MENU 5.1.22 - HEAT PUMP TESTING
Voorzichtig!
Dit menu is bedoeld voor het testen van de
F1145 volgens verschillende standaarden.
Gebruik van dit menu voor andere doeleinden
kan ertoe leiden dat uw installatie niet correct
functioneert.
Dit menu bevat diverse submenu's, één voor iedere
standaard.
MENU 5.2 - SYSTEEMINSTELLINGEN
Hier verricht u verschillende systeeminstellingen voor
de warmtepomp, bijv. master/slave-instellingen, aansluit-
instellingen en welke accessoires er zijn geïnstalleerd.
MENU 5.2.1 - MASTER/SLAVE-STAND
Instelbereik: master, slave 1-8
Standaardwaarde: master
Stel de warmtepomp in als master- of slave-eenheid. In
systemen met één warmtepomp moet hij "master" zijn.
LET OP!
In systemen met meerdere warmtepompen
krijgt elke pomp een uniek ID toegewezen. Met
andere woorden, slechts één warmtepomp
kan "master" zijn en slechts één kan "slave 5"
zijn.
MENU 5.2.2 - GEÏNSTALLEERDE SLAVES
Stel in welke slaves er zijn aangesloten op de master-
warmtepomp.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten slaves geac-
tiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief markeren
in de lijst of gebruik maken van de automatische functie
"geïnstalleerde slaves zoeken".
geïnstalleerde slaves zoeken
Markeer "geïnstalleerde slaves zoeken" en druk op de
OK-toets om automatisch aangesloten slaves voor de
master-warmtepomp te vinden.
Voorzichtig!
Voordat deze instellingen worden verricht,
moet elke slave een uniek ID hebben gekregen
(zie menu 5.2.1).
MENU 5.2.3 - KOPPELING
Voer in hoe uw systeem is aangesloten m.b.t. leidingen,
bijvoorbeeld op zwembadverwarming, verwarming van
warmtapwater en gebouwen. Dit menu wordt alleen
weergegeven als er minimaal één slave is aangesloten
op de master.
NIBE F1145
Dit menu heeft een koppelingsgeheugen, wat betekent
dat het regelsysteem onthoudt hoe een specifieke wis-
selklep gekoppeld is en automatisch de juiste koppeling
kiest bij de volgende keer dat dezelfde wisselklep wordt
gebruikt.
Master/slave
master
s1
s2 s3 s4 s5 s6 s7 s8
F1145
Compressor
Master/slave: Selecteer de warmtepomp waarvoor de
aansluitinstelling wordt verricht (als er slechts één
warmtepomp is in het systeem, wordt alleen master
weergegeven).
Compressor: Hier selecteert u of de compressor geblok-
keerd is, extern wordt aangestuurd via AUX-ingang of
standaard is (bijvoorbeeld aangesloten op zwembadver-
warming, warmtapwaterproductie en verwarming van
het gebouw).
Markeerframe: Beweeg rond het markeerframe met
behulp van de regelknop. Gebruik de OK-knop om te
selecteren wat u wilt wijzigen en om de instelling te
bevestigen in het optievak dat rechts wordt weergege-
ven.
Werkruimte voor aansluiting: Hier wordt de systeemaan-
sluiting getekend.
Symbool
Beschrijving
Compressor (geblokkeerd)
Compressor (extern aangestuurd)
Compressor (standaard)
Wisselkleppen voor respectievelijk warmtap-
water, koeling en zwembadregeling.
De aanduidingen boven de wisselklep geven
aan waar deze elektrisch is aangesloten
(EB100 = Master, EB101 = Slave 1, CL11
= Zwembad 1 enz.).
Hoofdstuk 8 | Regeling - Menu's
Werkruimte voor koppeling
koppeling5.2.3
Markeerframe
53