10 Storingen in comfort
In de meeste gevallen merkt de F1145 een storing op
(een storing kan leiden tot een verstoring van het com-
fort) en geeft dit met alarmen en aanwijzingen voor actie
aan op het display.
INFOMENU
Alle meetwaarden van de warmtepomp zijn samenge-
bracht onder menu 3.1 in het menusysteem van de
warmtepomp. Vaak vindt u de oorzaak van de storing
een stuk eenvoudiger door even naar de waarden in dit
menu te kijken. Zie het helpmenu of de gebruikershand-
leiding voor meer informatie over menu 3.1.
Alarm beheren
Lagedrukalarm
alarm
info / handeling
alarm resetten
hulpmodus
Bij een alarm is er een bepaalde storing opgetreden,
wat wordt aangegeven doordat de statuslamp van con-
stant groen nu constant rood gaat branden. Daarnaast
verschijnt er een alarmbelletje in het informatievenster.
ALARM
Bij een alarm met een rode statuslamp is er een storing
opgetreden die de warmtepomp niet zelf kan verhelpen.
Op het display kunt u, door de selectieknop te verdraaien
en op de OK-toets te drukken, het type alarm bekijken
en het alarm resetten. U kunt er ook voor kiezen om de
warmtepomp in te stellen op hulpmodus.
info / handeling Hier kunt u lezen wat het alarm betekent
en krijgt u tips voor het verhelpen van het probleem dat
het alarm heeft veroorzaakt.
alarm resetten In veel gevallen is het voldoende om
"alarm resetten" te selecteren om het product te laten
terugkeren naar normaal bedrijf. Als er een groene lamp
gaat branden na het selecteren van "alarm resetten", is
het alarm verholpen. Als de rode lamp nog steeds brandt
NIBE F1145
en er is een menu met de naam "alarm" zichtbaar op het
display, is het probleem dat het alarm veroorzaakt nog
aanwezig.
hulpmodus "hulpmodus" is een type noodstand. Dit
betekent dat warmtepomp warmte en/of warmtapwater
produceert, zelfs als er een probleem is. Dit kan beteke-
nen dat de compressor van de warmtepomp niet draait.
In dit geval produceert het elektrische verwarmingsele-
ment warmte en/of warmtapwater.
LET OP!
Om hulpmodus te selecteren, moet een
alarmhandeling worden gekozen in menu 5.1.4.
LET OP!
Het selecteren van "hulpmodus" is iets anders
dan het verhelpen van het probleem dat het
alarm heeft veroorzaakt. De statuslamp blijft
daarom rood.
Indien de bedrijfsstoring niet wordt weergegeven op
het display, kunt u de volgende adviezen opvolgen:
BASISHANDELINGEN
Controleer eerst de volgende zaken:
• De stand van de schakelaar (SF1).
• Groeps- en hoofdzekeringen van de woning.
• De aardlekschakelaar van de woning.
• Automatische zekering voor F1145 (FC1).
• Juist ingestelde vermogensregeling (indien er
stroomsensoren zijn geïnstalleerd).
LAGE TEMPERATUUR OF GEEN
WARMTAPWATER
• Mengklep (als er één geïnstalleerd is) te laag ingesteld.
– Stel de mengklep af.
• F1145 in onjuiste bedrijfsstand.
– Open menu 4.2. Als stand "auto" is geselecteerd,
selecteert u een hogere waarde voor "stop bijverwar-
ming" in menu 4.9.2.
Hoofdstuk 10 | Storingen in comfort
69