Naam en menunummer
B.
Hier kunt u zien op welk menu in het regelsysteem deze
pagina van de startgids gebaseerd is. De cijfers tussen
haakjes verwijzen naar het menunummer in het regel-
systeem.
Als u meer wilt lezen over de betreffende menu's kunt
u kijken in het helpmenu of de gebruikershandleiding
lezen.
Optie / instelling
C.
Verricht hier de instellingen voor het systeem.
ACHTERAF AFSTELLEN EN ONTLUCHTEN
Pompafstelling, automatische regeling
Bronsysteem
Voor het instellen van het juiste debiet in het bronsys-
teem moet de bronpomp op de juiste snelheid draaien.
F1145 heeft een bronpomp die automatisch wordt gere-
geld in de standaardstand. Bepaalde functies en acces-
soires moeten wellicht handmatig draaien en in dat geval
moet de juiste snelheid worden ingesteld.
TIP
Als er in een multi-installatie meerdere warm-
tepompen zijn geïnstalleerd, moeten al deze
warmtepompen omwille van een optimale
werking hetzelfde formaat compressor hebben.
Deze automatische regeling vindt plaats als de compres-
sor draait en stelt de snelheid van de bronpomp in, zodat
het optimale temperatuurverschil tussen de aanvoer-
en retourleidingen wordt gerealiseerd.
Afgiftesysteem
Voor het instellen van het juiste debiet in het verwar-
mingssysteem moet de circulatiepomp van het verwar-
mingssysteem op de juiste snelheid draaien. F1145
heeft een circulatiepomp voor het verwarmingssysteem
die automatisch kan worden geregeld in de standaard-
stand. Bepaalde functies en accessoires moeten hand-
matig draaien en de juiste snelheid moet dan worden
ingesteld.
Deze automatische regeling vindt plaats als de compres-
sor draait en stelt de snelheid van de circulatiepomp van
het CV-systeem in, voor de huidige bedrijfsstand, zodat
het optimale temperatuurverschil tussen de aanvoer-
en retourleidingen wordt gerealiseerd. Tijdens verwar-
ming worden de ingestelde DOT (gedimensioneerde
buitentemperatuur) en het temperatuurverschil in menu
5.1.14 gebruikt. Indien nodig kan de maximale snelheid
van de circulatiepomp worden begrensd in menu 5.1.11.
36
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
Pompafstelling, handmatige regeling
Bronsysteem
F1145 heeft een bronpomp die automatisch kan worden
aangestuurd. Voor handmatige bediening: deactiveer
"auto" in menu 5.1.9 en stel dan de snelheid in volgens
het onderstaande schema.
LET OP!
Bij gebruik van een accessoire voor passieve
koeling moet de snelheid van de circulatiepomp
bronsysteem worden ingesteld in menu 5.1.9.
Tillgängligt tryck, kPa
Eleffekt, W
Stel de pompsnelheid zodra het systeem in balans is
80
(idealiter 5 minuten na de start van de compressor).
Stel het debiet zo dat het temperatuurverschil tussen
70
bronvloeistof uit (BT11) en bronvloeistof in (BT10) tussen
60
2 - 5 °C ligt. Controleer deze temperaturen in menu 3.1
50
"service-info" en pas de snelheid van de bronpomp (GP2)
aan totdat het temperatuurverschil is gerealiseerd. Een
40
groot verschil duidt op een lage flow in het bronsysteem
30
en een klein verschil duidt op een hoge flow in het
bronsysteem.
20
In de grafiek hieronder kunt u aflezen welke snelheid
10
de circulatiepomp bronsysteem moet hebben tijdens
0
handmatige regeling.
0,0
0,05
0,10
0,15
Tillgängligt tryck, kPa
Beschikbare druk, kPa
Elektrisch vermogen, W
p
Eleffekt, W
F1145 6 en 8 kW
Pumpkapacitet, köldbärarsida för F1145/F1245 6kW.
Beschikbare druk, kPa
Tillgängligt tryck, kPa
Elektrisch vermogen, W
Eleffekt, W
100
90
80
70
60
50
40
30
20
P40%
10
40%
0
0,0
0,05 0,10 0,15 0,20 0,25 0,30 0,35 0,40 0,45 0,50
P80%
P60%
3
2
P40%
1
0,20
0,25
0,30
0,35
P100%
P80%
100%
80%
P60%
60%
Flöde l/s
Stroom l/s
NIBE F1145
P100%
4
0,40
0,45
Flöde l/s