De installatie van het stuurprogramma controleren
Controleer wanneer de computer opnieuw wordt opgestart of het apparaat goed werkt.
Ga als volgt te werk om de installatie van het stuurprogramma te controleren:
1
Klik in het menu Start op Configuratiescherm.
Het venster Configuratiescherm verschijnt.
2
Klik op Prestaties en onderhoud.
3
Klik op het pictogram Systeem.
Het dialoogvenster Systeemeigenschappen verschijnt.
4
Klik op het tabblad Hardware en vervolgens op Apparaatbeheer.
5
Dubbelklik op de optie die overeenkomt met het apparaat dat u hebt geïnstalleerd en dubbelklik vervolgens op uw apparaat.
Het dialoogvenster Eigenschappen verschijnt.
6
Controleer of het bericht Dit apparaat werkt correct onder Apparaatstatus wordt weergegeven.
7
Klik op OK.
Sluit alle geopende vensters. U kunt uw apparaat gebruiken.
In de volgende gevallen werkt het apparaat niet goed:
❑ Uw apparaat wordt onder Apparaatbeheer met een geel vraagteken of met een uitroepteken weergegeven.
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat en klik op Installatie ongedaan maken. Herhaal vervolgens de procedure vanaf
stap 2 onder Een stuurprogramma installeren
❑ Wanneer u op de categorie van uw apparaat in de lijst van apparaatbeheer klikt, wordt uw apparaat niet weergegeven.
U moet uw apparaat verwijderen. Zie Een stuurprogramma verwijderen
stuurprogramma. Herhaal vervolgens de procedure vanaf stap 2 onder Een stuurprogramma installeren
❑ Als u op Andere apparaten dubbelklikt, wordt uw apparaat weergegeven.
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat en vervolgens op Installatie ongedaan maken. Herhaal vervolgens de procedure
vanaf stap 2 onder Een stuurprogramma installeren
(pagina
144).
(pagina
144).
Uw VAIO computer personaliseren
(pagina 149)
voor verwijdering van het
n N
146
(pagina
144).