Inhoudsgave Voor gebruik ............... 4 Vingerafdrukverificatie gebruiken ........68 Meer informatie over uw VAIO-computer...... 5 De TPM gebruiken............75 Ergonomische overwegingen........7 Randapparaten gebruiken..........81 Aan de slag................. 9 Een dokstation aansluiten ...........82 De besturingselementen en poorten ......10 Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten ..90 De lampjes ..............
Pagina 3
Voorzorgsmaatregelen ........... 140 Luidsprekers ..............189 Met het LCD-scherm omgaan ........141 Touchpad..............190 De stroomvoorziening gebruiken ......142 Toetsenbord ..............191 Met de computer omgaan ......... 143 Diskettes ..............192 Met de ingebouwde camera omgaan......146 Audio/video ..............193 Met schijven omgaan ..........147 Memory Stick .............196 De batterij gebruiken ..........
Gefeliciteerd met de aankoop van deze Sony VAIO -computer en welkom bij de Gebruikershandleiding op het scherm. Sony heeft speerpunttechnologie op het gebied van audio, video, computertechnologie en communicatie gecombineerd en geïntegreerd in deze uiterst geavanceerde computer. De weergaven van de buitenkant van de computer in deze handleiding kunnen iets afwijken van hoe uw computer er werkelijk uitziet.
Voor gebruik > Meer informatie over uw VAIO-computer Meer informatie over uw VAIO-computer In dit deel vindt u ondersteuningsinformatie over uw VAIO-computer. 1. Gedrukte documentatie ❑ Handleiding Snel aan de slag: een overzicht voor het aansluiten van onderdelen, installatie-informatie enz. ❑...
Alvorens telefonisch contact op te nemen met VAIO-Link, probeert u het probleem op te lossen door de geleverde documentatie te lezen en andere Sony-websites te bezoeken. ❑ Ga voor meer informatie over VAIO en onderdeel worden van de groeiende VAIO-gemeenschap naar de website http://www.club-vaio.com.
Voor gebruik > Ergonomische overwegingen Ergonomische overwegingen U zult uw computer waarschijnlijk op verschillende plaatsen gebruiken. Indien mogelijk moet u rekening houden met de volgende ergonomische overwegingen die zowel betrekking hebben op gewone als op draagbare computers: ❑ Positie van de computer: plaats de computer direct voor u (1). Houd uw onderarmen horizontaal (2), met uw polsen in een neutrale, comfortabele positie (3) als u het toetsenbord of het aanwijsapparaat gebruikt.
Pagina 8
Voor gebruik > Ergonomische overwegingen ❑ Gezichtshoek t.o.v. het scherm: gebruik de kantelfunctie van het beeldscherm om de juiste positie te bepalen. Dit is minder belastend voor uw ogen en spieren. Stel ook het helderheidsniveau van het scherm optimaal in. ❑...
Aan de slag > Aan de slag In dit deel wordt beschreven hoe u aan de slag kunt met de VAIO-computer. ❑ De besturingselementen en poorten (pagina 10) ❑ De lampjes (pagina 17) ❑ Een stroombron aansluiten (pagina 18) ❑ De batterij gebruiken (pagina 19) ❑...
Aan de slag > De besturingselementen en poorten De besturingselementen en poorten Bekijk de besturingselementen en poorten op de volgende pagina's. Het uiterlijk van de computer verschilt mogelijk van de illustraties in deze handleiding vanwege variaties in specificaties. Het kan ook per land of regio verschillen.
Pagina 11
Aan de slag > De besturingselementen en poorten Num Lock-lampje (pagina 17) Caps Lock-lampje (pagina 17) Scroll Lock-lampje (pagina 17) Lampje voor batterijlading (pagina 17) Stationsindicatielampje (pagina 17) MODE-knop (pagina 32) Schakelknoppen (pagina 32) SETTING-knop (pagina 32)
Pagina 12
Aan de slag > De besturingselementen en poorten Achterzijde Batterijconnector (pagina 19)
Pagina 13
Aan de slag > De besturingselementen en poorten Rechterzijde Lampje voor optisch station (pagina 17) Opening voor handmatig uitwerpen (pagina 178) Uitwerpknop voor station (pagina 34) Optisch station (pagina 34) Hi-Speed USB-poorten (USB 2.0) (pagina 105) Aan/uit-knop/Aan/uit-lampje (pagina 17) Ondersteuning hoge/volle/lage snelheid.
