3x400V (maximaal elektrisch vermogen,
ingeschakeld op 9 kW)
kW
1
2
2
off
off
4
off
off
6
on
off
9
on
off
3x230V
kW
1
2
2
off
off
4
off
on
6
on
on
9
on
on
3x400V
AA1-S2
In de afbeelding wordt de dip-switch (AA1-S2) in de fa-
brieksinstelling getoond.
Noodstand thermostaat
De aanvoertemperatuur in de noodstand wordt ingesteld
met een thermostaat (FQ10). Deze kan worden ingesteld
op 35 (voorinstelling, bijvoorbeeld vloerverwarming) of
45 °C (bijvoorbeeld radiatoren).
Optionele
För frånluftsvärme!
aansluitingen
K
L E
MASTER/SLAVE
Er kunnen meerdere warmtepompen (F1145, F1245 en
F1345) worden verbonden door één warmtepomp als
master te selecteren en de rest als slaves.
28
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
3
4
5
off
off
on
on
off
on
on
off
on
on
on
on
3
4
5
off
on
off
off
on
off
off
on
off
on
on
off
3x230V
AA1-S2
För markvärme!
K
L E
De warmtepomp wordt altijd als master geleverd en er
kunnen maximaal 8 slaves op worden aangesloten. In
systemen met meerdere warmtepompen moet elke
6
pomp een unieke naam hebben, d.w.z. dat er slechts
één warmtepomp "Master" kan zijn en slechts één bij-
off
voorbeeld "Slave5". Master/slaves stelt u in in menu
off
5.2.1.
off
Externe temperatuursensoren en regelsignalen mogen
on
alleen op de master worden aangesloten, met uitzonde-
ring van de externe regeling van de compressormodule.
6
Voorzichtig!
off
Als er meerdere warmtepompen samen aange-
off
sloten zijn (master/slave), moet de externe re-
off
toursensor BT71 worden gebruikt. Als BT71
off
niet is aangesloten, geeft het product een
sensorfout.
Sluit de communicatiekabels zoals afgebeeld in serie
aan op de klemmenstrook X4:15 (A), X4:14 (B) en X4:13
(GND) op de ingangskaart (AA3).
Gebruik kabeltype LiYY, EKKX of soortgelijk.
In het voorbeeld ziet u de aansluiting van meerdere
F1145 .
NIBE F1145