Instellingen
Over Instellingen
Gebruik deze applicatie om het apparaat te configureren, applicatie-opties in te stellen en accounts
toe te voegen.
Tik op Instellingen op het scherm Applicaties.
Wi-Fi
Schakel de Wi-Fi-functie in om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk en toegang te krijgen tot
internet of andere netwerkapparaten.
Als u opties wilt gebruiken, tikt u op
• G eavanceerd: de gebruiksinstellingen van de Wi-Fi-functie wijzigen.
• W PS-drukknop: verbinding maken met een beveiligd Wi-Fi-netwerk met een WPS-knop.
• W PS PIN invoeren: verbinding maken met een beveiligd Wi-Fi-netwerk met een WPS-pincode.
Wi-Fi-slaapstandbeleid instellen
Tik op het scherm Instellingen op Wi-Fi →
slaapstand.
Wanneer de spaarstand wordt ingeschakeld, schakelt het apparaat automatisch de Wi-Fi-
verbindingen uit. Wanneer dit gebeurt, maakt het apparaat automatisch verbinding met
gegevensnetwerken als er is ingesteld dat deze moeten worden gebruikt. Hiervoor kunnen
kosten voor gegevensoverdracht in rekening worden gebracht. Als u rekeningen voor
gegevensgebruik wilt vermijden, moet u deze optie instellen op Altijd.
Netwerkmelding instellen
Het apparaat kan actieve Wi-Fi-netwerken detecteren en een pictogram weergeven op de statusbalk
om aan te geven wanneer een netwerk beschikbaar is.
Tik op het scherm Instellingen op Wi-Fi →
deze functie in te schakelen.
.
→ Geavanceerd → Wi-Fi ingeschakeld laten in
→ Geavanceerd en schakel Netwerkmelding in om
109