Pagina 14
Aan de slag > De besturingselementen en poorten Poortkapje Open het poortkapje voor toegang tot de poorten. Trek het poortkapje naar beneden met uw vinger en trek er voorzichtig aan tot het volledig verwijderd is. Netwerkpoort (Ethernet) (pagina 54) Modempoort (pagina 52)
Pagina 15
Aan de slag > De besturingselementen en poorten Linkerzijde DC IN-poort (pagina 18) Microfoonconnector (pagina 104) Hoofdtelefoonconnector (pagina 90) Ventilatieopening Monitorpoort (pagina 92) HDMI-uitvoerpoort (pagina 92) i.LINK 4-pins (S400) poort (pagina 107) ExpressCard/34-sleuf (pagina 46) Beveiligingssleuf Niet toegankelijk wanneer de computer op het dokstation is aangesloten. Alleen op bepaalde modellen.
Pagina 16
Aan de slag > De besturingselementen en poorten Onderzijde Ventilatieopeningen Aansluiting voor dokstation (pagina 84) Kapje van geheugenmodulecompartiment (pagina 133)
Aan de slag > De lampjes De lampjes Uw computer is voorzien van de volgende lampjes: Lampjes Functies Aan/Uit 1 Brandt groen als de computer is ingeschakeld, knippert langzaam oranje als de computer in de slaapstand staat en brandt niet als de computer in de sluimerstand staat of is uitgeschakeld. Brandt wanneer de batterij wordt opgeladen.
Aan de slag > Een stroombron aansluiten Een stroombron aansluiten De computer kan werken op netstroom (via een netadapter) of op een oplaadbare batterij. De netadapter gebruiken ✍ Gebruik alleen de netadapter die is meegeleverd voor uw computer. De netadapter gebruiken Steek het ene uiteinde van het netsnoer (1) in de netadapter (3).
Aan de slag > De batterij gebruiken De batterij gebruiken De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering. De batterij plaatsen De batterij plaatsen Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm. Schuif het vergrendelingslipje LOCK (1) van de batterij naar binnen.
Pagina 20
Aan de slag > De batterij gebruiken Schuif de batterij diagonaal in het batterijcompartiment tot de uitsteeksels (2) aan beide kanten van het batterijcompartiment in de U-vormige uitsparingen (3) aan beide kanten van de batterij vastzitten.
Pagina 21
Sommige oplaadbare batterijen voldoen niet aan de kwaliteits- en veiligheidsstandaarden van Sony. Om veiligheidsredenen werkt deze computer alleen met originele Sony-batterijen die voor dit model zijn ontworpen. Als u een niet-goedgekeurde batterij in de computer plaatst, wordt de batterij niet...
Aan de slag > De batterij gebruiken De batterij opladen De batterij die bij uw computer wordt geleverd, is niet volledig opgeladen op het moment van de levering. De batterij opladen Plaats de batterij. Sluit de computer aan op een stopcontact met de netadapter. Het lampje voor batterijlading gaat branden wanneer de batterij wordt opgeladen.
Pagina 23
Aan de slag > De batterij gebruiken ✍ Laat de batterij in de computer zitten als deze rechtstreeks op netspanning is aangesloten. De batterij wordt verder opgeladen terwijl u de computer gebruikt. Als de batterijlading minder dan 10% bedraagt, moet u de netadapter aansluiten zodat de batterij weer kan worden opgeladen, of de computer uitschakelen en een volledig opgeladen batterij plaatsen.
De oplaadcapaciteit van de batterij controleren Volg stappen 1 tot en met 3 in De functie batterijbeheer inschakelen hierboven en lees de gedetailleerde informatie. Als de oplaadcapaciteit van de batterij laag is, vervangt u de batterij door een originele Sony-batterij. De batterijbesparende bureaubladachtergrond gebruiken U kunt de levensduur van de batterij verlengen door een bepaalde bureaubladachtergrond in te stellen.
Aan de slag > De batterij gebruiken De batterij verwijderen U kunt gegevens verliezen als u de batterij verwijdert wanneer de computer is ingeschakeld en niet op de netspanning is aangesloten, of wanneer u de batterij verwijdert als de computer in de slaapstand is gezet. De batterij verwijderen Schakel de computer uit en sluit het LCD-scherm.
Aan de slag > De computer veilig uitschakelen De computer veilig uitschakelen Zorg ervoor dat u de computer op de juiste manier afsluit om te vermijden dat u gegevens verliest, zoals hieronder wordt beschreven. De computer afsluiten Schakel alle op de computer aangesloten randapparaten uit. Klik op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendelen en daarna op Afsluiten.
Aan de slag > Uw computer bijwerken Uw computer bijwerken Zorg ervoor dat u de laatste updates met de volgende softwaretoepassing op de computer installeert, zodat de computer efficiënter kan werken. ❑ Windows Update Klik op Start, Alle programma's en Windows Update en volg de instructies op het scherm. ❑...
