-
S O L O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
Ga als volgt te werk bij het ombouwen naar een achteraansluiting:
➠
Neem de aluminium bocht C uit de luchtinlaatstomp; zie
➠
Draai de 8 parkers A van de luchtinlaatstomp los; zie
➠
Draai de luchtinlaatstomp B 90 graden zoals aangegeven in
➠
Zet de luchtinlaatstomp weer vast d.m.v. de 8 parkers;
➠
Plaats de aluminium bocht terug zoals aangegeven.
!Let op De bovenplaat wordt pas geplaatst als het toestel op de bestemde plek staat zoals hieronder is beschreven in para-
graaf 6.5.
6.5 Plaatsen toestel
Het plaatsen van het toestel gebeurt als volgt:
Let op - Houd brandbare objecten en/of materialen op minimaal 500 mm afstand van het toestel;
- Breng geen wijzigingen aan het toestel aan;
- Plaats het toestel op een afstand van minimaal 50 mm vanaf de achterwand;
- Dek het toestel en het afvoermateriaal niet af en/of pak deze niet in met een isolatiedeken of enig ander materiaal.
➠
Bepaal de plaats van het toestel; de afmetingen zijn aangegeven in
➠
Zorg voor een gasaansluiting ter plekke; zie voor details paragraaf 6.3;
➠
Maak een doorvoer voor het verbrandingsgasafvoer-/verbrandingsluchttoevoersysteem met de onderstaande diame-
ter; zie voor details paragraaf 6.6.
- Ø160 mm voor een geveldoorvoer door onbrandbaar materiaal;
- Ø 250 mm voor een geveldoorvoer door brandbaar materiaal;
- Ø160 mm voor een dakdoorvoer door onbrandbaar materiaal;
- Ø 250 mm voor een dakdoorvoer door brandbaar materiaal.
➠
Zet het toestel op de bestemde plek.
De bovenplaat van het toestel is los meegeleverd. De opening dient aan de achterkant te worden geplaatst bij toepas-
sing van de achteraansluiting. Bij gebruik van de bovenaansluiting wordt de opening aan de bovenkant geplaatst.
!Tip
Voorkom beschadiging van de bovenplaat door deze meteen in de gewenste positie te plaatsen.
➠
Plaats de bovenplaat (zie
6.6 Verbrandingsgasafvoer- / verbrandingsluchttoevoersysteem
6.6.1 Algemeen
Het toestel is van het type C11/C31.
Het toestel wordt aangesloten op een gecombineerd verbrandingsgasafvoer-/verbrandingsluchttoevoersysteem,
hierna te noemen het concentrische systeem.
De doorvoer naar buiten kan zowel met een geveldoorvoer (zie paragraaf 6.6.2) als met een dakdoorvoer (zie hier-
voor paragraaf 6.6.3) worden uitgevoerd.
Eventueel kan gebruikt gemaakt worden van een bestaand afvoerkanaal (zie paragraaf 6.6.4).
Afb. 1
95900605 NL Install_G20.indd 5
95900605 NL Install_G20.indd 5
Afb. 1
Afb. 1
;
Afb. 1 en 2
).
Afb. 2
;
Afb. 2
;
Afb. 3
;
Afb. 3
5
NL
3-2-10 13:26
3-2-10 13:26