Network
Configureert de netwerkinstellingen.
⬛
Network Connection
Selecteert de netwerkverbindingsmethode.
Instellingen
Selecteer deze instelling als u het toestel wilt aansluiten op een netwerk met een
Wired
in de handel verkrijgbare netwerkkabel (p.35).
Selecteer deze optie als u het toestel wilt aansluiten op een netwerk via de
Wireless (Wi-Fi)
draadloze router (toegangspunt). Zie "Het toestel verbinden met een draadloos
netwerk" (p.47) voor meer informatie over instellingen.
Selecteer deze optie als u een mobiel apparaat direct op het toestel aan wilt
Wireless Direct
sluiten. Zie "Een mobiel apparaat direct met het toestel verbinden (Wireless
Direct)" (p.52) voor meer informatie over instellingen.
⬛
IP Address
Configureert de netwerkparameters (zoals IP-adres).
DHCP
Bepaalt of een DHCP-server wordt gebruikt.
Instellingen
Er wordt geen DHCP-server gebruikt. U moet de netwerkparameters handmatig
Off
configureren. Zie "Handmatige netwerkinstellingen" voor meer informatie.
Er wordt een DHCP-server gebruikt om de netwerkparameters (zoals IP-adres)
On
van het toestel automatisch te bepalen.
⬛
Handmatige netwerkinstellingen
1
Stel "DHCP" in op "Off".
2
Gebruik de cursortoetsen (q/w) om een parametertype te selecteren en druk op ENTER.
IP Address
Geeft een IP-adres aan.
Subnet Mask
Hierin kunt i een subnetmasker opgeven.
Default Gateway
Specificeert het IP-adres dat aan dit toestel is toegewezen.
DNS Server (P)
Geeft het IP-adres van de primaire DNS-server aan.
DNS Server (S)
Hierin kunt u het IP-adres van de secundaire DNS-server opgeven.
3
Gebruik de cursortoetsen (e/r) om de invoegpositie te verplaatsen en de cursortoetsen
(q/w) om een waarde te selecteren.
4
Druk op ENTER om de instelling te bevestigen.
5
Als u een andere netwerkparameter wilt configureren, herhaalt u stap 2 tot 4.
6
Als u de wijzigingen wilt opslaan, gebruikt u de cursortoetsen om "OK" te selecteren en drukt
u op ENTER.
7
Druk op ON SCREEN om het menu af te sluiten.
⬛
Network Standby
Bepaalt of het toestel kan worden ingeschakeld vanaf andere apparaten in het netwerk
(netwerk stand-by).
Instellingen
Off
Schakelt de netwerk stand-byfunctie uit.
Schakelt de netwerk stand-byfunctie in.
On
(Het toestel verbruikt meer stroom dan wanneer "Off" is geselecteerd.)
Schakelt de netwerk stand-byfunctie in.
Auto
(Als "Network Connection" is ingesteld op "Wired", wordt het toestel ingesteld op
de energiebesparende modus als de netwerkkabel niet is aangesloten.)
Met een geavanceerd energiebesparend ontwerp bereikt dit product een laag stroomverbruik
van niet meer dat twee Watt in de Network Standbymodus.
115
Nl