De VAIO-computer gebruiken > De VAIO-computer gebruiken In dit deel wordt beschreven hoe u optimaal kunt gebruikmaken van alle mogelijkheden van de VAIO-computer. ❑ Het toetsenbord gebruiken (pagina 29) ❑ Het touchpad gebruiken (pagina 31) ❑ De schakelfunctie gebruiken (pagina 32) ❑...
De VAIO-computer gebruiken > Het toetsenbord gebruiken Het toetsenbord gebruiken Het toetsenbord is voorzien van extra toetsen waarmee u specifieke taken kunt uitvoeren. Combinaties en functies met de Fn-toets ✍ Sommige toetsenbordfuncties kunnen pas worden gebruikt wanneer het besturingssysteem volledig is opgestart. Combinaties/Functie Functies Fn + % (F2): aan/uit-knop van de luidspreker...
Pagina 30
De VAIO-computer gebruiken > Het toetsenbord gebruiken Combinaties/Functie Functies In deze stand verbruikt de notebook de minste stroom. Als u deze opdracht uitvoert, wordt de Fn + (F12): sluimerstand status van het systeem en de aangesloten randapparaten opgeslagen op het ingebouwde opslagapparaat en wordt de systeemstroom uitgeschakeld.
De VAIO-computer gebruiken > Het touchpad gebruiken Het touchpad gebruiken U kunt objecten op het scherm aanwijzen, selecteren en slepen, en u kunt door een lijst met items bladeren met behulp van het touchpad. Actie Beschrijving Aanwijzen Schuif uw vinger over het touchpad (1) om de aanwijzer (2) op een item of object te plaatsen. Klikken Druk één keer op de linkerknop (3).
De VAIO-computer gebruiken > De schakelfunctie gebruiken De schakelfunctie gebruiken De schakelfunctie biedt drie modi, die u kunt aanpassen aan uw stemming of omgeving. Als u bijvoorbeeld elke modus aanpast voor zakelijk gebruik, persoonlijk gebruik of entertainment, kunt u overschakelen naar de gewenste modus met een druk op de knop MODE op de computer.
De VAIO-computer gebruiken > De ingebouwde camera gebruiken De ingebouwde camera gebruiken Uw computer is uitgerust met een ingebouwde MOTION EYE-camera. Met de voorgeïnstalleerde software voor het vastleggen van beelden kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren: ❑ Foto's en films vastleggen ❑...
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Het optische station gebruiken De computer is uitgerust met een optisch station. Functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw computer. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer. Een schijf plaatsen Zet de computer aan.
Pagina 35
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Sluit de lade door deze voorzichtig in het station te duwen. Verwijder de optische schijf niet als de computer in een energiebesparende modus staat (slaapstand of sluimerstand). Zet de computer weer in de normale modus voor u de schijf verwijdert.
Pagina 36
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Ondersteunde schijfmedia ™ Met de computer kunt u CD's, DVD's en Blu-ray Disc -media afspelen en opnemen, afhankelijk van het model dat u hebt gekocht. Zie onderstaande referentietabel voor informatie over welke media door welk optisch station worden ondersteund. AB: afspeelbaar en opneembaar A: afspeelbaar, maar niet opneembaar –: niet afspeelbaar en niet opneembaar...
Pagina 37
Lees bij het aanschaffen van voorbespeelde of lege schijven voor gebruik in een VAIO-computer eerst aandachtig de opmerkingen op de verpakking van de schijven om te zien of u de schijven in het optische station van de computer kunt gebruiken voor afspelen en opnemen. Sony geeft GEEN garanties voor de compatibiliteit van de optische stations van VAIO met schijven die niet voldoen aan de officiële 'CD'-, 'DVD'- of 'Blu-ray Disc'-...
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Opmerkingen over het gebruik van het optische station Opmerkingen over het schrijven van gegevens op een schijf ❑ Gebruik alleen ronde schijven. Gebruik geen schijven met een andere vorm (ster, hart, kaart, enz.) omdat deze het optische station kunnen beschadigen.
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Opmerkingen over regiocodes ❑ Op elke schijf of de verpakking staat een regiocode vermeld om aan te geven in welke regio en op welk type speler u de schijf kunt afspelen. Tenzij er een '2' (Europa behoort tot regio '2'), '5' (Rusland behoort tot regio '5') of 'all' (dit betekent dat u de schijf bijna overal ter wereld kunt afspelen) vermeld staat, kunt u de schijf niet afspelen op uw computer.
De VAIO-computer gebruiken > Het optische station gebruiken Schijven afspelen Een schijf afspelen Plaats een schijf in het optische station. Sluit de netadapter aan op de computer en sluit alle geopende softwaretoepassingen voor u een schijf afspeelt. Als er niets op het bureaublad verschijnt, klikt u op Start, gaat u naar Alle programma's en klikt u op de gewenste software voor het afspelen van de schijf.
