Waarschuwing
Nooit de motor starten of laten
draaien in een afgesloten ruimte.
Uitlaatgassen zijn giftig en kunnen
binnen korte tijd bewusteloosheid en
de dood tot gevolg hebben.
Gebruik de motorfiets altijd in de open
lucht of op een plaats met voldoende
ventilatie.
Voorzichtig
Het waarschuwingslampje voor lage
oliedruk moet kort na het starten van
de motor uitgaan.
Wanneer
het
voor lage oliedruk na het starten van
de motor blijft branden, de motor
onmiddellijk
uitschakelen
oorzaak vaststellen.
Indien de motor met een te lage
oliedruk
draait,
motorschade.
Let op
In de sleutel is een transponder aange-
bracht om de startonderbreker uit te
schakelen.
Houd altijd slechts één contactsleutel
in de buurt van de contactschakelaar.
Wanneer twee contactsleutels in de
buurt van de contactschakelaar worden
gehouden, kan het signaal tussen de
transponder en de startonderbreker
onderbroken worden.
In zo'n situatie blijft de startonderbreker
actief, tot een van de contactsleutels
verwijderd wordt.
waarschuwingslampje
en
ontstaat
ernstige
Rijden op de motorfiets
Wegrijden
De motorfiets in beweging zetten:
•
Trek de koppelingshendel helemaal
tegen de handgreep en schakel de
1e versnelling in.
•
Geef een beetje gas en laat de
koppelingshendel
opkomen.
•
Open wanneer de koppeling begint
aan te grijpen de gasklep iets
verder, zodat het toerental van de
motor hoog genoeg is om afslaan
van de motor te voorkomen.
de
langzaam
101