-
S O L O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
11. Storingen
In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van storingen die kunnen optreden, de mogelijke oorzaak en de
oplossing
Probleem
A. Geen transmissie
(motor draait niet)
B. Geen ontsteking (vonk) 1. Ontstekingskabel ligt over
C. Geen waakvlam
D. Waakvlam brandt maar
er is geen gasstroom
naar de hoofdbrander
Afb. 17
95900605 NL Install_G20.indd 17
95900605 NL Install_G20.indd 17
Tabel 3: diagnose van storingen
Mogelijke oorzaak
1. Lege batterijen.
2. Ontvanger beschadigd.
3. Afstandsbediening beschadigd.
4. Motorkabel bij het gasregel-
blok gebroken.
en/of langs metalen delen.
2. Ontstekingspen gecorrodeerd.
1. Lucht in de waakvlamleiding.
2. Geen vonk bij de waakvlam-
brander.
3. Spuitstuk verstopt
1. Knop A op gasregelblok staat
in
stand.
2. Knop B op gasregelblok staat
op waakvlam stand (●; zie
Afb.
18).
3.Voordruk van het gas te laag.
4. Beschadigde magneetklep.
Afb. 18
Oplossing
1. Vervang de batterijen.
!Let op Voorkom kortsluiting tussen de batte-
rijen en metalen delen van het toestel.
2. Vervang de ontvanger.
3. Vervang de afstandsbediening.
4. Vervang de motorkabel.
1. Leg de ontstekingskabel niet over en/of langs
metalen delen. Dit verzwakt de vonk.
Vervang zonodig de ontstekingskabel.
2. Vervang de ontstekingspen.
1. Spoel de leiding of start het ontstekingsproces
meerdere keren.
2. - Controleer of de onstekingskabel vrij ligt van
metalen delen.
Leg deze zonodig vrij.
- Vervang zonodig de ontstekingskabel
- Vervang zonodig de ontstekingspen
3.1 Reinig het spuitstuk
3.2 Vervang zonodig het spuitstuk
1. Draai knop A naar
stand; zie
2. Verhoog de vlamhoogte door knop B linksom
te draaien of op de knop ▲ van de afstands-
bediening te drukken.
3. Controleer de voordruk.
Schakel zonodig het energiebedrijf in.
4. Vervang het gasregelblok.
Afb. 18
17
NL
3-2-10 13:27
3-2-10 13:27