➠
vermijd vuil in gasleidingen en aansluitingen;
➠
controleer de aansluitingen op gasdichtheid vóór ingebruikname;
➠
ontsteek het toestel niet voordat het volledig is geïnstalleerd;
➠
vervang een gescheurde of gebroken ruit.
4.
Aanwijzingen
Houd bij het installeren rekening met de onderstaande punten voor een goede en veilige werking van het toestel:
➠
vermijd dat de ontstekingskabel over en/of langs metalen delen ligt om verzwakking van de vonk te voorkomen;
➠
voorkom beschadiging van de ruit bij het verwijderen/plaatsen;
➠
maak de ruit schoon vóór ingebruikname ter voorkoming van inbranden van vuil.
5.
Uitpakken
Schenk aandacht aan de onderstaande punten bij het uitpakken van het toestel:
➠
Controleer het toestel op transportschade;
➠
Neem zonodig contact op met uw leverancier.
Na het verwijderen van de ruit kunt u de doos met onderdelen en de houtset uit de verbrandingskamer verwijderen.
!Let op Voorkom beschadiging bij het verwijderen/plaatsen van de ruit.
➠
Verwijder de ruit zoals beschreven is in paragraaf 6.10.1;
➠
Neem de doos met onderdelen en de houtset uit de verbrandingskamer.
In Bijlage 1 / Tabel 4 staat vermeld over welke onderdelen u na het uitpakken dient te beschikken.
➠
Neem contact op met uw leverancier als u na het uitpakken niet over alle onderdelen beschikt;
➠
Voer de verpakking af via de reguliere weg.
6.
Installatie
Lees de handleiding zorgvuldig door voor een goede en veilige werking van het toestel.
!Let op Installeer het toestel in de volgorde zoals in dit hoofdstuk is beschreven.
6.1 Voorschriften
- Houdt u zich aan de geldende (installatie)voorschriften.
- Houdt u zich aan de voorschriften/instructies zoals vermeld in deze handleiding.
6.2 Gassoort
Op het typeplaatje staat vermeld voor welke gassoort, gasdruk en voor welk land dit toestel is bestemd. Het typeplaatje
bevindt zich links op de achterwand van de ruimte onderin het toestel.
➠
Controleer of het toestel geschikt is voor de gassoort en gasdruk ter plaatse.
!Let op Het toestel is standaard ingeregeld voor gassoort G25. Indien u het toestel aansluit op gassoort G20 dient de primaire
beluchting gewijzigd te worden. Zie voor details Tabel 2 en paragraaf 6.8.2
6.3 Gasaansluiting
In de gasaansluiting dient een gaskraan geplaatst te worden in de omgeving van het toestel.
Let op Vermijd vuil in de gasleiding en in de aansluitingen.
Voor de gasaansluiting gelden de volgende eisen:
- dimensioneer de gasleiding zodanig dat geen drukverlies kan optreden;
- de gaskraan heeft het CE merk;
- de gaskraan is altijd bereikbaar.
6.4 Ombouwen bovenaansluiting naar achteraansluiting toestel
Het toestel wordt standaard geleverd met een bovenaansluiting (zie
dingsluchttoevoersysteem. De bovenaansluiting kan omgebouwd worden naar een achteraansluiting (zie
De achteraansluiting is nodig als het toestel rechtstreeks op een geveldoorvoer wordt aangesloten. In alle andere geval-
len wordt de bovenaansluiting gebruikt.
NL
4
95900605 NL Install_G20.indd 4
95900605 NL Install_G20.indd 4
-
S O L O
I N S TA L L AT I E H A N D L E I D I N G
Afb.
1) voor het verbrandingsgasafvoer./ verbran-
Afb.
1).
3-2-10 13:26
3-2-10 13:26