Inhoudsgave Voor gebruik..................................6 Opmerking ...................................7 Documentatie ................................8 Ergonomische overwegingen.............................12 Aan de slag ..................................14 De besturingselementen en poorten ..........................15 De lampjes .................................21 Een stroombron aansluiten ............................23 De batterij gebruiken ..............................24 De computer veilig uitschakelen ..........................29 De VAIO-computer gebruiken ............................30 Het toetsenbord gebruiken............................31 Het touchpad gebruiken .............................33 De knoppen voor speciale functies gebruiken ......................34 De ingebouwde MOTION EYE-camera gebruiken.....................35...
Pagina 3
Draadloos LAN (WLAN) gebruiken ..........................62 De Bluetooth-functionaliteit gebruiken ........................69 Randapparaten gebruiken..............................76 Een dokstation aansluiten ............................77 Externe luidsprekers aansluiten ..........................86 Een externe monitor aansluiten ..........................87 Weergavemodi selecteren ............................91 De meerdere-monitorsmodus gebruiken........................93 Een externe microfoon aansluiten ..........................95 Een USB-apparaat (Universal Serial Bus) aansluiten....................96 Een printer aansluiten ..............................99 Een i.LINK-apparaat aansluiten ..........................100 Aansluiten op een netwerk (LAN) ..........................102...
Pagina 4
Uw VAIO-computer uitbreiden ............................158 Geheugen toevoegen en verwijderen ........................159 Voorzorgsmaatregelen..............................166 Met het LCD-scherm omgaan ..........................167 De stroomvoorziening gebruiken ..........................168 Met de computer omgaan ............................169 De ingebouwde MOTION EYE-camera gebruiken....................171 Met diskettes omgaan ..............................172 Met schijven omgaan ...............................173 De batterij gebruiken ..............................174 Een hoofdtelefoon gebruiken ...........................175 Met een Memory Stick omgaan ..........................176 Met de harde schijf omgaan.............................177...
Voor gebruik ® Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO -computer en welkom bij de gebruikershandleiding op het scherm. Sony heeft speerpunttechnologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd en geïntegreerd in deze uiterst geavanceerde computer.
In de handleiding zijn de handelsmerksymbolen ™ en ® weggelaten. Sony Corporation behoudt zich het recht voor op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen aan deze handleiding of de hierin opgenomen informatie. Het gebruik van de hierin beschreven software is...
Voor gebruik Documentatie In de documentatie vindt u gedrukte informatie en gebruikershandleidingen voor uw VAIO-computer om door te lezen. De handleidingen worden als PDF-bestand geleverd, zodat u ze gemakkelijk kunt weergeven en afdrukken. De portal My Club VAIO is het ideale startpunt om uw computer te verkennen: een uitgebreide verzameling met alles wat u nodig hebt om uw computer ten volle te benutten.
❑ Gids systeemherstel: bevat instructies voor het maken van een reservekopie van uw gegevens en het herstellen van uw computersysteem, en oplossingen voor andere computerstoringen. ❑ Boekjes met de volgende informatie: de bepalingen van Sony's GARANTIE, Veiligheidsvoorschriften, Modemvoorschriften, Draadloze LAN Voorschriften, Bluetooth Voorschriften, Softwarelicentie-overeenkomst voor eindgebruikers en Sony ondersteuning.
Pagina 10
Een creatieve bui? Klik op dit pictogram voor een overzicht van de software en de beschikbare upgradeopties. ❑ Wallpapers Klik op dit pictogram om de populairste Sony- en Club VAIO-wallpapers te bekijken. ❑ Links Klik op dit pictogram om de populairste Sony- en Club VAIO-websites te bekijken.
Voor gebruik Windows Help en ondersteuning Windows Help en ondersteuning is een uitgebreide bron voor praktisch advies, zelfstudies en demo's die u leren uw computer te gebruiken. Gebruik de zoekfunctie, de index of de inhoudsopgave om alle Windows Help-bronnen te bekijken, met inbegrip van de bronnen op het internet.
Voor gebruik Ergonomische overwegingen U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers: ❑ Positie van de computer: plaats de computer direct voor u (1). Houd uw onderarmen horizontaal (2), met uw polsen in een neutrale, comfortabele positie (3) als u het toetsenbord, het touchpad of de muis gebruikt.
Pagina 13
Voor gebruik ❑ Gezichtshoek t.o.v. het scherm: Gebruik de kantelfunctie van het beeldscherm om de juiste positie te bepalen. Dit is minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook de helderheid van het scherm optimaal in. ❑ Verlichting: zorg ervoor dat zonlicht of kunstlicht niet direct op het scherm valt om reflectie en schittering te vermijden. Werk met indirecte verlichting om lichtvlekken op het scherm te vermijden.
Aan de slag Aan de slag In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer. ❑ De besturingselementen en poorten (pagina 15) ❑ De lampjes (pagina 21) ❑ Een stroombron aansluiten (pagina 23) ❑ De batterij gebruiken (pagina 24) ❑...
Aan de slag De besturingselementen en poorten Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's. De illustraties in deze handleiding zijn mogelijk niet van toepassing op uw computer. Voorzijde Ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 35) Lampje voor ingebouwde MOTION EYE-camera (pagina 21) Ingebouwde microfoon (mono) LCD-scherm...
Pagina 16
Aan de slag Aan/uit-lampje (pagina 21) Batterijlampje (pagina 21) Lampje voor harde schijf (pagina 21) WLAN-lampje (draadloos Local Area Network) (pagina 21) Bluetooth-lampje (pagina 21) Knop S1 en S2 (pagina 34) Lampje voor STAMINA-modus (pagina 21) Prestatiekeuzeschakelaar (pagina 105) Lampje voor SPEED-modus (pagina 21) WIRELESS-schakelaar (pagina 62)
Pagina 17
Aan de slag Achterzijde DC IN-poort (pagina 23) Batterijconnector (pagina 24) Ventilatieopeningen Beveiligingssleuf...
Pagina 18
Aan de slag Rechterzijde Optisch station (pagina 36) Lampje voor optisch station (pagina 21) Opening voor handmatig uitwerpen (pagina 204) Uitwerpknop voor station (pagina 36) ™ ExpressCard /34 sleuf (pagina 48) Hi-Speed USB-poorten (USB 2.0) (pagina 96) Netwerkpoort (Ethernet) (pagina 102) Modempoort (pagina 61) Wordt vanaf nu ExpressCard-sleuf genoemd.
Pagina 19
Aan de slag Linkerzijde Microfoonaansluiting (pagina 95) Hoofdtelefoonconnector (pagina 86) Ventilatieopeningen i.LINK (IEEE 1394) S400-poort (pagina 100) Monitorpoort (VGA) (pagina 88) PC Card-sleuf (pagina 45) PC Card-ontgrendelingsknop (pagina 47) Lampje voor Memory Stick Duo/PRO Duo-media (pagina 21) Sleuf voor Memory Stick Duo/PRO Duo-media (pagina 53) Uw computer ondersteunt Memory Stick Duo-media en Memory Stick PRO Duo-media met hoge snelheid en hoge capaciteit.
Pagina 20
Aan de slag Onderzijde Aansluiting voor dokstation (pagina 78) Ventilatieopeningen...
Aan de slag De lampjes Uw computer is voorzien van de volgende lampjes. Lampjes Functies Aan/Uit 1 Brandt als de computer is ingeschakeld, knippert als de computer op Sleep (stand-by) is gezet en brandt niet als de computer in de Hibernate-stand (slaapstand) staat of is uitgeschakeld. Batterij e Brandt wanneer de computer werkt op batterijstroom, knippert wanneer de batterij bijna leeg is en knippert dubbel wanneer de batterij wordt opgeladen.
Pagina 22
Aan de slag Lampjes Functies Druk op de toets Scr Lk om het bladeren op het scherm te wijzigen. U kunt weer normaal bladeren als het Scroll Lock lampje Scr Lk niet meer brandt. De functies van de toets Scr Lk kunnen verschillen, afhankelijk van het gebruikte programma.
Aan de slag Een stroombron aansluiten De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij. De netadapter gebruiken ✍ Gebruik de computer alleen met de bijgeleverde netadapter. De netadapter gebruiken Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3). Steek het andere uiteinde van het netsnoer in een stopcontact (2).
Aan de slag De batterij gebruiken De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de aankoop. De batterij plaatsen De batterij plaatsen Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm. Schuif de batterijvergrendeling (1) naar de positie UNLOCK. Schuif de batterij in het batterijcompartiment totdat deze op zijn plaats klikt.
Pagina 25
Sommige oplaadbare batterijen voldoen niet aan de kwaliteits- en veiligheidsstandaarden van Sony. Om veiligheidsredenen werkt deze computer alleen met originele Sony-batterijen die voor dit model zijn ontworpen. Als u een andere batterij in de computer plaatst, wordt de batterij niet opgeladen en...
Aan de slag De batterij opladen De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de aankoop. De batterij opladen Plaats de batterij. Sluit de netadapter aan op de computer. De computer laadt de batterij automatisch op (het batterijlampje knippert telkens twee keer kort na elkaar terwijl de batterij wordt opgeladen).
Pagina 27
Aan de slag ✍ Als de batterij bijna leeg is, knippert zowel het batterij- als het stroomlampje. Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt.
Aan de slag De batterij verwijderen U kunt gegevens verliezen als u de batterij verwijdert wanneer de computer is ingeschakeld en niet op de netspanning is aangesloten, of wanneer u de batterij verwijdert als de computer op Sleep (stand-by) is gezet. De batterij verwijderen Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
Aan de slag De computer veilig uitschakelen Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt beschreven. De computer afsluiten Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit. Klik op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendeling en daarna op Afsluiten.
De VAIO-computer gebruiken De VAIO-computer gebruiken In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer. ❑ Het toetsenbord gebruiken (pagina 31) ❑ Het touchpad gebruiken (pagina 33) ❑ De knoppen voor speciale functies gebruiken (pagina 34) ❑...
De VAIO-computer gebruiken Het toetsenbord gebruiken Het toetsenbord lijkt erg veel op het toetsenbord van een bureaucomputer, maar is voorzien van extra toetsen waarmee u specifieke taken kunt uitvoeren. De VAIO-Link-website (http://www.vaio-link.com) bevat eveneens informatie over het gebruik van het toetsenbord. Combinaties en functies met de Fn-toets ✍...
Pagina 32
De VAIO-computer gebruiken Combinaties/Functie Functies Hiermee wijzigt u de schermresolutie om de schermweergave van uw computer te vergroten of Fn + (F10): in- en uitzoomen zijn standaardweergave te herstellen. ✍ De standaardresoluties van de standaardweergave en de vergrote weergave luiden als volgt: Standaardweergave: 1280 x 800 pixels Vergrote weergave: 1024 x 600 pixels De vergrote weergave is niet zo duidelijk als de standaardweergave, omdat deze wordt geïmplementeerd...
