale en lokale voorschriften in acht worden
genomen.
Condens 7000 F – 6720871559 (2022/10)
2
]
Aantal openingen [n]
1
1
2
2
2
2
2
of venti-
2
of leidingen naar buiten toe met
1)
2
nodig Voor elke kW boven
2
worden vergroot.
2
]
Aantal openingen [n]
1/2
1/2
2
2
2
2