Beschrijving parameters / functies
Verloop uitschakeling:
KM
2de trap
1e trap
c) KM02 = 3: modulerende verwarmingstoestellen
Verwarmingstoestellen inschakelen:
De inschakeling van het 1e verwarmingstoestel vindt plaats, wanneer
meetwaarde collectortemperatuur < instelwaarde collectortemperatuur ‑1K
en de spertijd afgelopen is. Een volgend verwarmingstoestel wordt, rekening
houdend met de verwarmingstoestelvolgorde, ingeschakeld wanneer de
instel‑modulatiegraad (KM16) van de actieve verwarmingstoestellen de
geprogrammeerde inschakelgrens overschrijdt en de spertijd afgelopen is.
Verwarmingstoestellen uitschakelen:
Een volgend verwarmingstoestel wordt, rekening houdend met de
verwarmingstoestelvolgorde, uitgeschakeld wanneer de instel-modulatiegraad
van de actieve verwarmingstoestellen onder de geprogrammeerde
uitschakelgrens (KM15) ligt en de meetwaarde collectortemperatuur >
instelwaarde collectortemperatuur + 0,1K is. Wanneer er nog slechts
één verwarmingstoestel in bedrijf is, gebeurt de uitschakeling van dit
verwarmingstoestel wanneer de werkelijke collectortemperatuur >
collectorinsteltemperatuur + hysterese collectortemperatuur is.
d) KM02 = 4: Warmtepompen (compressor en elektrisch element)
1- of 2-traps:
Een warmtepomp (WP) bestaat in het algemeen uit twee verwarmingsbronnen.
Een compressor, of anders gezegd de warmtepomp, plus een elektrische
verwarmingstrap.
De compressor vormt de 1e verwarmingsbron / 1e trap en het elektrische
element de 2e verwarmingsbron / 2e trap.
De vrijgave van de elektrische verwarmingstrap geldt uitsluitend voor het
verwarmingsbedrijf en is afhankelijk van de parameters KM23 (selectie
type verwarmingsaanvraag voor elektrisch verwarmingselement) en KM24
(bivalentiepunt).
8909196_202202
2de trap
2de trap
1e trap
1e trap
2de trap
2de trap
1e trap
1e trap
WOLF GmbH | 59