De VAIO-computer gebruiken Het touchpad gebruiken U kunt objecten op het scherm aanwijzen, selecteren en slepen, en u kunt door een lijst met items bladeren met behulp van het touchpad. Actie Beschrijving Aanwijzen Schuif één vinger over het touchpad (1) om de aanwijzer (2) op een item of object te plaatsen. Klikken Druk één keer op de linkerknop (3).
De VAIO-computer gebruiken De knoppen voor speciale functies gebruiken De computer is uitgerust met speciale knoppen, waarmee u specifieke functies van de computer kunt gebruiken. Knop met speciale functie Functies Met de knop S1 wordt standaard de VAIO Help en ondersteuning gestart en met de knop S2 verlaagt u de processorsnelheid om het geluid van de ventilator te verminderen.
De VAIO-computer gebruiken De ingebouwde MOTION EYE-camera gebruiken Uw computer is uitgerust met een ingebouwde MOTION EYE-camera. De ingebouwde MOTION EYE-camera voegt videofunctionaliteit toe aan software voor expresberichten en videobewerkingssoftware. Als u de computer inschakelt, wordt de ingebouwde MOTION EYE-camera geactiveerd. U kunt de computer dan gebruiken voor videovergaderingen met behulp van de bovenstaande softwaretoepassingen.
De VAIO-computer gebruiken Het optische station gebruiken De computer is uitgerust met een optisch station. Een schijf plaatsen Zet de computer aan. Druk op de uitwerpknop (1) om het station te openen. De lade schuift uit het station. Plaats een schijf met het label naar boven in het midden van de lade en druk voorzichtig op de schijf zodat deze vastklikt.
Pagina 37
De VAIO-computer gebruiken Sluit de lade door deze voorzichtig in het station te duwen. Verwijder de optische schijf niet als de computer in een energiebesparende modus staat (op Sleep (stand-by) of in de Hibernate-stand (slaapstand)). Als u dit doet, kan er een storing optreden. ✍...
De VAIO-computer gebruiken Optische schijven lezen en beschrijven Met de computer kunt u CD's en DVD's afspelen en opnemen, afhankelijk van het model dat u hebt gekocht. Bekijk de specificaties van het type optisch station dat in de computer is geïnstalleerd. Raadpleeg de volgende tabel om te zien welke typen media door uw optische station worden ondersteund.
Pagina 39
VAIO-computer eerst aandachtig de opmerkingen op de verpakking van de schijven lezen om te zien of u de schijven in het optische station van de computer kunt gebruiken voor afspelen en opnemen. Sony geeft GEEN garanties voor de compatibiliteit van VAIO CD-ROM-stations met schijven die niet voldoen aan de officiële 'CD'-indelingsstandaard (of 'DVD'-standaard voor DVD-stations).
Pagina 40
De VAIO-computer gebruiken Wanneer u Blu-ray-schijven met beveiliging van het auteursrecht doorlopend wilt afspelen, moet u de AACS-code bijwerken. Voor het bijwerken van de AACS-code is internettoegang vereist. Net als bij andere optische media-apparaten kan door bepaalde omstandigheden de compatibiliteit worden beperkt of het afspelen van een Blu-ray- schijf worden voorkomen.
De VAIO-computer gebruiken Opmerkingen over het schrijven van gegevens op een schijf ❑ Gebruik alleen Sony Value-added software bij het schrijven naar CD/DVD-media (bijvoorbeeld Click to DVD). Andere softwareprogramma's zijn mogelijk niet volledig compatibel, waardoor fouten kunnen optreden. ❑ Om ervoor te zorgen dat het optische station de gegevens op een schijf kan lezen, moet u de sessie sluiten voordat u de schijf uitwerpt.
De VAIO-computer gebruiken Opmerkingen over het afspelen van DVD's Voor optimale prestaties bij het afspelen van DVD's volgt u de volgende aanbevelingen. ❑ Sluit alle geopende toepassingen vóór u een DVD-film afspeelt. ❑ Sommige CD-spelers en optische stations van de computer kunnen geen audio-CD's afspelen die met de CD-R- of CD-RW-schijfmedia zijn gemaakt.
De VAIO-computer gebruiken CD's afspelen Een audio-CD afspelen Plaats een schijf in het optische station. Als er niets op het bureaublad verschijnt, klikt u op Start, gaat u naar Alle programma's en klikt u op de gewenste CD-software om de CD af te spelen. Als het venster Audio-CD verschijnt, klikt u op een optie om deze te selecteren.
De VAIO-computer gebruiken DVD's afspelen Een DVD afspelen Sluit alle actieve softwaretoepassingen. Plaats een DVD in het optische station. Als er niets op het bureaublad verschijnt, klikt u op Start, gaat u naar Alle programma's en klikt u op de gewenste DVD-software om de DVD af te spelen.
De VAIO-computer gebruiken PC Cards gebruiken PC Cards bieden u de mogelijkheid om draagbare externe apparaten aan te sluiten op de computer. Een PC Card plaatsen Het is mogelijk dat bepaalde PC Cards of de functies ervan niet compatibel zijn met uw computer. U hoeft de computer niet uit te schakelen voordat u een PC Card plaatst of verwijdert.
Pagina 46
De VAIO-computer gebruiken Wanneer u geen PC Card gebruikt, plaatst u de PC Card-sleufbeveiliging om de sleuf te beschermen tegen stof en vuil. Plaats de PC Card- sleufbeveiliging in de sleuf voordat u de computer verplaatst. ✍ Mogelijk werken sommige apparaten niet naar behoren als u teruggaat naar de normale modus vanuit Sleep (stand-by) of de Hibernate-stand (slaapstand).
De VAIO-computer gebruiken Een PC Card verwijderen Volg de onderstaande stappen om de PC Card te verwijderen terwijl de computer aan staat. Als u de module niet juist verwijdert, werkt het systeem mogelijk niet meer naar behoren. Een PC Card verwijderen ✍...
De VAIO-computer gebruiken ExpressCard-module gebruiken ™ Uw computer is uitgerust met een Universal ExpressCard of een ExpressCard /34-sleuf voor de overdracht van gegevens tussen digitale camera's, camcorders, muziekspelers en andere audio- en videoapparaten. De eerste is bedoeld voor een ™ ™...
De VAIO-computer gebruiken Een ExpressCard-module plaatsen Uw computer wordt geleverd met een sleufbeveiliging in de ExpressCard-sleuf. Verwijder deze sleufbeveiliging voordat u de sleuf voor het eerst gebruikt. Wees voorzichtig bij het plaatsen en verwijderen van de ExpressCard-module. Forceer de module nooit in of uit de sleuf. ✍...
Pagina 50
De VAIO-computer gebruiken Wanneer u geen ExpressCard-module gebruikt, plaatst u de ExpressCard-sleufbeveiliging om de sleuf te beschermen tegen stof en vuil. Plaats de ExpressCard-sleufbeveiliging in de sleuf voordat u de computer verplaatst. ✍ Als de module of adapter niet gemakkelijk in de sleuf kan worden geplaatst, verwijdert u de module voorzichtig en controleert u of de module in de juiste richting is geplaatst.
De VAIO-computer gebruiken Een ExpressCard-module verwijderen Volg de onderstaande stappen om de ExpressCard-module te verwijderen terwijl de computer aan staat. Als u de module niet juist verwijdert, werkt het systeem mogelijk niet meer naar behoren. Een ExpressCard-module verwijderen ✍ Als u een ExpressCard-module wilt verwijderen terwijl de computer is uitgeschakeld, slaat u stap 1 tot en met 7 over. Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk.
Ga voor meer informatie over de Memory Stick-media naar de Memory Stick-website op http://www.memorystick.com/en/. Uw computer is getest en compatibel bevonden met de Memory Sticks van Sony met een capaciteit van maximaal 4 GB die met ingang van september 2006 beschikbaar zijn. Niet voor alle Memory Sticks die aan dezelfde voorwaarden voldoen als de compatibele media, kan evenwel de compatibiliteit worden gegarandeerd.
De VAIO-computer gebruiken Een Memory Stick plaatsen Er zijn twee manieren om een Memory Stick in de computer te plaatsen. ❑ Via de Memory Stick Duo/PRO Duo-sleuf In de Memory Stick-sleuf kunt u een Memory Stick van klein formaat plaatsen: Memory Stick Duo of Memory Stick PRO Duo.
De VAIO-computer gebruiken Als u de Memory Stick in de sleuf steekt, moet u erop letten dat de pijl in de juiste richting wijst. Forceer de Memory Stick nooit in de sleuf om beschadiging van de computer of Memory Stick te vermijden. Plaats niet meer dan één Memory Stick in de Memory Stick-sleuf.
De VAIO-computer gebruiken Een Memory Stick formatteren De Memory Stick is met de standaard fabrieksinstelling geformatteerd en is gereed voor gebruik. Als u de Memory Stick met uw computer opnieuw wilt formatteren, voert u de volgende stappen uit. Gebruik een apparaat dat geschikt is voor het formatteren van media en Memory Sticks ondersteunt om de Memory Stick te formatteren. Als u een Memory Stick formatteert, worden alle gegevens op de Stick verwijderd.
Pagina 56
De VAIO-computer gebruiken Klik op OK wanneer u om bevestiging wordt gevraagd. Het formatteringsproces begint. Het hangt van de media af hoe lang het duurt om de Memory Stick te formatteren. Als u klaar bent, klikt u op OK. Klik op Sluiten.
De VAIO-computer gebruiken Een Memory Stick verwijderen Een Memory Stick uit de Memory Stick Duo/PRO Duo-sleuf verwijderen Controleer of het lampje van de Memory Stick Duo/PRO Duo-media uit is. Duw de Memory Stick in de sleuf. De Memory Stick wordt uitgeworpen. Trek de Memory Stick uit de sleuf.
SD-geheugenkaarten met een capaciteit van meer dan 2 GB, zoals de SDHC-geheugenkaarten (SD High Capacity), worden niet ondersteund. Het wordt aanbevolen alleen Memory Stick PRO-media van het merk Sony met de adapter te gebruiken. Uw computer is alleen getest en compatibel bevonden met geheugenkaarten van de belangrijkste fabrikanten die vanaf september 2006 verkrijgbaar zijn.
De VAIO-computer gebruiken Een geheugenkaart plaatsen Een geheugenkaart in de geheugenkaartadapter plaatsen Plaats een van de geheugenkaarten (2) in de geheugenkaartadapter (1). Zorg dat u de geheugenkaart in de juiste richting in de adapter plaatst. Zo voorkomt u dat de geheugenkaartadapter beschadigd raakt. Raadpleeg Een ExpressCard-module plaatsen (pagina 49) om de geheugenkaartadapter in de ExpressCard-sleuf te...
De VAIO-computer gebruiken Een geheugenkaart verwijderen Een geheugenkaart uit de geheugenkaartadapter verwijderen Zie Een ExpressCard-module verwijderen (pagina 51) om de geheugenkaartadapter uit de ExpressCard-sleuf te verwijderen. Pak het uitstekende gedeelte van de geheugenkaart stevig vast en trek de kaart voorzichtig uit de geheugenkaartadapter.
