Symbool
Beschrijving
Gezamenlijke warmtapwaterproductie van-
uit meerdere compressoren. Aangestuurd
vanaf de Master-warmtepomp.
Eigen warmtapwaterproductie, alleen vanaf
geselecteerde warmtepompcompressor.
Aangestuurd door de betreffende warmte-
pomp.
Zwembad 1
Zwembad 2
Verwarming (verwarming van het gebouw,
inclusief eventueel extra afgiftesysteem)
Koeling
MENU 5.2.4 - ACCESSOIRES
Hier laat u de warmtepomp weten welke accessoire
hier geïnstalleerd zijn.
Als de boiler is aangesloten op de F1145, moet hier de
warmtapwaterproductie worden geactiveerd.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoires
geactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief
markeren in de lijst of gebruik maken van de automati-
sche functie "geïnstalleerde acc. zoeken".
geïnstalleerde acc. zoeken
Markeer "geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de OK-
toets om automatische aangesloten accessoires voor
de F1145 te vinden.
LET OP!
Bepaalde accessoires kunt u niet vinden met
de zoekfunctie. Deze moeten in plaats daarvan
worden geselecteerd in menu 5.4.
Voorzichtig!
Vink alleen de optie externe (open) bronpomp
aan als het accessoire AXC 40 moet worden
gebruikt om de circulatiepomp te regelen.
MENU 5.3 - INSTELLINGEN ACCESSOIRE
De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstalleerd
en geactiveerd zijn, worden verricht in de daarvoor be-
doelde submenu's.
54
Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's
MENU 5.3.1 - FLM
voortdurend pompbedr.
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
pompsnelheid
Instelbereik: 1 – 100%
Fabrieksinstelling: 100%
tijd tussen ontdooibeurten
Instelbereik: 1 – 30 u
Standaardwaarde: 10 u
maanden t. filteralarms
Instelbereik: 1 – 12
Standaardwaarde: 3
koelen activeren
Instelbereik: aan/uit
Fabrieksinstelling: uit
max. ventilatorsnelheid
Instelbereik: 1 – 100%
Fabrieksinstelling: 70 %
min. ventilatorsnelheid
Instelbereik: 1 – 100%
Fabrieksinstelling: 60 %
regelsensor
Instelbereik: 0 – 4
Fabrieksinstelling: 1
tijd tussen wijzigingen snelheid
Instelbereik: 1 – 12
Fabrieksinstelling: 10 min
voortdurend pompbedr.: Selecteren voor continu bedrijf
van de circulatiepomp in de ventilatiemodule.
pompsnelheid: Stel de gewenste snelheid voor de circu-
latiepomp in in de ventilatiemodule.
tijd tussen ontdooibeurten: Hier kunt u de minimale tijd
instellen die moet verstrijken tussen ontdooibeurten van
de warmtewisselaar in de ventilatiemodule.
Als de afvoerventilatieluchtmodule in bedrijf is, wordt
de warmtewisselaar gekoeld, zodat er ijs op wordt ge-
vormd. Als er te veel ijs wordt gevormd, neemt de
warmteoverdrachtscapaciteit van de warmtewisselaar
af en moet er worden ontdooid. Bij ontdooien warmt de
warmtewisselaar op, zodat het ijs smelt en wegloopt
via de condens afvoerslang.
NIBE F1145