Temperatuursensor, verbinding externe
doorstroming
Als temperatuursensor, verbinding externe stroom
(BT25) moet worden gebruikt, moet deze op de klem-
menstroken X6:5 en X6:6 op de ingangskaart (AA3)
worden aangesloten. Gebruik een 2-aderige kabel van
min. 0,5 mm² dik.
AA3-X6
F1145
F1145
Temperatuursensor, externe retourleiding
Als temperatuursensor, externe retourleiding (BT71)
moet worden gebruikt, moet deze op een van de AUX-
ingangen van de ingangskaart (AA3) worden aangeslo-
ten. Gebruik een 2-aderige kabel van min. 0,5 mm².
9 10 11 12 13 14 15 16 17
F1145
F1145
Ruimtevoeler
F1145 wordt geleverd met een ruimtesensor (BT50).
De ruimtesensor heeft een aantal functies:
1.
Weergave van de huidige kamertemperatuur op het
display van de F1145.
Optie om de gewenste kamertemperatuur in °C te
2.
veranderen.
3.
De optie om de kamertemperatuur te finetunen.
Installeer de sensor in een neutrale positie waar de in-
steltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is op
een vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven de
grond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het meten
van de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd,
wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken,
achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, in
een tochtstroom van een buitendeur of in direct zonlicht
wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorthermosta-
ten kunnen problemen veroorzaken.
26
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
4 5 6 7
BT25
AA3-X6
18
BT71
BT71
De warmtepomp werkt zonder de sensor, maar indien
de gebruiker de binnentemperatuur van de woning wil
aflezen op de display van de F1145, moet de sensor
worden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op de
X6:3 en X6:4 op de ingangskaart (AA3).
Indien de sensor wordt gebruikt om de kamertempera-
tuur in °C te wijzigen en/of om de kamertemperatuur te
finetunen, moet de sensor worden geactiveerd in menu
1.9.4.
Als de ruimtesensor wordt gebruikt in een kamer met
vloerverwarming, dient deze uitsluitend een weergave-
functie te hebben en geen controlerende functie van de
kamertemperatuur.
AA3-X6
F1145
F1145
RG05
Extern
LET OP!
Wijzigingen van temperatuur in de woning ne-
men tijd in beslag. Korte perioden in combinatie
met vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geen
merkbaar verschil op in de kamertemperatuur.
Instellingen
FQ10
AA1-X7
AA1-X3
ELEKTRISCHE BIJVERWARMING -
MAXIMAAL VERMOGEN
Het aantal stappen, het maximale elektrische vermogen
en de voeding op de aansluiting voor het elektrische
verwarmingselement variëren per model. Zie de tabellen.
De elektrische bijverwarming is mogelijk beperkt, afhan-
kelijk van het gekozen land.
Bij levering is het elektrisch verwarmingselement aan-
gesloten voor maximaal 7 kW (om te zetten naar 9 kW).
Instelling max. elektrisch vermogen
Het maximale vermogen van de elektrische bijverwar-
ming wordt ingesteld in menu 5.1.12.
2 3 4 5
BT50
AA1-S2
NIBE F1145