De VAIO-computer gebruiken > Een Memory Stick gebruiken Een Memory Stick gebruiken Een Memory Stick is een compact, draagbaar en veelzijdig IC-opnamemedium dat speciaal is ontworpen voor het uitwisselen en delen van digitale gegevens met compatibele producten, zoals digitale camera's en mobiele telefoons. Doordat een Memory Stick-medium uitneembaar is, kan deze worden gebruikt voor externe gegevensopslag.
De VAIO-computer gebruiken > Een Memory Stick gebruiken Een Memory Stick plaatsen en verwijderen Zo plaatst u een Memory Stick Zoek de Memory Stick-sleuf. Houd de Memory Stick zo vast dat de pijl naar boven gericht is en deze in de richting van de sleuf wijst. Schuif de Memory Stick voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt.
De VAIO-computer gebruiken > Een Memory Stick gebruiken Als u de Memory Stick in de sleuf steekt, moet u erop letten dat de pijl in de juiste richting wijst. Forceer de Memory Stick nooit in de sleuf om beschadiging aan de computer of de Memory Stick te voorkomen. Een Memory Stick Micro (M2) moet u eerst in een standaard-M2-adapter of M2 Duo-adapter steken.
De VAIO-computer gebruiken > Een Memory Stick gebruiken Een Memory Stick formatteren Een Memory Stick formatteren De Memory Stick wordt standaard in de fabriek geformatteerd en is gereed voor gebruik. Als u het medium met uw computer opnieuw wilt formatteren, voert u de volgende stappen uit. Gebruik een apparaat dat geschikt is voor het formatteren van het medium en Memory Stick ondersteunt om de Memory Stick te formatteren.
Opmerkingen over het gebruik van een Memory Stick ❑ Uw computer is getest en compatibel bevonden met Memory Sticks van Sony met een capaciteit van maximaal 16 GB die sinds januari 2009 beschikbaar zijn. Niet voor alle Memory Sticks die aan dezelfde specificaties voldoen als de compatibele media, kan evenwel de compatibiliteit worden gegarandeerd.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Andere modules/geheugenkaarten gebruiken ExpressCard-module gebruiken Uw computer is uitgerust met een een ExpressCard/34-sleuf voor de overdracht van gegevens tussen digitale camera's, camcorders, muziekspelers en andere audio- en videoapparaten. In deze sleuf kan alleen een ExpressCard/34-module (34 mm breed) worden geplaatst.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Een ExpressCard-module verwijderen ✍ Als u de ExpressCard-module wilt verwijderen terwijl de computer is uitgeschakeld, slaat u stap 1 tot en met 4 over. Dubbelklik op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk. Selecteer de hardware die u wilt ontkoppelen.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Een SD-geheugenkaart gebruiken U computer is uitgerust met een SD-geheugenkaartsleuf. U kunt deze sleuf gebruiken voor de overdracht van gegevens tussen digitale camera's, camcorders, muziekspelers en andere audio- en videoapparaten. Voordat u de SD-geheugenkaart gebruikt De sleuf voor de SD-geheugenkaart op de computer ondersteunt de volgende geheugenkaarten: ❑...
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Zo plaatst u een SD-geheugenkaart Zoek de SD-geheugenkaartsleuf. Houd de SD-geheugenkaart zo vast dat de pijl naar boven gericht is en deze in de richting van de sleuf wijst. Schuif de SD-geheugenkaart voorzichtig in de sleuf tot deze vastklikt. Forceer de kaart nooit in de sleuf.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Zo verwijdert u een SD-geheugenkaart Controleer of het lampje voor mediatoegang uit is. Druk op de SD-geheugenkaart in de sleuf en laat deze los. De SD-geheugenkaart wordt uitgeworpen. Trek de SD-geheugenkaart uit de sleuf.
De VAIO-computer gebruiken > Andere modules/geheugenkaarten gebruiken Opmerkingen over het gebruik van geheugenkaarten Algemene opmerkingen over het gebruik van de geheugenkaart ❑ Zorg dat de geheugenkaarten die u gebruikt, voldoen aan de door uw computer ondersteunde standaarden. ❑ Als u de geheugenkaart in de sleuf steekt, moet u erop letten dat de pijl in de juiste richting wijst. Forceer de geheugenkaart nooit in de sleuf om beschadiging aan de computer of de kaart te voorkomen.
De VAIO-computer gebruiken > Het internet gebruiken Het internet gebruiken Voordat u internet kunt gebruiken moet u een abonnement nemen bij een internetprovider en apparaten instellen die nodig zijn om op uw computer verbinding te maken met internet. De volgende types internetverbindingen zijn verkrijgbaar van internetproviders: ❑...
