Voorbeelden
Ter verduidelijking worden 2 voorbeelden gegeven om de toelaatbaarheid van een concentrisch systeem en de voor-
waarden voor het afstellen van het toestel te bepalen.
In Tabel 1 is de te volgen route gemarkeerd met pijlen. Het resultaat is aangegeven met een cirkel.
Voorbeeld 1
1) 2 bochten
2) 3 meter horizontaal
3) 8 meter verticaal/schuin
→ Opbouw van dit concentrische systeem is toelaatbaar.
→ Situatie C voor het afstellen van het toestel is van toepassing
Voorbeeld 2
1) 3 bochten
2) 4 meter horizontaal
3) 9 meter verticaal/schuin
→ Opbouw van dit concentrische systeem is niet toelaatbaar.
G20/25
geen bochten
2 bochten
3 bochten
4 bochten
5 bochten
■
■
= opbouw is niet toelaatbaar
NL
8
95900605 NL Install_G20.indd 8
95900605 NL Install_G20.indd 8
Tabel 1: Voorwaarden voor afstellen toestel met dakdoorvoer
totaal aantal
totaal aantal meters verticale en/of schuine pijplengtes
meters horizontale
1
2
pijplengtes
0
B
B
0
A
A
1
A
2
3
4
5
0
A
A
1
A
2
3
4
5
0
A
A
1
A
2
3
4
5
-
S O L O
3
4
5
6
7
C
C
D
D
E
B
B
C
C
D
A
B
B
C
C
A
A
B
C
C
A
A
B
B
A
A
B
A
B
B
C
C
A
A
B
B
C
A
A
A
B
B
A
A
A
B
A
A
A
A
A
B
B
C
A
A
A
B
B
A
A
A
A
B
A
A
A
A
A
A
A
-
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
8
9
10
11
12
E
E
E
E
E
D
E
E
E
E
D
D
E
E
C
D
D
C
C
B
D
D
E
E
E
C
D
D
E
C
C
D
B
C
B
C
D
D
E
E
C
C
D
D
B
C
C
B
B
A
3-2-10 13:26
3-2-10 13:26