De VAIO-computer gebruiken Het internet gebruiken Een inbelverbinding instellen Voordat u verbinding kunt krijgen met het internet moet u de computer verbinden met een telefoonlijn via een telefoonkabel (niet meegeleverd). Als u eenmaal de telefoonkabel hebt aangesloten, kunt u verbinding maken met het internet. Een telefoonkabel aansluiten Steek het ene uiteinde van de telefoonkabel (1) in de modempoort van de computer.
Draadloos LAN (WLAN) gebruiken Dankzij de functie voor draadloos LAN (WLAN of Wireless LAN) van Sony kunnen al uw digitale apparaten met ingebouwde WLAN-functionaliteit vrij met elkaar communiceren via een netwerk. Een WLAN is een netwerk waarin een gebruiker een verbinding kan maken met een lokaal netwerk (LAN) via een draadloze (radio)verbinding.
Pagina 63
De VAIO-computer gebruiken ✍ In sommige landen is het gebruik van WLAN-producten onderworpen aan lokale regelgeving (bijvoorbeeld een beperkt aantal kanalen). Lees daarom de Regulations Guide grondig door alvorens u de WLAN-functie inschakelt. WLAN maakt gebruik van de standaard IEEE 802.11a /b/g, die de specificaties voor de gebruikte technologie bevat.
Pagina 64
De VAIO-computer gebruiken De 2,4 GHz-bandbreedte die wordt gebruikt door apparaten die compatibel zijn met Wireless LAN, wordt ook gebruikt door diverse andere soorten apparaten. Ondanks dat apparaten die compatibel zijn met Wireless LAN gebruikmaken van technieken om storing van andere apparaten die dezelfde bandbreedte gebruiken te minimaliseren, kan dergelijke storing leiden tot een lagere communicatiesnelheid, een kleiner communicatiebereik of een onderbroken draadloze verbinding.
De VAIO-computer gebruiken Communiceren zonder een toegangspunt (ad hoc) Een ad hoc-netwerk is een netwerk waarin een lokaal netwerk enkel door de draadloze apparaten zelf tot stand wordt gebracht, zonder een andere centrale controller of een ander toegangspunt. Elk apparaat communiceert rechtstreeks met andere apparaten in het netwerk.
Pagina 66
De VAIO-computer gebruiken Communiceren zonder een toegangspunt (ad hoc) Schakel de schakelaar WIRELESS of WIRELESS LAN in. Het lampje voor Wireless LAN gaat branden. Op modellen die de Bluetooth-functionaliteit en/of de standaard IEEE 802.11a/b/g ondersteunen , dubbelklikt u op ) op de taakbalk om het venster Schakelaar draadloze apparaten (Wireless Device Switch) weer te geven. Selecteer de gewenste optie(s) voor draadloze communicatie en klik op OK.
Pagina 67
Een infrastructuurnetwerk is een netwerk dat een bestaand bedraad lokaal netwerk uitbreidt naar draadloze apparaten door middel van een toegangspunt (bijvoorbeeld Sony Access Point) (niet meegeleverd). Het toegangspunt slaat een brug tussen het draadloze en bedrade LAN en fungeert als centrale controller voor het draadloze lokale netwerk. Het toegangspunt coördineert de transmissie en ontvangst van meerdere draadloze apparaten binnen een specifiek bereik.
De VAIO-computer gebruiken Verbinding maken met een draadloos netwerk Controleer of een toegangspunt is ingesteld. Raadpleeg de handleiding van uw toegangspunt voor meer informatie. Schakel de schakelaar WIRELESS of WIRELESS LAN in. Het lampje voor Wireless LAN gaat branden. Op modellen die de Bluetooth-functionaliteit en/of de standaard IEEE 802.11a/b/g ondersteunen , dubbelklikt u op ) op de taakbalk om het venster Schakelaar draadloze apparaten (Wireless Device Switch) weer te geven.
De VAIO-computer gebruiken De Bluetooth-functionaliteit gebruiken U kunt draadloze communicatie tot stand brengen tussen uw computer en andere Bluetooth-apparaten, zoals andere computers of mobiele telefoons. U kunt zonder kabels informatie tussen deze apparaten uitwisselen tot op een afstand van 10 meter in een open ruimte. Verbinding maken met een Bluetooth-apparaat Schakel de schakelaar WIRELESS in.
De VAIO-computer gebruiken Opmerkingen over het gebruik van de Bluetooth-functie ❑ De gegevensoverdrachtsnelheid varieert, afhankelijk van de volgende omstandigheden: ❑ Obstakels, zoals muren, die zich tussen apparaten bevinden ❑ De afstand tussen de apparaten ❑ Het in de muren gebruikte materiaal ❑...
De VAIO-computer gebruiken ❑ De 2,4 GHz-band, waar Bluetooth-apparaten of draadloze LAN-apparaten mee werken, wordt door verschillende apparaten gebruikt. Bluetooth-apparaten maken gebruik van een technologie die de interferentie van andere apparaten die dezelfde golflengte gebruiken, minimaliseert. Gelijktijdig gebruik van de Bluetooth-functionaliteit en draadloze communicatieapparaten kan echter leiden tot radiostoring.
De VAIO-computer gebruiken Communiceren met een ander Bluetooth-apparaat U kunt een draadloze verbinding tot stand brengen tussen de computer en een Bluetooth-apparaat, bijvoorbeeld een andere computer, een mobiele telefoon, PDA, hoofdtelefoon, muis of digitale camera.
De VAIO-computer gebruiken Communiceren met een ander Bluetooth-apparaat Voor de communicatie met een ander Bluetooth-apparaat moet u eerst de Bluetooth-functies instellen. Zie de Help in de Bluetooth-software voor het instellen en gebruiken van de Bluetooth-functies. De Help openen. De Help openen Klik met de rechtermuisknop op het Bluetooth-pictogram op de taakbalk en selecteer Help in het menu.
De VAIO-computer gebruiken De Bluetooth-headset gebruiken De Bluetooth-headset (niet meegeleverd) komt goed van pas bij videovergaderingen via het internet met software voor expresberichten. Voor meer informatie over het gebruik van de Bluetooth-headset raadpleegt u de handleiding die bij de headset is geleverd. De headset verbinden met een computer Houd de aan/uit-knop ten minste vijf seconden ingedrukt om de Bluetooth-headset in te schakelen.
De VAIO-computer gebruiken De verbinding tussen de headset en de computer verbreken Klik met de rechtermuisknop op het Bluetooth-pictogram op de taakbalk en selecteer Bluetooth-instellingen (Bluetooth Settings) in het menu. Het venster Bluetooth-instellingen (Bluetooth Settings) verschijnt. Klik met de rechtermuisknop op het hoofdtelefoonpictogram en selecteer Verbinding verbreken (Disconnect) in het menu.
Randapparaten gebruiken Randapparaten gebruiken U kunt de functies van de VAIO-computer uitbreiden met behulp van de verschillende poorten op de computer. ❑ Een dokstation aansluiten (pagina 77) ❑ Externe luidsprekers aansluiten (pagina 86) ❑ Een externe monitor aansluiten (pagina 87) ❑...
Randapparaten gebruiken Een dokstation aansluiten Door een dokstation aan te sluiten, kunt u extra randapparaten op de computer aansluiten, zoals een printer en een extern beeldscherm. Er wordt geen dokstation geleverd bij de computer. Het dokstation is beschikbaar als optioneel accessoire. De poorten op het dokstation Achterzijde DC IN-lampje...
Randapparaten gebruiken Uw computer aansluiten op het dokstation Als in de computer geen batterij is geplaatst, mag u de computer niet aansluiten op het dokstation. Uw computer aansluiten op het dokstation Schakel de computer uit voordat u deze aansluit op het dokstation om verlies van niet-opgeslagen gegevens te voorkomen. Ontkoppel alle randapparaten van de computer.
Pagina 79
Randapparaten gebruiken Open het kapje van de aansluiting voor het dokstation aan de onderzijde van de computer.
Pagina 80
Randapparaten gebruiken Leg de linkerzijde van de computer en de onderste hoeken aan de achterkant van de computer gelijk met de geleiders op het dokstation.
Pagina 81
Randapparaten gebruiken Druk de computer voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt. Zet de computer aan. Gebruik de netadapter die is meegeleverd met uw computer. Verplaats de computer niet wanneer deze op het dokstation is aangesloten. Het dokstation kan dan namelijk losraken, waardoor beide apparaten beschadigingen kunnen oplopen.
Randapparaten gebruiken Uw computer verwijderen uit het dokstation Schakel de computer uit voordat u deze loskoppelt van het dokstation om verlies van niet-opgeslagen gegevens te voorkomen. Als u de computer verwijdert, mogen er geen apparaten in gebruik zijn die zijn gekoppeld aan het dokstation. Verwijder de computer niet uit het dokstation als het lampje IN USE brandt.
Pagina 83
Randapparaten gebruiken Uw computer verwijderen uit het dokstation Druk op de knop UNDOCK (1) en wacht tot het lampje IN USE (2) uitgaat. ✍ Als het lampje IN USE niet brandt, hoeft u niet op de knop UNDOCK te drukken. Als u op de knop UNDOCK drukt terwijl de computer in een energiebesparende modus staat, keert de computer eerst terug naar de normale modus en wordt vervolgens de verwijderingsprocedure gestart.
Pagina 84
Randapparaten gebruiken Til de computer uit het dokstation. Sluit het kapje van de aansluiting voor het dokstation aan de onderzijde van de computer.
Pagina 85
Randapparaten gebruiken U kunt de computer ook op de volgende manier verwijderen uit het dokstation: Klik op Start en selecteer Laptop loskoppelen. Controleer of een tekstballon wordt weergegeven en of het IN USE-lampje uitgaat, en til vervolgens de computer uit het dokstation.
Randapparaten gebruiken Externe luidsprekers aansluiten Als u een betere geluidskwaliteit wenst, kunt u externe luidsprekers aansluiten. Externe luidsprekers aansluiten Sluit de luidsprekerkabel (1) aan op de hoofdtelefoonconnector (2) i. Sluit het andere uiteinde van de luidsprekerkabel aan op de externe luidspreker (3). Verlaag het volume vóór u de luidsprekers inschakelt.
Randapparaten gebruiken Een externe monitor aansluiten U kunt een externe monitor (niet meegeleverd) aansluiten op de computer. U kunt de computer bijvoorbeeld gebruiken met een computermonitor of een projector. ✍ Sluit het netsnoer pas aan nadat u alle andere kabels hebt aangesloten. Een aangesloten externe monitor wordt gebruikt als tweede scherm.
Pagina 88
Randapparaten gebruiken Een monitor aansluiten U kunt een monitor rechtstreeks of via het optionele dokstation op de computer aansluiten. Een monitor aansluiten Indien nodig steekt u het ene uiteinde van het netsnoer (1) van de monitor in de monitor en het andere uiteinde in een stopcontact.
