2
Dubbelklik op het netwerkpictogram op de taakbalk met de tekst Draadloze netwerkverbinding.
Het dialoogvenster Draadloze netwerkverbinding wordt weergegeven.
3
Klik op de knop Geavanceerde instellingen wijzigen.
Het dialoogvenster Eigenschappen voor draadloze netwerkverbinding wordt weergegeven.
4
Selecteer het tabblad Draadloze netwerken.
5
Klik op de knop Toevoegen.
Het dialoogvenster Eigenschappen voor draadloos netwerk wordt weergegeven.
6
Voer een Netwerknaam (SSID)** in.
U kunt een alfanumerieke naam kiezen van 32-tekens.
7
Selecteer Open in de keuzelijst Netwerkverificatie.
8
Selecteer WEP in de keuzelijst Gegevenscodering.
9
Schakel het selectievakje van de optieknop De sleutel wordt mij automatisch aangeleverd uit.
Er verschijnt enige informatie.
10 Vul de netwerksleutel** in.
De netwerksleutel moet bestaan uit 5 of 13 alfanumerieke karakters of 10 of 26 hexadecimale*** karakters. U kunt hier zelf
een sleutel kiezen.
11 Vul ter bevestiging exact dezelfde Netwerksleutel opnieuw in.
12 Selecteer de optie Dit is een computer-naar-computer netwerk. Er worden geen draadloze toegangspunten gebruikt onder
aan het scherm.
13 Klik op OK.
Uw netwerknaam verschijnt in Voorkeursnetwerken.
14 Klik op Geavanceerd.
Het dialoogvenster Geavanceerd wordt weergegeven.
15 Selecteer de optieknop Allen computer-to-computer networken (tijdelijke netwerken).
n N
67
Uw VAIO computer gebruiken