12 | Appendix
12
Appendix
12.1
Aansluitschema CGL 2
Bekabelingskleuren
Hoofdstroomkring
Nulleider
Aarddraad
Stuurkring voor wisselstroom
Stuurkring voor gelijkstroom
Potentiaalvrij contact (externe spanning)
Voor de inbedrijfstelling van de schakelkast moet met het volgende rekening worden gehouden:
– Alle aansluitingen uitvoeren overeenkomstig de bepalingen van de plaatselijke elektriciteitsmaat-
schappij.
– Alle verbindings- en contactschroeven, evenals de niet gebruikte contacten, op goede bevestiging
controleren.
(loskomen door transport mogelijk)
– De netspanning vergelijken met de aansluitspanning
– Leidinglengte voor sensoren/stelmotoren, 24V-stuurleidingen max. 50 m. Niet samen met leidingen
van 230/400 V verleggen of afgeschermde kabels gebruiken.
– De vermelde kabeldoorsneden zijn minimale doorsneden voor koperleidingen, zonder rekening te
houden met de kabellengte en de omstandigheden ter plekke.
– De kabeltypes moeten overeenkomstig manier van plaatsing worden gekozen.
– Als een aardlekschakelaar (RCD) wordt gebruikt, mag alleen een type B RCD worden gebruikt (uit-
schakelstroom van 300mA wordt aanbevolen). Een aardlekschakelaar type A is niet toegestaan!
12.2
Algemene symbolen
Symbool
2
3 x 1,0mm
(24V)
/
X
FeBeSy
68 | WOLF GmbH
Symbool voor toebehoren
Deze onderdelen kunnen ook later bij Wolf worden aange-
kocht en aan de luchtbehandelingskast worden aangeslo-
ten
afgeschermde leiding
Omschrijving van de leiding:
3 = Aantal aders
1,0 = Kabeldoorsnede
(24) = Spanningsniveau
gedetailleerde aansluiting:
Voor onderdelen met deze aanduiding is een gedetailleer-
de aansluitbeschrijving op een extra blad aangebracht
Systeem voor de omschrijving van veldtoestellen:
WOLF-interne benaming van de veldtoestellen
Zwart
Lichtblauw
Groen / geel
Rood / rood-wit
Donkerblauw /
Donkerblauw / wit
Oranje
Benaming
CGL 2 edu
Opmerking
6810181 | 202212