De VAIO-computer gebruiken > Het internet gebruiken Een telefoonkabel aansluiten De volgende procedure is alleen van toepassing op modellen met een ingebouwde modem. Steek het ene uiteinde van de telefoonkabel (1) in de modempoort van de computer. Steek het andere uiteinde van de telefoonkabel in een stopcontact (2). Uw computer werkt niet met gemeenschappelijke telefoonlijnen, kan niet worden verbonden met een munttelefoon en werkt mogelijk niet met meerdere telefoonlijnen of met een PBX-telefooncentrale.
De VAIO-computer gebruiken > Het netwerk (LAN) gebruiken Het netwerk (LAN) gebruiken U kunt de computer aansluiten op netwerken van het type 1000BASE-T /100BASE-TX/10BASE-T via een Ethernet-netwerkkabel. Sluit het ene uiteinde van een netwerkkabel (niet meegeleverd) aan op de netwerkpoort (Ethernet) van de computer of op het optionele dokstation en het andere uiteinde op het netwerk.
Pagina 55
De VAIO-computer gebruiken > Het netwerk (LAN) gebruiken Sluit geen telefoonkabel aan op de netwerkpoort (Ethernet) van uw computer. Als de netwerkpoort (Ethernet) is aangesloten op de hieronder genoemde telefoonlijnen, kan door hoge elektrische stroom naar de poort schade, oververhitting of brand worden veroorzaakt. - Telefoonlijnen voor thuisgebruik (intercom-luidsprekertelefoon) of zakelijk gebruik (bedrijfstelefoon met meerdere lijnen) - De lijnen van het openbare telefoonnet - PBX (private branch exchange)
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Draadloos LAN gebruiken Dankzij de functie voor draadloos LAN (WLAN) kunnen al uw digitale apparaten met ingebouwde WLAN-functionaliteit vrij met elkaar communiceren via een netwerk. Een WLAN is een netwerk waarin een gebruiker een verbinding kan maken met een lokaal netwerk (LAN) via een draadloze (radio) verbinding.
Pagina 57
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken De IEEE 802.11b/g-standaard is een draadloze LAN-standaard die de 2,4 GHz-bandbreedte gebruikt. De IEEE 802.11g-standaard biedt snellere communicatie dan de IEEE 802.11b-standaard. De IEEE 802.11a-standaard is een draadloze LAN-standaard die de 5 GHz-bandbreedte gebruikt. De IEEE 802.11n-conceptstandaard is een draadloze LAN-standaard die de 2,4 GHz- of 5 GHz-bandbreedte gebruikt.
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Communiceren zonder een toegangspunt (ad hoc) Een ad-hocnetwerk is een netwerk waarin een LAN enkel door draadloze apparaten zelf tot stand wordt gebracht, zonder een andere centrale controller of een ander toegangspunt. Elk apparaat communiceert rechtstreeks met andere apparaten in het netwerk.
Pagina 59
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Communiceren zonder een toegangspunt (ad hoc) De IEEE 802.11a-standaard, die de 5 GHz-bandbreedte gebruikt en de IEEE 802.11n-conceptstandaard, die de 2,4 GHz- of 5 GHz-bandbreedte gebruikt, zijn niet beschikbaar op ad-hocnetwerken. Schakel de schakelaar WIRELESS in. Klik op de knop naast of boven de gewenste optie(s) voor draadloze communicatie in het venster VAIO Smart Network.
Pagina 60
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Communiceren met een toegangspunt (infrastructuur) Een infrastructuurnetwerk is een netwerk dat een bestaand bedraad lokaal netwerk uitbreidt naar draadloze apparaten door middel van een toegangspunt (niet meegeleverd). Het toegangspunt slaat een brug tussen het draadloze en bedrade LAN en fungeert als centrale controller voor het draadloze lokale netwerk.
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Verbinding maken met een draadloos netwerk Controleer of een toegangspunt is ingesteld. Raadpleeg de handleiding van uw toegangspunt voor meer informatie. Schakel de schakelaar WIRELESS in. Klik op de knop naast of boven de gewenste optie(s) voor draadloze communicatie in het venster VAIO Smart Network. Controleer of het WIRELESS-lampje aan gaat.
Pagina 62
De VAIO-computer gebruiken > Draadloos LAN gebruiken Draadloze LAN-communicatie stoppen Draadloze LAN-communicatie stoppen Klik op de knop naast of boven het pictogram WLAN in het venster VAIO Smart Network. Als u de WLAN-functie uitschakelt terwijl externe documenten, bestanden of bronnen worden gebruikt, kan gegevensverlies optreden.
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken De Bluetooth-functie gebruiken ® U kunt draadloze communicatie tot stand brengen tussen uw computer en andere Bluetooth -apparaten, zoals andere computers of mobiele telefoons. U kunt zonder kabels informatie tussen deze apparaten uitwisselen tot op een afstand van 10 meter in een open ruimte.
