3.5.
DCWi 80 en DCWi 200
Wanneer de plafondbevestigingen op de unit zijn gemon-
teerd, moet de unit worden geïnstalleerd.
1. Markeer en boor de gaten voor de
plafondbevestigingen.
2. Hef de unit met een voor dat doel geschikte hefin-
richting naar de plaats van installatie.
N.B. Om krassen op de basisplaat te voorkomen, moet
er een beschermende onderlaag op de basisplaat
worden aangebracht. Deze onderlaag kan bijvoorbeeld
schoon, sterk karton of iets dergelijks zijn.
3. Monteer de unit. Welke materialen moeten worden
gebruikt voor de installatie hangt af van de conditie
en de draagkracht van het plafond.
4. Zorg voor een horizontale uitlijning van de unit.
N.B. De unit moet waterpas worden gemonteerd.
5. Borg de unit in horizontale richting met een extra
schroef op alle plafondbevestigingen.
N.B. De gaten voor de schroeven moeten worden
voorgeboord met een diepteaanslag van 15 mm.
Let op het type, de leverdatum, de plaats van installatie en
serienummers (S/N) van de ventilatie-unit op pagina 2 van
zowel de Montagehandleiding, de Installatiehandleiding als
de Bedieningshandleiding.
9