Randapparaten gebruiken Een multimediamonitor aansluiten U kunt een multimediamonitor met ingebouwde luidsprekers en een microfoon rechtstreeks of via het optionele dokstation op de computer aansluiten. Een multimediamonitor aansluiten Steek het netsnoer van de multimediamonitor (1) in een stopcontact. Sluit de monitorkabel (2) (niet meegeleverd) aan op de monitorpoort (VGA) (3) a van de computer of het dokstation. Sluit de luidsprekerkabel (4) aan op de hoofdtelefoonconnector (5) i van de computer.
Randapparaten gebruiken Een projector aansluiten U kunt een projector (zoals de Sony LCD-projector) rechtstreeks of via het optionele dokstation op de computer aansluiten. Een projector aansluiten Steek het netsnoer (1) van de projector in een stopcontact. Sluit een RGB-signaalkabel (2) (niet meegeleverd) aan op de monitorpoort (VGA) (3) a van de computer of het dokstation.
Randapparaten gebruiken Weergavemodi selecteren U kunt selecteren welk scherm u als primair scherm wilt gebruiken als u een externe monitor (bureaubladmonitor, enzovoort) op de computer hebt aangesloten. Als u het computerscherm en de externe monitor tegelijkertijd wilt gebruiken, raadpleegt u De meerdere-monitorsmodus gebruiken (pagina 93) voor meer informatie.
Randapparaten gebruiken Een scherm selecteren Als u de Intel Graphics Media Accelerator gebruikt (STAMINA-modus) Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Aanpassen in het snelmenu. Klik op Beeldscherminstellingen. Het venster Beeldscherminstellingen verschijnt. Volg de instructies op het scherm om de instellingen te wijzigen. ✍...
Randapparaten gebruiken De meerdere-monitorsmodus gebruiken Dankzij de meerdere-monitorsmodus kunt u specifieke delen van het bureaublad weergeven op verschillende monitoren. Als u bijvoorbeeld een extern beeldscherm op de monitorpoort (VGA) hebt aangesloten, kunnen uw computerscherm en het externe beeldscherm als één bureaubladmonitor fungeren. U kunt de cursor van het ene naar het andere scherm verplaatsen.
Randapparaten gebruiken De meerdere-monitorsmodus selecteren Als u de Intel Graphics Media Accelerator gebruikt (STAMINA-modus) Klik met de rechtermuisknop op het bureaublad en selecteer Aanpassen in het snelmenu. Klik op Beeldscherminstellingen. Het venster Beeldscherminstellingen verschijnt. Volg de instructies op het scherm om de instellingen te wijzigen. Als u de NVIDIA-videocontroller gebruikt (SPEED-modus) Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
Randapparaten gebruiken Een externe microfoon aansluiten Als u een geluidsinvoerapparaat nodig hebt (bijvoorbeeld om te chatten op het internet), moet u een externe microfoon (niet meegeleverd) aansluiten. Een externe microfoon aansluiten Steek de microfoonkabel (1) in de microfoonconnector (2) m. ✍...
Randapparaten gebruiken Een USB-apparaat (Universal Serial Bus) aansluiten Om te voorkomen dat de computer en/of het USB-apparaat beschadigd worden, let u op de volgende punten: ❑ Als u de computer verplaatst terwijl er USB-apparaten zijn aangesloten, let u erop dat de USB-poorten niet worden blootgesteld aan schokken of grote druk.
Randapparaten gebruiken Een USB-diskettestation aansluiten U kunt een USB-diskettestation kopen en aansluiten op de computer. Een USB-diskettestation aansluiten Kies de USB-poort (1) die u wilt gebruiken. Steek de kabel van het USB-diskettestation (2) in de USB-poort. Uw USB-diskettestation (3) is nu klaar voor gebruik. Als u een USB-diskettestation gebruikt, moet u erop letten dat de USB-poort niet wordt blootgesteld aan grote krachten.
Randapparaten gebruiken Een USB-diskettestation loskoppelen U kunt een USB-diskettestation loskoppelen terwijl de computer is in- of uitgeschakeld. Als u het station loskoppelt terwijl de computer zich in een stroombesparende modus (Sleep (stand-by) of Hibernate-stand (slaapstand)) bevindt, kan er een storing optreden. Als de computer is uitgeschakeld, kunt u de USB-kabel direct uit de computer verwijderen.
Randapparaten gebruiken Een printer aansluiten U kunt een Windows-compatibele printer aansluiten op de computer om bestanden af te drukken. Een printer op een USB-poort aansluiten U kunt een USB-printer die compatibel is met uw versie van Windows aansluiten op de computer. Een printer aansluiten op de USB-poort Sluit het netsnoer (1) van de printer aan op een stopcontact.
Randapparaten gebruiken Een i.LINK-apparaat aansluiten Opmerkingen bij het aansluiten van i.LINK-apparaten ❑ Uw computer is voorzien van een i.LINK-poort, waarmee u een i.LINK-apparaat, bijvoorbeeld een digitale camcorder, kunt aansluiten of twee VAIO computers op elkaar kunt aansluiten om bestanden te kopiëren, te verwijderen of te bewerken.
Bij digitale videocamera's van Sony zijn de poorten met de aanduiding DV Out, DV In/Out of i.LINK i.LINK-compatibel. De digitale camcorder van Sony die hier wordt weergegeven, is maar een voorbeeld. Mogelijk moet uw digitale camcorder anders worden aangesloten. U kunt niet werken met afbeeldingen die op een Memory Stick worden bewaard wanneer u een i.LINK-verbinding gebruikt.
Randapparaten gebruiken Aansluiten op een netwerk (LAN) U kunt de computer aansluiten op netwerken van het type 1000BASE-T*/100BASE-TX/10BASE-T via een Ethernet- netwerkkabel. Sluit het ene uiteinde van een netwerkkabel (niet meegeleverd) aan op de netwerkpoort (Ethernet) van de computer of op het optionele dokstation en het andere uiteinde op het netwerk. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor de gedetailleerde instellingen en de apparaten die nodig zijn voor de aansluiting op het netwerk.
Pagina 103
Randapparaten gebruiken Telefoonlijnen kunnen niet worden aangesloten op de netwerkaansluiting (LAN) van uw computer. Als de netwerkaansluiting (LAN) is aangesloten op de hieronder genoemde telefoonlijnen, kan door hoge elektrische stroom naar de aansluiting schade, oververhitting of brand worden veroorzaakt. - Telefoonlijnen voor thuisgebruik (intercom-luidsprekertelefoon) of zakelijk gebruik (bedrijfstelefoon met meerdere lijnen) - De lijnen van het openbare telefoonnet - PBX (private branch exchange) Sluit geen telefoonkabel aan op de netwerkpoort.
Uw VAIO-computer aanpassen In dit deel wordt kort beschreven hoe u de standaardinstellingen van uw VAIO-computer kunt aanpassen. U leert onder andere hoe u uw Sony-software en -hulpprogramma's kunt gebruiken en het uiterlijk ervan kunt aanpassen, enzovoort. ❑ Prestatiemodi selecteren (pagina 105) ❑...
Uw VAIO-computer aanpassen Prestatiemodi selecteren De computer is uitgerust met een prestatiekeuzeschakelaar (1) zodat u de modus met de beste prestaties of het minste energieverbruik kunt kiezen. Als u de prestatiemodus hebt gewijzigd met de prestatiekeuzeschakelaar, moet u de computer opnieuw starten om in de geselecteerde modus te werken. Er verschijnt een venster dat u vraagt de computer opnieuw te starten.
Uw VAIO-computer aanpassen Het wachtwoord instellen Naast het Windows-wachtwoord kunt u een van de BIOS-functies gebruiken om de computer te beveiligen door een opstartwachtwoord in te stellen. Zodra u het opstartwachtwoord hebt ingesteld, moet u dit invoeren nadat het VAIO-logo is weergegeven bij het opstarten van de computer.
Uw VAIO-computer aanpassen Het opstartwachtwoord toevoegen (wachtwoord voor de computer) Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen Het opstartwachtwoord toevoegen (gebruikerswachtwoord) Zorg dat u het wachtwoord voor de computer eerder instelt dan het gebruikerswachtwoord. Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Pagina 109
Uw VAIO-computer aanpassen Het opstartwachtwoord wijzigen/verwijderen Het opstartwachtwoord wijzigen of verwijderen (wachtwoord voor de computer) Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Pagina 110
Uw VAIO-computer aanpassen Het opstartwachtwoord wijzigen of verwijderen (gebruikerswachtwoord) Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen Het Windows-wachtwoord toevoegen U kunt het Windows-wachtwoord gebruiken als u één computer wilt delen met andere gebruikers. Met het Windows- wachtwoord kunt u voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw gebruikersaccount. U wordt gevraagd het Windows-wachtwoord in te voeren wanneer u uw gebruikersaccount selecteert. Zorg dat u het wachtwoord niet vergeet.
Uw VAIO-computer aanpassen Het Windows-wachtwoord wijzigen/verwijderen Het Windows-wachtwoord wijzigen Klik op Start en selecteer Configuratiescherm. Klik op het pictogram User Accounts and Family Safety (Gebruikersaccounts en gezinsveiligheid). Klik op het pictogram Gebruikersaccounts. Klik op Mijn wachtwoord wijzigen. Voer in het veld Huidig wachtwoord het huidige wachtwoord in. Voer in de velden Nieuw wachtwoord en Nieuw wachtwoord bevestigen een nieuw wachtwoord in.
Uw VAIO-computer aanpassen Vingerafdrukverificatie gebruiken Voor extra gebruiksgemak is de computer mogelijk uitgerust met een vingerafdruksensor. Een kleine horizontale balk tussen de linker- en rechterknop van het touchpad is de sensor van de vingerafdruklezer. Deze wordt in het vervolg vingerafdruksensor genoemd. Raadpleeg de on line Specificaties om na te gaan of uw model is uitgerust met de vingerafdruksensor.
❑ Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens op de harde schijf, met name van de gegevens in de gecodeerde archieven die gemaakt zijn met de functie File Safe (Bestandskluis), voordat u de computer opstuurt voor reparatie. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enig verlies van of enige wijziging aan uw gegevens tijdens de reparatie.
Pagina 115
Uw VAIO-computer aanpassen ❑ Houd rekening met het volgende als u met een vinger over de vingerafdruksensor veegt: ❑ Plaats het topje van de vinger in het midden van de vingerafdruksensor. ❑ Scan de vingerafdruk van het bovenste gewricht van de vinger tot aan het topje. ❑...
Uw VAIO-computer aanpassen Een vingerafdruk registreren Als u de functie voor vingerafdrukverificatie wilt gebruiken, moet u uw vingerafdruk(ken) registreren in de computer. ✍ Stel het Windows-wachtwoord op de computer in voordat u de vingerafdruk(ken) registreert. Raadpleeg Het Windows-wachtwoord toevoegen (pagina 111) voor uitgebreide instructies.
Pagina 117
Uw VAIO-computer aanpassen Klik op Volgende. Het venster Wachtwoord (Password) verschijnt. ✍ Als het Windows-wachtwoord niet is ingesteld op de computer, wordt om wachtwoordregistratie gevraagd. 1 Klik op Ja in het berichtvenster. 2 Voer uw wachtwoord tweemaal in en klik op OK. Voer het Windows-wachtwoord in en klik op Volgende.