Pagina 64
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken ❑ Video en geluid lopen mogelijk niet synchroon als u video's op uw computer afspeelt met het geluid op een aangesloten Bluetooth-apparaat. Dit komt vaker voor met Bluetooth-technologie en is geen defect. ❑ De 2,4 GHz-band, waar Bluetooth-apparaten of draadloze LAN-apparaten mee werken, wordt door verschillende apparaten gebruikt.
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken Bluetooth-beveiliging De draadloze technologie van Bluetooth beschikt over een identificatiefunctie waarmee u kunt vaststellen met wie u communiceert. Met de identificatiefunctie kunt u voorkomen dat anonieme Bluetooth-apparaten toegang kunnen krijgen tot uw computer. De eerste keer dat twee Bluetooth-apparaten met elkaar communiceren, dient voor beide apparaten een sleutel (een wachtwoord dat nodig is voor de verificatie) te worden vastgesteld.
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken Communiceren met een ander Bluetooth-apparaat U kunt een draadloze verbinding tot stand brengen tussen de computer en een Bluetooth-apparaat, bijvoorbeeld een andere computer, een mobiele telefoon, PDA, headset, muis of digitale camera. Communiceren met een ander Bluetooth-apparaat Voor de communicatie met een ander Bluetooth-apparaat moet u eerst de Bluetooth-functie instellen.
Pagina 67
De VAIO-computer gebruiken > De Bluetooth-functie gebruiken Bluetooth-communicatie stoppen Bluetooth-communicatie stoppen Schakel het Bluetooth-apparaat uit dat met de computer communiceert. Klik op de knop naast of boven het pictogram Bluetooth in het venster VAIO Smart Network.
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Vingerafdrukverificatie gebruiken Voor extra gebruiksgemak is de computer mogelijk uitgerust met een vingerafdruksensor. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer. Nadat u uw vingerafdruk(ken) hebt geregistreerd, biedt de functie voor vingerafdrukverificatie de volgende voorzieningen: ❑...
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Een vingerafdruk registreren Als u de functie voor vingerafdrukverificatie wilt gebruiken, moet u uw vingerafdruk(ken) registreren in de computer. ✍ Stel het Windows-wachtwoord op de computer in voordat u de vingerafdruk(ken) registreert. Zie Het Windows-wachtwoord toevoegen (pagina 119) voor gedetailleerde instructies.
Pagina 70
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Als het registreren van een vingerafdruk niet is gelukt, volgt u deze stappen om het nogmaals te proberen. Plaats het bovenste gewricht van de vinger op de vingerafdruksensor (1).
Pagina 71
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Veeg loodrecht met de vinger over de vingerafdruksensor. Plaats het topje van de vinger in het midden van de vingerafdruksensor. Scan de vingerafdruk van het bovenste gewricht van de vinger tot aan het topje. Zorg er tijdens het vegen voor dat de vinger in contact blijft met de vingerafdruksensor.
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Aanmelden bij het systeem Als u de functie voor vingerafdrukverificatie wilt gebruiken in plaats van het invoeren van een wachtwoord om u aan te melden bij het systeem, moet u het wachtwoord voor inschakelen, de harde schijf en Windows instellen en de computer configureren voor vingerafdrukverificatie.
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken De Wachtwoorddatabank (Password Bank) gebruiken Nadat u uw gebruikersgegevens (gebruikersaccounts, wachtwoorden, enz.) voor websites hebt geregistreerd in de Wachtwoorddatabank (Password Bank), kunt u vingerafdrukverificatie gebruiken voor het invoeren van benodigde gegevens en het verkrijgen van toegang tot websites die met een wachtwoord zijn beveiligd. Zie het Help-bestand van Protector Suite QL voor meer informatie.
De VAIO-computer gebruiken > Vingerafdrukverificatie gebruiken Vingerafdrukverificatie gebruiken met de TPM Met de gegevenscodeerfunctie TPM kan het gebruik van de vingerafdrukverificatie de computerbeveiliging verhogen. Zie De TPM gebruiken (pagina 75) voor instructies voor het gebruik van TPM. Wanneer u vingerafdrukverificatie met de TPM wil gebruiken, moet de computer behalve over de TPM ook over een vingerafdruksensor beschikken. Zie de specificaties voor informatie over de configuratie van uw computer.
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken De TPM gebruiken De Trusted Platform Module (TPM) is alleen in bepaalde modellen geïntegreerd en levert basisfuncties voor beveiliging van de computer. In combinatie met de TPM kunt u uw gegevens coderen en decoderen als extra beveiliging tegen onbevoegde toegang.
