Phaser 3100MFP/X
3 Om het land in te stellen, drukt u op de knop OK.
LAND
JA= OK - NEEN= C
4 Selecteer uw land in de weergegeven lijst met de
knoppen
of
en bevestig met OK.
Indien geen enkele
keuzemogelijkheid van de
Opmerking
voorgestelde lijst voor u geschikt is,
selecteer dan de keuze "ANDERE".
5 Als u het land op "Andere" hebt gezet, is het
mogelijk dat u het openbare telefoonNETWERK
moet instellen dat u wilt gebruiken. Druk op de
knop OK om het in te stellen.
NETWERK
JA= OK - NEEN= C
Selecteer het te gebruiken telefoonnetwerk in de
weergegeven lijst met de knoppen
bevestig met OK.
Indien geen enkele
keuzemogelijkheid van de
Opmerking
voorgestelde lijst voor u geschikt is,
selecteer dan de keuze "ANDERE".
6 Om de datum en de tijd in te stellen, drukt u op de
knop OK.
DATUM/TIJD
JA= OK - NEEN= C
7 Voer de nummers van de gewenste datum en tijd
een voor een in met het numerieke toetsenbord.
Het datumformaat hangt af van het land dat u hebt
geselecteerd: Bijvoorbeeld: DDMMJJ voor
Frankrijk, MMDDJJ voor de VS.
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de toets OK om te bevestigen.
8 Om het faxnummer en de naam van het apparaat
op te geven, drukt u op de knop OK.
Die informatie zal op uw verzonden documenten
verschijnen wanneer de functie "Met kopregel"
wordt geactiveerd.
NUMMER/NAAM
JA= OK - NEEN= C
9 Voer uw faxnummer in (max. 20 cijfers) met het
numerieke toetsenbord.
Om het "+"-teken te tikken, drukt u tegelijkertijd op
de toetsen C
en Q.
TRL
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de knop OK om te bevestigen.
10 Voer de naam van uw apparaat in (max. 20 tekens)
met het numerieke toetsenbord.
Druk op de knop OK om te bevestigen.
11 Als u uw apparaat op een privénetwerk aansluit,
achter de telefooncentrale van een bedrijf, is het
mogelijk dat u een lokaal voorkiesnummer moet
opgeven. Dat voorkiesnummer zal dan worden
gebruikt om het telefoonnetwerk van het bedrijf te
verlaten.
Om deze functie in te stellen, drukt u op de
knop OK.
12 Voer de minimumgrootte in van nummers buiten
het bedrijf (1 tot 30) met het numerieke
toetsenbord.
Deze instelling wordt gebruikt om interne
telefoonnummers te onderscheiden van externe
telefoonnummers.
Bijvoorbeeld, als u het apparaat in Frankrijk
installeert, achter de telefooncentrale van uw
bedrijf, dan voert u 10 in (aangezien 10 cijfers de
standaardlengte is voor telefoonnummers in
Frankrijk).
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
of
en
Druk op de knop OKom te bevestigen.
13 Selecteer het lokale voorkiesnummer (max. 10
tekens) met het numerieke toetsenbord.
Het voorkiesnummer wordt automatisch
toegevoegd als een extern telefoonnummer wordt
opgeroepen.
Om een pauze in te lassen voor een kiestoon ("/"-
teken), drukt u tegelijkertijd op C
u de toets 0 (nul) ingedrukt op het numerieke
toetsenbord tot het "/"-teken verschijnt.
Gebruik de knop C om foutieve invoer te
corrigeren.
Druk op de knop OK om te bevestigen.
De instelling is nu volledig en de functielijst wordt
automatisch afgedrukt.
Op het lcd-scherm verschijnt het bericht A
als er geen papier in de lade zit (zie Papier laden in
OP
de hoofdlade, pagina 16). Het afdrukken zal doorgaan
van zodra er weer papier in de lade zit.
Papier in de handmatige papierinvoer
plaatsen
Belangrijk
Met de handmatige papierinvoer kan u verschillende
papierformaten gebruiken met een hoger gewicht dan
toegelaten in de papierlade (zie paragraaf
Eigenschappen, pagina 89).
Per keer mag slechts één enkel vel papier of omslag
ingebracht worden.
Belangrijk
1 Schuif de geleiders van de handmatige invoer
- 23 -
PREFIX
JA= OK - NEEN= C
TRL
Voor het invoeren van het papier, zie
paragraaf Aanbevelingen voor het
papier, pagina 16.
U kan papier gebruiken met een
gewicht tussen 52 en 160 g/m².
en M of houdt
FDRUKPAPIER