Pagina 118
Uw VAIO-computer aanpassen 10 Veeg viermaal met uw vinger over de vingerafdruksensor om een veegtest uit te voeren en klik daarna op Volgende. Het venster Registratie (Enrollment) wordt weergegeven. ✍ Raadpleeg Een vingerafdruk scannen (pagina 120) voor meer informatie over de scanprocedure. Gebruik steeds dezelfde vinger voor de veegtest.
Uw VAIO-computer aanpassen 11 Klik op een knop boven de vinger waarvan u de vingerafdruk wilt registreren. 12 Veeg driemaal met de vinger over de vingerafdruksensor. 13 Klik op Voltooien. 14 Klik op Close (Sluiten). ✍ Als u nog andere vingerafdrukken wilt registreren, herhaalt u stap 11 en 12 hierboven. Het is raadzaam om meer dan twee vingerafdrukken te registreren.
Uw VAIO-computer aanpassen Een vingerafdruk scannen Plaats het bovenste gewricht van de vinger op de vingerafdruksensor (1). Veeg loodrecht met de vinger over de vingerafdruksensor.
Pagina 121
Uw VAIO-computer aanpassen Plaats het topje van de vinger in het midden van de vingerafdruksensor. Scan de vingerafdruk van het bovenste gewricht van de vinger tot aan het topje. Zorg er tijdens het vegen voor dat de vinger in contact blijft met de vingerafdruksensor. Het registreren van vingerafdrukken kan mislukken als u te snel of te langzaam veegt met de vinger.
Uw VAIO-computer aanpassen Aanmelden bij het systeem Als u de functie voor vingerafdrukverificatie wilt gebruiken in plaats van het invoeren van een wachtwoord om u aan te melden bij het systeem, moet u het wachtwoord voor inschakelen en Windows instellen en de computer configureren voor vingerafdrukverificatie.
Uw VAIO-computer aanpassen De functie Power-on Security (Opstartbeveiliging) inschakelen Als uw vingerafdrukken zijn geregistreerd voor het opstartwachtwoord, kunt u vingerafdrukverificatie gebruiken in plaats van een wachtwoord in te voeren wanneer u de computer opstart. Klik op Start, ga naar Alle programma's, klik op Protector Suite QL en vervolgens op Controlecentrum (Control Center). Het venster Controlecentrum voor vingerafdrukken (Fingerprint Control Center) verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen Aanmelden bij het systeem met de functie Power-on Security (Opstartbeveiliging) Zet de computer aan. Het verificatievenster wordt weergegeven na het VAIO-logo. Veeg met de vinger met de geregistreerde vingerafdruk over de vingerafdruksensor. Windows wordt opgestart. ✍ U kunt ook op Esc drukken en het wachtwoord invoeren met het toetsenbord. Er kunnen maximaal 21 vingerafdrukken worden geregistreerd voor het aanmelden bij het systeem met de functie Power-on Security (Opstartbeveiliging).
Uw VAIO-computer aanpassen De Wachtwoorddatabank (Password Bank) gebruiken Nadat u uw gebruikersgegevens (gebruikersaccounts, wachtwoorden, enz.) voor websites hebt geregistreerd in de Wachtwoorddatabank (Password Bank), kunt u vingerafdrukverificatie gebruiken voor het invoeren van benodigde gegevens en het verkrijgen van toegang tot websites die met een wachtwoord zijn beveiligd. Een vermelding toevoegen aan de Wachtwoorddatabank (Password Bank) Als u toegang wilt krijgen tot een website die met een wachtwoord is beveiligd via de functie voor vingerafdrukverificatie, moet u een vermelding voor de website toevoegen aan de Wachtwoorddatabank (password bank).
Uw VAIO-computer aanpassen Een vermelding in de Wachtwoorddatabank (Password Bank) gebruiken om toegang te krijgen tot een website Nadat u een vermelding hebt toegevoegd aan de Wachtwoorddatabank (Password Bank), kunt u deze gebruiken om toegang te krijgen tot de overeenkomstige website die is beveiligd met een wachtwoord. Toegang krijgen tot een website die is beveiligd met een wachtwoord Ga naar de gewenste website die met een wachtwoord is beveiligd om het invoervenster voor de gebruikersaccount en het wachtwoord weer te geven.
Uw VAIO-computer aanpassen Vermeldingen in de Wachtwoorddatabank (Password Bank) importeren/exporteren U kunt vermeldingen exporteren uit of importeren in de Wachtwoorddatabank (Password Bank) voor back-up- of hersteldoeleinden. Een vermelding exporteren Klik op Start, ga naar Alle programma's, klik op Protector Suite QL en vervolgens op Controlecentrum (Control Center). Het venster Controlecentrum voor vingerafdrukken (Fingerprint Control Center) verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen Een vermelding importeren Klik op Start, ga naar Alle programma's, klik op Protector Suite QL en vervolgens op Controlecentrum (Control Center). Het venster Controlecentrum voor vingerafdrukken (Fingerprint Control Center) verschijnt. Klik op Instellingen (Settings) en vervolgens op Instellingen biometrische toepassing (User Settings). Veeg met de vinger met de geregistreerde vingerafdruk over de vingerafdruksensor.
Uw VAIO-computer aanpassen De functie File Safe (Bestandskluis) gebruiken Met de functie File Safe (Bestandskluis) kunt u een gecodeerd archief maken om een bestand of map op te nemen om te beveiligen tegen onbevoegde toegang. Het gecodeerde archief kan worden gedecodeerd of ontgrendeld om een bestand of map te openen door met uw vinger over de vingerafdruksensor te vegen of door het back-upwachtwoord in te voeren die u voor codering hebt opgegeven.
Uw VAIO-computer aanpassen Het gecodeerde archief ontgrendelen Klik met de rechtermuisknop op het gewenste archief en selecteer Ontgrendelen (Unlock) in het menu. Veeg met de vinger met de geregistreerde vingerafdruk over de vingerafdruksensor. ✍ Door het archief te ontgrendelen krijgt u toegang tot de bestanden of mappen in het archief. Het gecodeerde archief vergrendelen Klik met de rechtermuisknop op het gewenste archief en selecteer Lock (Vergrendelen) in het menu.
Uw VAIO-computer aanpassen De toepassingsstarter gebruiken Met de toepassingsstartfunctie van uw computer kunt u uw voorkeurstoepassing (een programmabestand) starten als deze is toegewezen aan een vinger met een geregistreerde vingerafdruk. Nadat u een toepassing hebt toegewezen aan uw vinger, opent u de toegewezen toepassing door met de vinger over de vingerafdruksensor te vegen. Een toepassing toewijzen aan uw vinger Als u de toepassingsstartfunctie wilt gebruiken, moet u vooraf een toepassing toewijzen aan de geregistreerde vingers.
Uw VAIO-computer aanpassen Een toepassing starten met uw vinger Veeg met de vinger met de gewenste toepassingstoewijzing over de vingerafdruksensor om de overeenkomstige toepassing te starten. ✍ Als u met een vinger zonder toepassingstoewijzing over de vingerafdruksensor veegt, verschijnt het menu. Een toepassingstoewijzing wijzigen Een toepassingstoewijzing wijzigen Klik op Start, ga naar Alle programma's, klik op Protector Suite QL en vervolgens op Controlecentrum (Control Center).
Pagina 133
Uw VAIO-computer aanpassen Een toepassingstoewijzing verwijderen Een toepassingstoewijzing verwijderen Klik op Start, ga naar Alle programma's, klik op Protector Suite QL en vervolgens op Controlecentrum (Control Center). Het venster Controlecentrum voor vingerafdrukken (Fingerprint Control Center) verschijnt. Klik op Instellingen (Settings) en vervolgens op Instellingen biometrische toepassing (User Settings). Veeg met de vinger met de geregistreerde vingerafdruk over de vingerafdruksensor.
TPM niet werkt, kunt u de functie voor vingerafdrukverificatie mogelijk niet gebruiken. Het gebruik van vingerafdrukverificatie met de TPM heeft dergelijke nadelen. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor problemen en schade die voortvloeien uit gebruik van de TPM en gegevensonderhoud en -beheer met betrekking tot vingerafdrukverificatie moet op eigen risico worden uitgevoerd.
Uw VAIO-computer aanpassen De TPM initialiseren U initialiseert de TPM-software door uzelf bij de computer aan te melden als een gebruiker met beheerdersrechten. Klik op Start, ga naar Alle programma's, klik op Protector Suite QL en vervolgens op Controlecentrum (Control Center). Het venster Controlecentrum voor vingerafdrukken (Fingerprint Control Center) verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen De TPM-instellingen aanpassen Klik op Start, ga naar Alle programma's, klik op Protector Suite QL en vervolgens op Controlecentrum (Control Center). Het venster Controlecentrum voor vingerafdrukken (Fingerprint Control Center) verschijnt. Klik op Vingerafdrukken (Fingerprints) en vervolgens op Vingerafdrukken registreren of bewerken (Enroll or Edit Fingerprints).
Uw VAIO-computer aanpassen Aanmelden bij Windows Wacht totdat het bericht TPM Cryptography in progress (TMP-cryptografie wordt uitgevoerd) wordt gesloten op het aanmeldingsscherm van Windows. Veeg met de vinger met de geregistreerde vingerafdruk over de vingerafdruksensor. Voer de PIN-code in als u deze instelt. Windows wordt opgestart.
Uw VAIO-computer aanpassen Geregistreerde vingerafdrukken wissen Voordat u de computer wegdoet of overdraagt aan een derde, wordt het ten zeerste aanbevolen de vingerafdrukgegevens die voor de vingerafdruksensor zijn geregistreerd, te wissen nadat u de gegevens op de harde schijf hebt gewist. Geregistreerde vingerafdrukken wissen Zet de computer aan.
❑ Hoewel de computer is uitgerust met de meest actuele TPM-beveiligingsfuncties, bieden deze functies geen waarborg voor een volledige beveiliging van uw gegevens en hardware. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor problemen en schadegevallen die voortvloeien uit uw gebruik van de functies.
Pagina 140
❑ Het onderhoud en beheer van gegevens die via TPM's zijn beveiligd, moet op eigen risico worden uitgevoerd. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enige defecten die voortvloeien uit uw gegevensonderhoud en -beheer.
Pagina 141
Uw VAIO-computer aanpassen Belangrijke opmerking ❑ Codeer geen bestanden met sleutels die voor codering worden gebruikt of mappen met dergelijke bestanden. Wanneer u de bestanden in de mappen met basisgebruikerssleutels en andere bestanden die verderop in dit gedeelte worden genoemd, codeert met het EFS (Encrypting File System), kunt u de TPM-software niet meer starten en de gecodeerde gegevens niet meer decoderen als: ❑...
Pagina 142
❑ U moet onderstaande archief-, back-up- of token-bestanden niet coderen. U kunt deze op geen enkele manier herstellen als u ze niet correct codeert. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor problemen en schadegevallen die voortvloeien uit het per ongeluk coderen van de onderstaande mappen en bestanden.
