Beschrijving parameters / functies
MI 09 max. Opslaglaadtijd
De opslaglading geldt als voltooid, wanneer gemeten opslagtemperatuur
≥ ingestelde opslagtemperatuur is. Als de opslaglading niet wordt voltooid
binnen de max. opslagladingtijd, dan verschijnt foutcode 52 en de
regeling schakelt dan over op verwarmingsbedrijf voor een tijdsduur "max.
opslaglaadtijd" (geldt niet als de status verwarming= zomerwerking). Deze
cyclus blijft zich herhalen tot de meetwaarde van de opslagtemperatuur ≥
instelwaarde ervan, of tot parameter MI 09 op 0 wordt gesteld.
MI 10 Busvoeding
Fabrieksinstelling = 2; de parameter mag niet worden gewijzigd.
Als deze parameter per vergissing wordt gewijzigd,
b. vb. in het geval van standalone, dan verschijnt in de bedienmodule geen
indicatie meer. In zulk geval de DIP‑schakelaar 4 op "OFF" en weer op "ON"
zetten (reset).
MI 11 Hysterese retourvoeler
zie beschrijving
MI 08 Instelwaarde retourtemperatuur, b) configuratie km 01 = 7
MI 12 Laadpompblokkering
Bij het inschakelen van de laadpomp voor
opslaglading (configuratie 1, 4, 10,15 en 16)
of voor ext. verwarmingsaanvraag (configuratie 2 en 11),
er moet onderscheid worden gemaakt in twee gevallen
a) Par. MI 12 = 0: De laadpomp wordt bij aanvraag onmiddellijk ingeschakeld.
b1)
Par. MI 12 = 1 bij configuratie 1, 4, 10, 15 en 16:
Laadpomp "Aan": Meetwaarde collectortemperatuur >
Meetwaarde opslagtemperatuur + 5 K
Laadpomp "Uit": Meetwaarde collectortemperatuur ≤
Meetwaarde opslagtemperatuur + 2 K
b2) Par. MI 12 = 1 bij configuratie 2 en 11:
Laadpomp "Aan": Meetwaarde collectortemperatuur ≥
Constante temperatuur ‑ 5 K
Laadpomp "Uit": Meetwaarde collectortemperatuur <
Constante temperatuur ‑ 8 K
MI 13 Nalooptijd laadpomp
Na voltooiing van de opslaglading of bij ext. warmteaanvraag (configuratie 1,
2, 4, 10, 11, 15 en 16) begint de naloop van de laadpomp.
8909196_202202
WOLF GmbH | 53