Inhoudsopgave
Advertenties
Let op Gebruik uitsluitend het door DRU geleverde concentrische systeem (Ø100 / Ø150 mm). Dit systeem is samen met het
toestel gekeurd.
DRU kan de goede en veilige werking van andere systemen niet garanderen en hiervoor geen verantwoordelijkheid
accepteren;
- Gebruik voor aansluiting op een bestaand schoorsteenkanaal uitsluitend de door DRU geleverde aansluitset;
- Plaats het concentrische systeem altijd op minimaal 500 mm afstand van brandbare objecten en/of materialen;
- Houd een afstand van minimaal 50 mm aan tussen de buitenkant van het concentrische systeem en de wanden
en/of het plafond. Als het systeem wordt ingebouwd in bijvoorbeeld een koof, dient deze rondom uitgevoerd te
worden in onbrandbaar materiaal.
Het concentrische systeem wordt opgebouwd vanaf (de afvoerstomp van) het toestel.
Als door bouwkundige omstandigheden het concentrische systeem eerst wordt geplaatst, kan het toestel later met
een telescopisch pijpstuk worden aangesloten.
!Tip
DRU raadt plaatsing van het telescopische pijpstuk niet aan omdat dit zichtbare pijpstuk niet in kleur leverbaar is en
het geen mooi geheel vormt met het toestel.
6.6.2 Toepassing met geveldoorvoer
Er zijn 2 mogelijkheden om het toestel aan te sluiten op de geveldoorvoer:
1. rechtstreeks op de geveldoorvoer; zie
teraansluiting (zie paragraaf 6.4);
2. niet-rechtstreeks op de geveldoorvoer; zie
toestel gebruikt.
Bij het plaatsen van de geveldoorvoer moet met onderstaande aspecten rekening worden gehouden:
Let op - Gebruik hittebestendig isolatiemateriaal bij doorvoer door brandbaar materiaal;
- De rozet (montagebinnenplaat) van de geveldoorvoer is te klein om de opening van Ø 250 mm bij doorvoer door
brandbaar materiaal af te dichten. Daarom moet eerst een hittebestendige tussenplaat van voldoende grootte op
de muur worden bevestigd. Vervolgens wordt de rozet op de tussenplaat gemonteerd.
!Let op Sommige hittebestendige isolatiematerialen bevatten vluchtige componenten, die langdurig een onaangename geur
verspreiden; deze zijn niet geschikt.
Hieronder zijn de voorwaarden voor opbouw en plaatsen nader uitgewerkt.
6.6.2.1 Rechtstreekse aansluiting op geveldoorvoer
Als het toestel rechtstreeks op de geveldoorvoer wordt aangesloten (zie
brander gewijzigd te worden. In Tabel 2 staan de voorwaarden voor het afstellen genoemd en in paragraaf 6.8, Afstel-
len toestel, is beschreven hoe de primaire beluchting wordt aangepast. De restrictieschuif wordt niet geplaatst.
Ga als volgt te werk bij het plaatsen van de geveldoorvoer:
!Let op De bovenplaat van het toestel is geplaatst met de opening aan de achterkant.
➠
Bepaal de lengte van de doorvoer;
➠
Maak de geveldoorvoer op maat.
!Let op - Zorg ervoor dat de juiste insteeklengte behouden blijft;
- Plaats de geveldoorvoer met de ril/felsnaad aan de bovenkant;
Afb. 4a
NL
6
95900605 NL Install_G20.indd 6
95900605 NL Install_G20.indd 6
Afb.
4a. In deze situatie dient het toestel omgebouwd te zijn naar een ach-
Afb.
4b. Onder deze omstandigheden wordt de bovenaansluiting op het
Afb.
Afb. 4b
-
S O L O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
4a), dient de primaire beluchting van de
3-2-10 13:26
3-2-10 13:26
Advertenties
Inhoudsopgave