Pagina 143
❑ U moet het onderstaande token-bestand voor wachtwoordherstel of geheime bestanden niet coderen. U kunt het wachtwoord op geen enkele manier herstellen als u deze niet correct codeert. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor problemen en schadegevallen die voortvloeien uit het per ongeluk coderen van de onderstaande mappen en bestanden.
Uw VAIO-computer aanpassen De TPM configureren Als u de geïntegreerde TPM wilt gebruiken, moet u het volgende doen: De TPM inschakelen in het scherm BIOS Setup. Het Infineon TPM Professional Package installeren. De TPM initialiseren en configureren. De TPM inschakelen in het scherm BIOS Setup. De TPM inschakelen Zet de computer aan.
Alle programma's en Infineon Security Platform Solution (Infineon-beveiligingsplatformoplossing) aan te wijzen, en op Help te klikken. Het onderhoud en beheer van gegevens die via TPM's zijn beveiligd, moet op eigen risico worden uitgevoerd. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enige defecten die voortvloeien uit uw gegevensonderhoud en -beheer.
Uw VAIO-computer aanpassen De computer instellen met VAIO Control Center Met het hulpprogramma VAIO Control Center kunt u systeeminformatie controleren en voorkeuren voor de werking van het systeem instellen. VAIO Control Center gebruiken Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center. Het venster VAIO Control Center verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen Energiebesparende modi gebruiken Als u een batterij gebruikt als stroombron voor de computer, kunt u via de instellingen voor energiebeheer ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus, die u in staat stelt specifieke apparaten uit te schakelen, heeft de computer twee andere energiebesparende modi: Sleep (Stand-by) en Hibernate-stand (slaapstand).
Uw VAIO-computer aanpassen Sleep (stand-by) gebruiken Met Sleep (stand-by) wordt het LCD-scherm uitgeschakeld en worden de harde schijf en de CPU ingesteld op laag energieverbruik. In deze modus knippert het oranje stroomlampje. De computer op Sleep (stand-by) zetten Klik op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendeling en daarna op Sleep (Stand-by). Terugkeren naar de normale modus Druk op een willekeurige toets.
Pagina 149
Uw VAIO-computer aanpassen Als de computer 25 minuten niet wordt gebruikt, wordt deze op Sleep (stand-by) gezet. Om dit te voorkomen kunt u de instellingen voor Sleep (stand-by) wijzigen. De instellingen voor Sleep (stand-by) wijzigen Rechtsklik op het pictogram met de energiebeheerstatus op de taakbalk en selecteer Energiebeheer. Klik op Change plan settings (Schema-instellingen wijzigen) onder het huidige energieschema.
Uw VAIO-computer aanpassen De Hibernate-stand (slaapstand) gebruiken In de Hibernate-stand (slaapstand) wordt de toestand van het systeem opgeslagen op de harde schijf en wordt de stroom uitgeschakeld. Zelfs als de batterij leeg raakt, zullen er geen gegevens verloren gaan. In deze stand brandt het stroomlampje niet.
Pagina 151
Uw VAIO-computer aanpassen ✍ Als u de computer lange tijd niet gebruikt, zet u de computer in de Hibernate-stand (slaapstand). Deze stroombesparende stand bespaart u de tijd die nodig is om de computer af te sluiten of weer te activeren. Als de computer zich in de Hibernate-stand (slaapstand) bevindt, kunt u geen schijf plaatsen.
Uw VAIO-computer aanpassen Energiebeheer met VAIO Power Management Dankzij energiebeheer kunt u energiebeheerschema's instellen voor werking op netstroom of batterijen, geheel aangepast aan uw eisen op het gebied van energieverbruik. VAIO Power Management is een softwaretoepassing die exclusief voor VAIO-computers is ontwikkeld. Met deze softwaretoepassing kunt u de functies van Windows Energiebeheer gebruiken om een betere werking van de computer en een langere levensduur van de batterijen zeker te stellen.
Uw VAIO-computer aanpassen Energiebeheerschema's van VAIO Power Management inschakelen VAIO Power Management bevat een aantal vooraf ingestelde energiebeheerschema's. Elk energiebeheerschema bestaat uit een aantal energiebeheerinstellingen die tegemoetkomen aan specifieke energiebeheerdoelstellingen, variërend van maximaal energiebeheer tot helemaal geen energiebeheer. Een energiebeheerschema van VAIO Power Management inschakelen Rechtsklik op het pictogram met de energiebeheerstatus op de taakbalk en selecteer Energiebeheer.
Uw VAIO-computer aanpassen VAIO Power Management Viewer VAIO Power Management Viewer starten Klik op op het tabblad VAIO Power Management. Of klik op Start, wijs Alle programma's en VAIO Control Center aan en klik vervolgens op VAIO Power Management Viewer om de viewer te starten. Het energiebeheerschema wijzigen Selecteer het gewenste energiebeheerschema in de vervolgkeuzelijst in VAIO Power Management Viewer.
Uw VAIO-computer aanpassen De modem configureren Voordat u de interne modem kunt gaan gebruiken (niet alle modems zijn ingebouwd) of telkens als u de modem gebruikt terwijl u op reis bent, moet u ervoor zorgen dat het land van de actieve locatie die is gedefinieerd in het venster Telefoon- en modemopties overeenkomt met het land van waaruit u belt.
Pagina 156
Uw VAIO-computer aanpassen Controleer of uw modem staat vermeld op het tabblad Modems. Als de modem niet staat vermeld, klikt u op Toevoegen en volgt u de wizard. 10 Klik op Toepassen/OK. De modem is geconfigureerd. Zorg ervoor dat de telefoonkabel is losgekoppeld van de computer voordat u de nieuwe landinstellingen toepast.
Uw VAIO-computer aanpassen De harde schijf beschermen Op de computer is het hulpprogramma VAIO HDD Protection voorgeïnstalleerd zodat u de instellingen voor het beschermen van de harde schijf tegen schokken kunt aanpassen. U kunt het gevoeligheidsniveau van de ingebouwde schoksensor instellen op het gewenste beschermingsniveau.
Uw VAIO-computer uitbreiden Uw VAIO-computer uitbreiden Uw VAIO-computer en geheugenmodules bevatten precisieonderdelen en werken op basis van een elektronische- connectortechnologie. Om te vermijden dat de garantie vervalt tijdens de garantieperiode van het product, volgt u de onderstaande aanbevelingen: ❑ Neem contact op met de dealer als u een nieuwe geheugenmodule wilt installeren. ❑...
Uw VAIO-computer uitbreiden Geheugen toevoegen en verwijderen Als u de functies van uw computer wilt uitbreiden, kunt u het geheugen uitbreiden door optionele geheugenmodules te installeren. Voordat u een upgrade uitvoert voor het geheugen van uw computer, leest u de opmerkingen en procedures op de volgende pagina's.
Pagina 160
Uw VAIO-computer uitbreiden ❑ Gebruik het speciale zakje dat wordt geleverd met de geheugenmodule of wikkel de module in aluminiumfolie om deze te beschermen tegen elektrostatische ontlading. ❑ Het binnendringen van vloeistoffen, andere substanties of objecten in de geheugenmodulesleuven of in andere interne componenten van de computer leidt tot schade aan de computer.
Uw VAIO-computer uitbreiden Een geheugenmodule verwijderen en installeren Een geheugenmodule verwisselen of toevoegen Sluit de computer af en koppel alle randapparaten los. Haal de stekker uit het stopcontact en verwijder de batterij. Wacht tot de computer is afgekoeld. Schroef de schroeven (aangegeven door de onderstaande pijlen) onder in de computer los en verwijder het kapje van het geheugenmodulecompartiment.
Pagina 162
Uw VAIO-computer uitbreiden Pak de tab van het beschermingsvel (1) vast en sla het vel om. Het beschermingsvel dient ter bescherming van de module. Voorkom dat het vel wordt beschadigd doordat u er te hard aan trekt.
Pagina 163
Uw VAIO-computer uitbreiden Verwijder de geheugenmodule: ❑ Trek de palletjes in de richting van de pijlen (1). De geheugenmodule komt nu los. ❑ Zorg dat de geheugenmodule omhoog kantelt en trek deze in de richting van de pijl naar buiten (2). Haal de nieuwe geheugenmodule uit de verpakking.
Pagina 164
Uw VAIO-computer uitbreiden Schuif de geheugenmodule in de geheugenmodulesleuf en druk deze naar binnen totdat deze vastklikt. Raak geen andere onderdelen van het moederbord aan. Zorg ervoor dat u het beschermingsvel niet beschadigt dat dient ter bescherming van de module. 10 Plaats het kapje van het geheugenmodulecompartiment weer terug.
Pagina 165
Uw VAIO-computer uitbreiden De geheugencapaciteit controleren De geheugencapaciteit controleren Zet de computer aan. Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center. Dubbelklik op de map Systeeminformatie (System Information) in het venster VAIO Control Center. Dubbelklik op het pictogram Systeeminformatie in het venster Systeeminformatie (System Information).
Voorzorgsmaatregelen Voorzorgsmaatregelen In dit deel worden de veiligheidsrichtlijnen en voorzorgsmaatregelen beschreven om beschadiging van de VAIO-computer te voorkomen. ❑ Met het LCD-scherm omgaan (pagina 167) ❑ De stroomvoorziening gebruiken (pagina 168) ❑ Met de computer omgaan (pagina 169) ❑ De ingebouwde MOTION EYE-camera gebruiken (pagina 171) ❑...
❑ Wijzig de standinstelling van het LCD-scherm niet in het venster Tablet PC Settings (Tablet PC-instellingen), zelfs niet wanneer er een andere optie beschikbaar is, aangezien dit de computer instabiel maakt. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor gebreken die door de wijziging worden veroorzaakt.
❑ Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is. ❑ Trek de netadapter uit het stopcontact als u deze niet gebruikt. ❑ Gebruik uitsluitend de netadapter die wordt geleverd met de computer of originele Sony-producten. Gebruik geen enkele andere netadapter omdat hierdoor een storing kan worden veroorzaakt.
Voorzorgsmaatregelen Met de computer omgaan ❑ Reinig de behuizing met een zachte, droge doek, eventueel licht bevochtigd met een milde oplossing van een schoonmaakmiddel. Gebruik nooit schuursponsjes, schuurmiddelen of oplosmiddelen zoals alcohol en benzeen, omdat deze de afwerkingslaag van de computer kunnen beschadigen. ❑...
Pagina 170
Voorzorgsmaatregelen ❑ De computer gebruikt hoogfrequente radiosignalen die de radio- of tv-ontvangst kunnen storen. Als dit probleem zich voordoet, plaatst u de computer verder weg van het desbetreffende toestel. ❑ Gebruik alleen de aanbevolen randapparaten en interfacekabels, anders kunnen er zich problemen voordoen. ❑...
Voorzorgsmaatregelen De ingebouwde MOTION EYE-camera gebruiken ❑ Raak het spiegelvlak over de lens aan de voorzijde van de ingebouwde MOTION EYE-camera niet aan. Als u dit wel doet, kunnen er krassen op het vlak ontstaan, die te zien zijn op de vastgelegde beelden. ❑...
