2827 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
Met deze parameter kunt u uw netwerk beveiligen door de
versleutelingsmethode in te stellen die in uw WLAN-
netwerk moet worden gebruikt.
1 Tik
in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen
of
2 Kies WLAN met de toetsen
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen
bevestig met OK.
4 Kies VEILIGHEID met de toetsen
bevestig met OK.
5 Kies WEP, WPA of ZONDER en bevestig met OK.
-
Geef een wachtwoord in, als u WEP kiest:
- Bij een 64 bits veiligheidsconfiguratie moet het
wachtwoord exact 5 tekens bedragen.
- Bij een 128 bits veiligheidsconfiguratie moet
het wachtwoord exact 13 tekens bedragen.
U kan het wachtwoord ook
hexadecimaal invoeren. In dat
geval:
- Bij een 64 bits
veiligheidsconfiguratie moet het
Opmerking
wachtwoord exact 10 hexadecimale
tekens bedragen.
- Bij een 128 bits
veiligheidsconfiguratie moet het
wachtwoord exact 26 hexadecimale
tekens bedragen.
-
Als u WPA kiest, voer dan een WPA- of WPA—
wachtwoord in (min. 8 tekens tot max. 63
tekens).
Het wachtwoord kan alfanumerieke tekens
(cijfers en letters) bevatten, maar ook alle
andere symbolen die beschikbaar zijn op het
toetsenbord. Het enige ongeldige teken is "
(euro-symbool).
6 Verlaat dit menu met de toets
2828 - INSTELLINGEN / WLAN / PARAMETERS /
De naam van de machine stelt u in staat om uw terminal
te laten identificeren op het netwerk door een pc
(bijvoorbeeld met de naam "PRINT-NETWERK-1").
1 Tik
in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen
of
2 Kies WLAN met de toetsen
met OK.
3 Kies PARAMETERS met de toetsen
bevestig met OK.
4 Kies HOSTNAME met de toetsen
bevestig met OK.
5 Voer de gewenste naam (maximum 15 karakters)
in en bevestig met OK.
6 Verlaat dit menu met de toets
VEILIGHEID
en bevestig met OK.
of
en bevestig
of
of
en
.
HOSTNAME
en bevestig met OK.
of
en bevestig
of
of
en
.
Eenmaal uw verbinding is geconfigureerd, moet u het
stuurprogramma van de netwerkprinter op uw pc
installeren om documenten te kunnen afdrukken.
Zie paragraaf Software-installatie, pagina 61.
Voorbeeld van de configuratie van een ad-
hoc-netwerk
Voorbeeld van de configuratie van een niet-beveiligd ad-
hoc-netwerk met de volgende instellingen:
•
naam van het netwerk: "home"
en
•
type radio: "ad-hoc"
•
kanaal: "1"
•
IP-adres van de pc: "169.254.0.1"
•
subnetmasker van de pc: "255.255.0.0"
•
gateway van de pc: "0.0.0.0"
•
IP-adres van de multifunctionele terminal:
"169.254.0.2"
•
subnetmasker van de multifunctionele terminal:
"255.255.0.0"
•
gateway van de multifunctionele terminal: "0.0.0.0"
Configuratie van de multifunctionele
terminal
1 Steek de WLAN USB-sleutel in de USB-connector
van de multifunctionele terminal.
2 Tik
in, selecteer het menu INSTELLINGEN met
de toetsen
3 Kies WLAN met de toetsen
met OK.
4 Kies CONFIG ASS. met de toetsen
bevestig met OK.
5 Kies NIEUW NETWERK met de toetsen
bevestig met OK.
6 SSID verschijnt op het scherm, voer "home" in met
"
het numerieke toetsenbord en bevestig met OK.
€
7 Selecteer de modus MODE AD-HOC en bevestig
met OK.
8 Voer "1" in het veld KANAAL in en bevestig
met OK.
9 Selecteer ZONDER en bevestig met OK.
10 Kies IP CONF.: HANDM en bevestig met OK.
11 Voer "169.254.0.2" in het veld IP ADRES in en
bevestig met OK.
12 Voer "255.255.0.0" in het veld SUBNET MASKER
in en bevestig met OK.
13 Voer "0.0.0.0" in het veld GATEWAY in en bevestig
met OK.
14 Aan het einde van de procedure gaat u terug naar
het hoofdmenu van CONFIG ASS.
en
15 Verlaat dit menu met de toets
Eenmaal het netwerk geconfigureerd is, moet de led van
de WLAN USB-sleutel aan staan.
U moet nu de pc configureren.
- 54 -
Phaser 3100MFP/X
of
en bevestig met OK.
of
en bevestig
or
.
en
of
en