Inhoudsopgave
Advertenties
Bijkomende functies / reset
9
Bijkomende functies / reset
► Buitenvoeler-vorstbeveiliging voor verwarmingscircuits
Als de buitentemperatuur in stand‑by / zomerwerking daalt onder de
vorstbeveiligingsgrens (installatieparameter A09), dan worden alle
pompen van de verwarmingscircuits in de cascade‑ en mengmodule
aangestuurd.
► Buitenvoeler-vorstbeveiliging voor luchtverwarmercircuits
(configuratie 2 / 11)
Zie hoofdstuk 6.1 "Beschrijving parameters / functies – Parameter
MI19"
► Collector-vorstbeveiliging
De collector‑vorstbeveiliging is niet van kracht als de
installatieconfiguratie 13/14 werd geselecteerd.
Als de programmakeuzeschakelaar zich in de stand "Stand‑by"
of "Zomerwerking" bevindt, dan is de collector-vorstbeveiliging
gegarandeerd. Als de collectortemperatuur daalt onder 5°C,
dan wordt de instelwaarde collectortemperatuur op 20°C
gezet. De pompen voor verwarmings-, buffer-, opslag- en
luchtverwarmingscircuits in de cascademodule worden ingeschakeld
en de instelwaarde mengcircuittemperatuur (indien een mengcircuit
aanwezig is) wordt op 40°C aanvoertemperatuur geregeld.
Wanneer de collectortemperatuur boven 20°C is, dan wordt de
collectorvorstbeveiliging beëindigd.
► Opslagvat-vorstbeveiliging
Bij sperring van de opslaglading bedraagt de instelwaarde
opslagtemperatuur 10°C. De opslagvat‑vorstbeveiliging begint
wanneer de meetwaarde opslagtemperatuur < instelwaarde
opslagtemperatuur ‑ 5K is. De instelwaarde aanvoertemperatuur
volgt dan uit de instelwaarde opslagtemperatuur + parameter MI17.
► Buffer-vorstbeveiliging
De buffervorstbeveiliging wordt onafhankelijk van de bedrijfsmodi
van de verwarmings- en opslagcircuits gestuurd. Buffer-
vorstbeveiliging actief, wanneer buffervoeler PF_meet < 5°C →
Bufferlaadpomp (PLP) Aan, 3WUV + V Uit, Coll_instel = 20°C. De
buffer-vorstbeveiliging wordt beëindigd wanneer buffervoeler
PF_meet >= 10°C → Bufferlaadpomp (PLP) Uit
8909196_202202
WOLF GmbH | 91
Advertenties
Inhoudsopgave