Voorzorgsmaatregelen Met diskettes omgaan ❑ Open het schuifje van de diskette niet handmatig en raak het oppervlak van de diskette niet aan. ❑ Leg diskettes nooit in de buurt van een magneet. ❑ Leg diskettes nooit in direct zonlicht of in de nabijheid van een warmtebron. ❑...
Voorzorgsmaatregelen Met schijven omgaan ❑ Raak het oppervlak van een schijf nooit aan. ❑ Laat een schijf nooit vallen en buig een schijf niet. ❑ Vingerafdrukken en stof op het oppervlak van een schijf kunnen tot leesfouten leiden. Houd een schijf altijd vast bij de rand en het gat in het midden, zoals hieronder wordt weergegeven: ❑...
❑ Sommige oplaadbare batterijen voldoen niet aan de kwaliteits- en veiligheidsstandaarden van Sony. Om veiligheidsredenen werkt deze computer alleen met originele Sony-batterijen die voor dit model zijn ontworpen. Als u een andere batterij in de computer plaatst, wordt de batterij niet opgeladen en werkt de computer niet.
Voorzorgsmaatregelen Een hoofdtelefoon gebruiken ❑ Verkeersveiligheid: gebruik geen hoofdtelefoon terwijl u een voertuig/rijtuig bestuurt, fietst of een gemotoriseerd voertuig bedient. Dit is niet alleen gevaarlijk, maar is in sommige landen zelfs bij wet verboden. Loop niet rond met een hoofdtelefoon met luide muziek. Dit kan gevaarlijk zijn, vooral op zebrapaden. ❑...
Voorzorgsmaatregelen Met een Memory Stick omgaan ❑ Gebruik het apparaat niet op een locatie die blootstaat aan statische elektriciteit of elektrische ruis. ❑ Raak de connector van een Memory Stick niet aan met uw vingers of een metalen voorwerp. ❑ Gebruik alleen het label dat wordt geleverd bij de Memory Stick. ❑...
Voorzorgsmaatregelen Met de harde schijf omgaan De harde schijf heeft een hoge opslagdichtheid en kan in hoog tempo gegevens lezen of schrijven. De harde schijf is echter ook kwetsbaar voor mechanische trillingen, schokken en stof. Hoewel de harde schijf is voorzien van een ingebouwde beveiliging tegen het verlies van gegevens door mechanische trillingen, schokken of stof, is het toch belangrijk dat u de computer voorzichtig behandelt.
Voorzorgsmaatregelen Met de geheugenkaartadapter omgaan ❑ Raak de connector van een geheugenkaartadapter niet aan met uw vingers of een metalen voorwerp. ❑ Gebruik alleen het label dat exclusief is ontworpen voor de geheugenkaartadapter. ❑ Buig een geheugenkaartadapter niet, laat hem niet vallen of stel hem niet bloot aan krachtige schokken. ❑...
Problemen oplossen Problemen oplossen In dit deel wordt beschreven hoe u veelvoorkomende problemen met de VAIO-computer kunt oplossen. Veel problemen zijn eenvoudig op te lossen. Probeer eerst deze suggesties alvorens contact op te nemen met VAIO-Link. ❑ Computer (pagina 181) ❑...
❑ Verwijder eventuele extra geheugenmodules die u na aankoop hebt geplaatst. ❑ Controleer of u de meegeleverde Sony-netadapter gebruikt. Voor uw veiligheid dient u alleen originele oplaadbare batterijen en de netadapter van Sony te gebruiken. Deze worden door Sony geleverd voor uw VAIO-computer.
Pagina 182
Problemen oplossen Wat moet ik doen als er een BIOS-foutbericht wordt weergegeven wanneer ik de computer aanzet? Als het bericht 'Press <F1> to resume, <F2> to setup' onder in het scherm wordt weergegeven, voert u de volgende stappen uit: Druk op de F2-toets. Het scherm BIOS Setup verschijnt.
Problemen oplossen Wat moet ik doen als de computer of software niet meer reageert? ❑ Als de computer niet meer reageert terwijl er een softwaretoepassing wordt uitgevoerd, drukt u op de toetsen Alt+F4 om het toepassingsvenster te sluiten. ❑ Als de toetsen Alt+F4 geen effect hebben, klikt u op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendeling en daarna op Afsluiten om de computer uit te schakelen.
Problemen oplossen Waarom wordt mijn computer niet op Sleep (stand-by) of in de Hibernate-stand (slaapstand) gezet? Uw computer kan instabiel worden als de werkingsmodus wordt gewijzigd voordat de computer volledig op Sleep (stand-by) of in de Hibernate-stand (slaapstand) is gegaan. De normale stabiliteit van uw computer herstellen Sluit alle geopende programma's.
Pagina 185
Problemen oplossen Wat moet ik doen als er een venster verschijnt met het bericht dat de batterij incompatibel of verkeerd geplaatst is, en mijn computer overgaat op de Hibernate-stand (slaapstand)? ❑ Dit probleem kan worden veroorzaakt doordat de batterij niet correct is geplaatst. U verhelpt dit probleem door uw computer uit te schakelen en de batterij te verwijderen.
Problemen oplossen Wat moet ik doen als mijn spelsoftware niet werkt of steeds vastloopt? ❑ Kijk op de website van het spel of er patches of updates kunnen worden gedownload. ❑ Zorg dat u het meest recente videostuurprogramma hebt geïnstalleerd. ❑...
Pagina 187
Problemen oplossen Hoe kan ik de volgorde wijzigen waarin apparaten worden opgestart? U kunt een van de BIOS-functies gebruiken om deze volgorde te wijzigen. Voer de volgende stappen uit: Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt.
Problemen oplossen Systeembeveiliging In dit gedeelte vindt u informatie over hoe u ervoor zorgt dat de computer probleemloos blijft werken en hoe u de computer beschermt tegen mogelijke inbreuken op de beveiliging. Hoe kan ik mijn computer beschermen tegen beveiligingsproblemen, zoals virussen? Het besturingssysteem Microsoft Windows is vooraf op uw computer geïnstalleerd.
Problemen oplossen Batterij Hoe weet ik wat de oplaadstatus van de batterij is? Zie De batterij opladen (pagina 26). Wanneer werkt de computer op netstroom? Als uw computer rechtstreeks op de netadapter is aangesloten, werkt deze op netstroom, zelfs als de batterij is geplaatst. Wanneer moet ik de batterij opnieuw opladen? ❑...
Pagina 190
Problemen oplossen Moet ik me zorgen maken als de geplaatste batterij warm is? Nee, het is normaal dat de batterij warm wordt wanneer uw computer op batterijstroom werkt. Kan mijn computer in de Hibernate-stand (slaapstand) gaan terwijl de batterij wordt gebruikt? Uw computer kan in de Hibernate-stand (slaapstand) gaan terwijl de batterij wordt gebruikt, maar sommige softwareprogramma's en randapparaten kunnen voorkomen dat de Hibernate-stand (slaapstand) wordt geactiveerd.
Problemen oplossen Ingebouwde MOTION EYE-camera Waarom worden er in het viewervenster geen beelden of beelden van slechte kwaliteit weergegeven? ❑ De ingebouwde MOTION EYE-camera kan niet tegelijk worden gebruikt in meer dan één softwaretoepassing. Als de camera wordt gebruikt in een andere softwaretoepassing, moet u deze toepassing eerst sluiten voordat u de ingebouwde MOTION EYE-camera kunt gebruiken.
Pagina 192
Problemen oplossen Waarom gaan er bij het vastleggen van de beelden frames verloren en treden onderbrekingen op in het geluid? ❑ De effectinstellingen van uw softwaretoepassingen kunnen de oorzaak zijn van de verloren frames. Raadpleeg het Help- bestand van de softwaretoepassing voor meer informatie. ❑...
Pagina 193
Problemen oplossen Waarom wordt de video-invoer van de ingebouwde MOTION EYE-camera een paar seconden onderbroken? De video-invoer kan een paar seconden worden onderbroken als: ❑ u een sneltoets met de toets Fn gebruikt. ❑ de belasting van de CPU hoger wordt. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
Pagina 194
Problemen oplossen Wat moet ik doen als mijn computer instabiel gedrag vertoont wanneer hij in een energiebesparingsmodus wordt gezet terwijl de ingebouwde MOTION EYE-camera in gebruik is? ❑ Zet de computer nooit op Sleep (stand-by) of in de Hibernate-stand (slaapstand) als u de ingebouwde MOTION EYE- camera gebruikt.
❑ Controleer of de telefoonkabel werkt. Sluit de kabel aan op een gewone telefoon en luister of u een kiestoon hoort. ❑ Controleer of het telefoonnummer dat het programma gebruikt correct is. ❑ Controleer of de software die u gebruikt compatibel is met uw computermodem. (Alle vooraf geïnstalleerde Sony- programma's zijn compatibel.) ❑...
Pagina 196
Problemen oplossen Waarom is mijn modemverbinding traag? Uw computer is uitgerust met een V.92/V.90-compatibele modem. De verbindingssnelheid van de modem wordt beïnvloed door vele factoren, waaronder ruis op de telefoonlijn of compatibiliteit met communicatieapparaten, zoals faxapparaten of andere modems. Als u vermoedt dat uw modem geen goede verbinding maakt met andere computermodems, faxapparaten of uw internetprovider, voert u een van de volgende stappen uit: ❑...
Problemen oplossen Netwerk Wat moet ik doen als mijn computer geen verbinding kan maken met een draadloos LAN-toegangspunt? ❑ De beschikbaarheid van de verbinding wordt beïnvloed door de afstand en door obstakels. Mogelijk moet u uw computer verder weg van obstakels of dichter bij een gebruikt toegangspunt plaatsen. ❑...
Pagina 198
Problemen oplossen Wat moet ik doen als ik geen toegang tot het internet krijg? ❑ Controleer de instellingen voor het toegangspunt. Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt voor meer informatie. ❑ Controleer of uw computer en het toegangspunt verbinding met elkaar hebben. ❑...
Pagina 199
Wat zijn kanalen? ❑ Draadloze LAN-communicatie vindt plaats over gedeelde frequentiebanden, kanalen genoemd. Draadloze LAN-toegangspunten van andere fabrikanten kunnen zijn ingesteld op andere kanalen dan Sony-apparaten. ❑ Als u een draadloos LAN-toegangspunt gebruikt, raadpleegt u de verbindingsinformatie in de handleiding bij uw toegangspunt.
Problemen oplossen Bluetooth-technologie Wat moet ik doen als andere Bluetooth-apparaten mijn computer niet kunnen detecteren? ❑ Controleer of de Bluetooth-functionaliteit op beide apparaten is ingeschakeld. ❑ Als het Bluetooth-lampje niet brandt, zet u de schakelaar WIRELESS aan. ❑ U kunt de Bluetooth-functies niet gebruiken wanneer de computer in de Sleep-stand (stand-bystand) of Hibernate-stand (slaapstand) staat.