Pagina 76
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken Belangrijke opmerking ❑ Codeer niet de bestanden met sleutels die voor codering worden gebruikt of de mappen met dergelijke bestanden. Wanneer u de bestanden in de mappen met basisgebruikerssleutels en andere bestanden die verderop in dit gedeelte worden genoemd, codeert met het Encrypting File System (EFS), kunt u de TPM-software niet meer starten en de gecodeerde gegevens niet meer decoderen als: ❑...
Pagina 77
❑ U moet onderstaande archief-, back-up- of token-bestanden niet coderen. U kunt deze op geen enkele manier herstellen als u ze niet correct codeert. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor problemen en schadegevallen die voortvloeien uit het per ongeluk coderen van de onderstaande mappen en bestanden.
Pagina 78
❑ U moet het onderstaande token-bestand voor wachtwoordherstel of geheime bestanden niet coderen. U kunt het wachtwoord op geen enkele manier herstellen als u deze niet correct codeert. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor problemen en schadegevallen die voortvloeien uit het per ongeluk coderen van de onderstaande mappen en bestanden.
De VAIO-computer gebruiken > De TPM gebruiken De TPM configureren Als u de geïntegreerde TPM wilt gebruiken, moet u het volgende doen: De TPM inschakelen in het scherm BIOS Setup. Het Infineon TPM Professional Package installeren. De TPM initialiseren en configureren. U schakelt als volgt de TPM in het scherm BIOS Setup in Zet de computer aan.
Alle programma's en Infineon Security Platform Solution aan te wijzen en op Help te klikken. Het onderhoud en beheer van gegevens die via TPM's zijn beveiligd, moet op eigen risico worden uitgevoerd. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enige defecten die voortvloeien uit uw gegevensonderhoud en -beheer.
Randapparaten gebruiken > Randapparaten gebruiken U kunt de functies van de VAIO-computer uitbreiden met behulp van de verschillende poorten op de computer. ❑ Een dokstation aansluiten (pagina 82) ❑ Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten (pagina 90) ❑ Een externe monitor aansluiten (pagina 91) ❑...
Randapparaten gebruiken > Een dokstation aansluiten Een dokstation aansluiten Door een dokstation aan te sluiten, kunt u extra randapparaten op de computer aansluiten, zoals een printer en een extern beeldscherm. Er wordt geen dokstation geleverd bij de computer. Het dokstation is beschikbaar als optioneel accessoire.
Randapparaten gebruiken > Een dokstation aansluiten De poorten op het dokstation DC IN-lampje Brandt als het dokstation is ingeschakeld. IN USE-lampje (pagina 87) UNDOCK-knop (pagina 87) DC IN-poort (pagina 84) Netwerkpoort (Ethernet) (1000BASE-T/100BASE-TX/10BASE-T) (pagina 54) Hi-Speed USB-poorten (USB 2.0) (pagina 105) DVI-D-poort (pagina 92) MONITOR-poort...
Randapparaten gebruiken > Een dokstation aansluiten Uw computer aansluiten op het dokstation Plaats de batterij voordat u de computer op het dokstation aansluit. Uw computer aansluiten op het dokstation Gebruik de netadapter die is meegeleverd met uw computer. Verplaats uw computer niet wanneer deze is aangesloten op het dokstation. Het dokstation kan dan namelijk losraken, waardoor beide apparaten beschadigingen kunnen oplopen.
Pagina 85
Randapparaten gebruiken > Een dokstation aansluiten Open het kapje van de aansluiting voor het dokstation aan de onderzijde van de computer. Leg de onderste hoeken aan de achterkant van de computer gelijk met de geleiders op het dokstation.
Pagina 86
Randapparaten gebruiken > Een dokstation aansluiten Druk de computer voorzichtig naar beneden totdat deze vastklikt. Zet de computer aan.
Randapparaten gebruiken > Een dokstation aansluiten Uw computer verwijderen uit het dokstation Als u de computer verwijdert, mogen er geen apparaten in gebruik zijn die zijn gekoppeld aan het dokstation. Verwijder de computer niet uit het dokstation als het lampje IN USE brandt. Als u de computer verwijdert terwijl het lampje IN USE brandt, kan dit resulteren in verlies van niet-opgeslagen gegevens of schade aan de computer.
Pagina 88
Randapparaten gebruiken > Een dokstation aansluiten Uw computer verwijderen uit het dokstation Druk op de knop UNDOCK (1) en wacht tot het lampje IN USE (2) uitgaat. ✍ Als het lampje IN USE niet brandt, hoeft u niet op de knop UNDOCK te drukken. Als u op de knop UNDOCK drukt terwijl de computer in een energiebesparende modus staat, keert de computer eerst terug naar de normale modus en wordt vervolgens de verwijderingsprocedure gestart.
