Inhoudsopgave
Advertenties
2.9.5 STABILISATIE EN NIVELLERING VAN DE MACHINE
Nadat de machine op zijn plaats gezet is, moeten de stabilisatie- en nivelleringswerkzaamhe-
den uitgevoerd worden. Controleer of de oppervlakte waarop de machine zich bevindt, in
staat is de specifieke druk te verdragen die door de machine op de grond uitgeoefend wordt
(zie de paragraaf met technische gegevens).
-
Blijf altijd op afstand van afdalingen of greppels. Deze afstand dient minstens gelijk te
zijn aan de diepte van genoemde afdalingen of greppels. Tevens dient u zich aan de
voorgeschreven veiligheidsafstand ten opzichte van elektrische lijnen te houden.
-
Zorg ervoor geen personen of voorwerpen te raken wanneer de stabilisatorpoten omlaag
komen.
Om over te gaan tot de stabilisatie- en nivelleringswerkzaamheden moeten de bedieningsor-
ganen van elke stabilisatorpoot vanuit de cabine geactiveerd worden, tot de rupswagen circa
10 cm van de grond omhoog komt en horizontaal in positie gebracht wordt, met een toleran-
tiemarge van 1°.
Om te controleren of aan deze voorwaarde voldaan is, is een waterpas aanwezig ter controle
van de juiste nivellering.
Wanneer de luchtbel in de waterpas zich volledig binnen de groene zone bevindt (zie de foto
hierna), dan bevindt de machine zich in de omstandigheden waarin het gebruik toegestaan
is. Vergeet u niet dat de maximale helling waarop de machine met een tolerantie van 1°
genivelleerd kan worden 10 graden bedraagt, zoals op de waterpas weergegeven wordt. Op
een terrein met een steilere helling kan geen goede stabilisatie plaatsvinden. Een dergelijke
situatie vormt een groot risico voor de gebruikers.
Op iedere stabilisatorpoot bevindt zich een oranje lamp (zie foto hieronder) in de nabijheid
van de aansluiting van de cilinder op de stabilisatorpoot. De lamp gaat knipperen wanneer
de stabilisatorpoot op de grond rust.
Nota:
HET IS BELANGRIJK DAT BIJ GESTABILISEERDE MACHINE DE WAGEN ALTIJD VAN DE
GROND OMHOOG GEKOMEN IS
GEMECHANISEERDE HOOGWERKER LIGHTLIFT
HINOWA
.
51
Advertenties
Inhoudsopgave