Pagina 201
Problemen oplossen Wat moet ik doen als andere Bluetooth-apparaten geen verbinding met mijn computer kunnen maken? ❑ Controleer of het andere apparaat is geverifieerd. ❑ Mogelijk staat de computer niet toe dat andere apparaten verbinding maken. Voer de volgende stappen uit om verbindingen van andere Bluetooth-apparaten in te schakelen: Klik met de rechtermuisknop op het Bluetooth-pictogram op de taakbalk.
Pagina 202
Problemen oplossen Waarom is mijn Bluetooth-verbinding traag? ❑ De snelheid van de gegevensoverdracht hangt af van de obstakels en/of de afstand tussen de twee apparaten, de kwaliteit van de radiogolven, het besturingssysteem of de gebruikte software. Zet uw computer en Bluetooth-apparaten dichter bij elkaar.
Pagina 203
Problemen oplossen Kan ik een apparaat met Bluetooth-technologie in vliegtuigen gebruiken? Met Bluetooth-technologie verzendt de computer een radiofrequentie van 2,4 GHz. Op gevoelige locaties, zoals ziekenhuizen en vliegtuigen, kunnen beperkingen gelden voor het gebruik van Bluetooth-apparaten vanwege radiostoring. Vraag het personeel of het gebruik van de Bluetooth-functionaliteit op de computer is toegestaan.
Problemen oplossen Optische schijven Waarom blijft mijn computer hangen als ik probeer een schijf te lezen? De schijf die uw computer probeert te lezen is mogelijk vuil of beschadigd. Voer de volgende stappen uit: Start de computer opnieuw op door te klikken op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendeling en daarna op Opnieuw opstarten.
Pagina 205
Problemen oplossen Wat moet ik doen als ik niet naar behoren een schijf op mijn computer kan beluisteren? ❑ Controleer of de schijf met het label omhoog in het optische station is geplaatst. ❑ Controleer of de benodigde toepassingen zijn geïnstalleerd aan de hand van de instructies van de fabrikant. ❑...
Pagina 206
Problemen oplossen Dubbelklik op het optische schijfstation om een lijst met de optische schijfstations van uw computer te openen. Dubbelklik op het gewenste station. U kunt het stuurprogramma controleren door te klikken op het tabblad Stuurprogramma en vervolgens op Stuurprogrammagegevens. Klik op OK om het venster te sluiten.
Pagina 207
Problemen oplossen Wat moet ik doen als ik geen gegevens op CD-media kan schrijven? ❑ Start geen software en zorg dat er geen programma's automatisch worden gestart, zelfs geen schermbeveiliging. ❑ Gebruik het toetsenbord niet. ❑ Als u een CD-R/RW-schijf gebruikt waarop een label is geplakt, moet u deze vervangen door een exemplaar zonder label. Als u een schijf gebruikt waarop een label is geplakt, kan er een leesfout of een andere beschadiging optreden.
Problemen oplossen Beeldscherm Waarom gaat mijn scherm uit? ❑ Uw computerscherm kan uitgaan als de computer geen stroom meer krijgt of als een energiebesparingsmodus wordt geactiveerd (Sleep-stand (stand-bystand) of Hibernate-stand (slaapstand)). Als de computer op LCD (Video) Sleep (stand-by) staat, drukt u op een toets om het computerscherm te activeren. Raadpleeg Energiebesparende modi gebruiken (pagina 147) voor meer informatie.
Pagina 209
Problemen oplossen Waarom geeft mijn scherm geen video weer? ❑ Als het externe beeldscherm voor de uitvoer is geselecteerd, maar het externe beeldscherm niet is aangesloten, kunt u geen videobeeld op uw computerscherm zien. Stop het afspelen van de video, wijzig de uitvoer naar het computerscherm en speel de video opnieuw af.
Pagina 210
Problemen oplossen Wat moet ik doen als er niets op de externe monitor verschijnt? Als u de beeldschermuitvoer niet kunt wijzigen met de toetsen Fn+F7, moet u de instellingen voor de externe monitor wijzigen met VAIO Control Center. Hiervoor start u VAIO Control Center, selecteert u het besturingselement voor de externe monitor en schakelt u het selectievakje uit van de functie die automatisch de externe monitor selecteert voor uitvoer.
Problemen oplossen Afdrukken Wat moet ik doen als ik geen document kan afdrukken? ❑ Controleer of uw printer aanstaat en of de printerkabel correct is aangesloten op de poorten van de printer en de computer. ❑ Controleer of uw printer compatibel is met het Windows-besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd. ❑...
Problemen oplossen Microfoon Wat moet ik doen als de microfoon niet werkt? Als u een externe microfoon gebruikt, controleert u of de microfoon is ingeschakeld en correct is aangesloten op de microfoonaansluiting van uw computer.
Problemen oplossen Muis Wat moet ik doen als de muis niet wordt herkend door de computer? ❑ Controleer of de muis correct is aangesloten op de poort. ❑ Start uw computer opnieuw op wanneer uw muis is aangesloten. Wat moet ik doen als de aanwijzer niet beweegt wanneer ik mijn muis gebruik? ❑...
Problemen oplossen Luidsprekers Wat moet ik doen als de luidsprekers niet werken? ❑ Controleer of uw luidsprekers correct zijn aangesloten en of het volume hoog genoeg staat om geluid te horen. ❑ Sluit alleen luidsprekers aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer. ❑...
Problemen oplossen Touchpad Wat moet ik doen als het touchpad niet werkt? ❑ Mogelijk hebt u het touchpad uitgeschakeld zonder dat u een muis op uw computer hebt aangesloten. Raadpleeg Het touchpad (pagina 33) gebruiken. ❑ Zorg ervoor dat er geen muis op de computer is aangesloten. ❑...
Problemen oplossen Toetsenbord Wat moet ik doen als de toetsenbordconfiguratie onjuist is? De taalindeling van het toetsenbord van uw computer staat vermeld op de doos. Als u een andere toetsenbordindeling kiest tijdens de installatie van Windows, komt de toetsenconfiguratie niet overeen. Voer de volgende stappen uit om de toetsenbordconfiguratie te wijzigen: Klik op Start en selecteer Configuratiescherm Klik op Clock, Language and Region (Klok, taal en landinstellingen) en klik op Landinstellingen.
Problemen oplossen Diskettes Waarom verschijnt het pictogram Hardware veilig verwijderen niet op de taakbalk wanneer het diskettestation is aangesloten? Uw computer herkent het diskettestation niet. Controleer eerst of de USB-kabel correct is aangesloten op de USB-poort. Als u de aansluiting moet herstellen, wacht dan enkele ogenblikken, zodat de computer het station kan herkennen. Als het pictogram nog steeds niet wordt weergegeven, voert u de volgende stappen uit: Sluit alle programma's waarin het diskettestation wordt gebruikt.
❑ Raadpleeg de handleiding van uw PC Card voor meer informatie. Mogelijk moet u een stuurprogramma installeren als u geen PC Card van Sony gebruikt. ❑ Als uw PC Card niet werkt terwijl hij eerder normaal werkte, moet u mogelijk de meeste recente stuurprogrammasoftware downloaden.
Pagina 219
Problemen oplossen Waarom herkent mijn computer aangesloten apparaten niet? Als u bij sommige PC Cards schakelt tussen de normale modus en de Sleep-stand (stand-bystand) of de Hibernate-stand (slaapstand) terwijl de kaart in de PC Card-sleuf is geplaatst, herkent uw computer de PC Card of het aangesloten apparaat mogelijk niet.
✍ i.LINK is een handelsmerk van Sony, dat enkel aanduidt dat het product een IEEE 1394-aansluiting bevat. De procedure voor het tot stand brengen van een i.LINK-verbinding kan variëren, afhankelijk van de toepassing, het besturingssysteem en het i.LINK-compatibele apparaat. Niet alle producten met een i.LINK-aansluiting kunnen met elkaar communiceren.
Als u opgenomen muziek wilt gebruiken, hebt u toestemming nodig van de houders van het auteursrecht. Sony is niet aansprakelijk voor muziekbestanden die niet van een CD kunnen worden opgenomen of van andere bronnen kunnen worden gedownload. Kan ik beelden van een digitale camera kopiëren met Memory Sticks? Ja, en u kunt videoclips bekijken die u hebt opgenomen met een Memory Stick-compatibele digitale camera.
Problemen oplossen Randapparatuur Wat moet ik doen als ik een USB-apparaat niet kan aansluiten? ❑ Controleer indien van toepassing of het USB-apparaat is ingeschakeld en een eigen stroomvoorziening gebruikt. Als u bijvoorbeeld een digitale camera gebruikt, controleert u of de batterij is opgeladen. Als u een printer gebruikt, controleert u of de stroomkabel correct is aangesloten op het stopcontact.
Problemen oplossen Dokstation Waarom kan ik mijn TFT/DVI-monitor die is aangesloten op de DVI-D-poort niet gebruiken? De DVI-D-poort van het dokstation is uitgeschakeld als de computer zich in de STAMINA-modus bevindt. Wijzig de modus in de SPEED-modus en start de computer opnieuw. Raadpleeg Prestatiemodi selecteren (pagina 105) voor het selecteren van de modus.
❑ De VAIO-Link-helplijnen: alvorens telefonisch contact op te nemen met VAIO-Link, moet u proberen het probleem op te lossen door de gedrukte en niet-gedrukte documentatie te lezen. ❑ Bezoek de andere websites van Sony: ❑ http://www.club-vaio.com als u meer te weten wilt komen over VAIO en deel wilt uitmaken van de groeiende VAIO- gemeenschap.
Ondersteuningsopties e-Support Wat is e-Support? U hebt onze handleidingen doorgenomen, bent op onze website (http://www.vaio-link.com) geweest, maar u hebt geen antwoord gevonden op uw vraag/probleem. e-Support is de ideale oplossing voor u! Ons e-Support-webportaal is een interactieve website waar u terecht kunt met al uw technische vragen over de computer en waar een gespecialiseerd ondersteuningsteam klaar staat met antwoorden.
Pagina 226
Ondersteuningsopties Kan ik mijn vragen op ieder moment versturen? Ja, u kunt uw vragen 24 uur per dag, 7 dagen per week versturen. Houd er echter rekening mee dat ons e-Support Team uw vragen slechts van maandag tot vrijdag tussen 8 uur 's ochtends en 6 uur 's avonds kan beantwoorden. Wat kost mij het gebruik van e-Support? Helemaal niets.
Alle rechten voorbehouden. Macromedia en Flash zijn handelsmerken van Macromedia, Inc. Het Bluetooth-woordmerk en -logo zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en het gebruik van dergelijke merken door Sony Corporation valt onder een licentieovereenkomst. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn eigendom van hun...
Pagina 228
Ondersteuningsopties Het ExpressCard-woordmerk en -logo zijn eigendom van PCMCIA en het gebruik van dergelijke merken door Sony Corporation valt onder een licentieovereenkomst. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn eigendom van hun respectieve eigenaars. SD is een gedeponeerd handelsmerk van Toshiba Corporation.