Pagina 89
Randapparaten gebruiken > Een dokstation aansluiten Nadat de computer is teruggekeerd naar de normale modus, moet u deze van het dokstation halen. Als u de computer gebruikt terwijl deze zich nog op het dokstation bevindt, kan dit leiden tot instabiliteit. Til de computer van het dokstation.
Randapparaten gebruiken > Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten Externe luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten U kunt externe geluidsapparatuur, zoals luidsprekers of een hoofdtelefoon (niet meegeleverd) aansluiten op uw computer. Externe luidsprekers aansluiten ✍ Sluit alleen luidsprekers aan die zijn ontworpen voor gebruik met een computer. Verlaag het volume vóór u de luidsprekers inschakelt.
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten Een externe monitor aansluiten U kunt een externe monitor (niet meegeleverd) aansluiten op de computer. U kunt de computer bijvoorbeeld gebruiken met een computermonitor of een projector. Functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw computer. ✍...
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten Een monitor aansluiten U kunt een monitor rechtstreeks of via het optionele dokstation op de computer aansluiten. Een monitor aansluiten De monitorpoort van de computer is niet bereikbaar als de computer op het dokstation is aangesloten. De DVI-D-poort op het dokstation werkt alleen op modellen met de ATI-videocontroller.
Pagina 93
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten Als u een TFT/DVI-beeldscherm wilt aansluiten, sluit u de monitorkabel (2) aan op een HDMI-naar-DVI-D-adapter (3) en sluit de HDMI-kabel (4) aan op de HDMI-naar-DVI-D-adapter (3) en op de HDMI-uitvoerpoort (5) op de computer (indien aanwezig), of sluit de monitorkabel (2) aan op de DVI-D-poort op het dokstation.
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten Een multimediamonitor aansluiten U kunt een multimediamonitor met ingebouwde luidsprekers en een microfoon rechtstreeks of via het optionele dokstation op de computer aansluiten. Een multimediamonitor aansluiten De monitorpoort van de computer is niet bereikbaar als de computer op het dokstation is aangesloten. Steek het netsnoer van de multimediamonitor (1) in een stopcontact.
Pagina 95
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten...
Stel het ingangskanaal van de tv in op de externe ingang. Stel het tv-configuratiesysteem in. Als een ander stuurprogramma wordt gebruikt dan het stuurprogramma van Sony, kan het voorkomen dat beeld of geluid niet wordt weergegeven. Gebruik altijd het door Sony meegeleverde stuurprogramma voor updates.
Pagina 97
Randapparaten gebruiken > Een externe monitor aansluiten ✍ Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over het gebruik en de installatie. De HDMI-kabel verzendt zowel video- als audiosignalen. U kunt daarnaast een thuisbioscoopinstallatie of ander apparaat voor surroundgeluid aansluiten tussen uw computer en de tv met de HDMI-aansluiting.
Een externe monitor aansluiten Een projector aansluiten U kunt een projector (zoals de Sony LCD-projector) rechtstreeks of via het optionele dokstation op de computer aansluiten. Een projector aansluiten De monitorpoort van de computer is niet bereikbaar als de computer op het dokstation is aangesloten.
Randapparaten gebruiken > Weergavemodi selecteren Weergavemodi selecteren Wanneer er een externe monitor is aangesloten, kunt u het scherm van uw computer of de aangesloten monitor gebruiken als het hoofdscherm. Als u het computerscherm en de externe monitor tegelijkertijd wilt gebruiken, raadpleegt u De meerdere-monitorsmodus gebruiken (pagina 102) voor meer informatie.
Randapparaten gebruiken > Weergavemodi selecteren Een scherm selecteren De monitorpoort van de computer is niet bereikbaar als de computer op het dokstation is aangesloten. ✍ Het kan zijn dat gelijktijdige weergave van dezelfde inhoud op uw computerscherm en op de externe monitor of projector niet mogelijk is, afhankelijk van het type externe monitor of projector.
Pagina 101
Randapparaten gebruiken > Weergavemodi selecteren ❑ Op modellen met de ATI-videocontroller Als een externe monitor is aangesloten op de computer, kunt u de instellingen voor Main/Clone als volgt aanpassen: Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op Catalyst Control Center. Klik op CCC.
Randapparaten gebruiken > De meerdere-monitorsmodus gebruiken De meerdere-monitorsmodus gebruiken Dankzij de meerdere-monitorsmodus kunt u specifieke delen van het bureaublad weergeven op verschillende monitoren. Als u bijvoorbeeld een extern beeldscherm op de monitorpoort hebt aangesloten, kunnen uw computerscherm en het externe beeldscherm als één bureaubladmonitor fungeren.
Randapparaten gebruiken > De meerdere-monitorsmodus gebruiken Zo gebruikt u de meerdere-monitorsmodus De monitorpoort van de computer is niet bereikbaar als de computer op het dokstation is aangesloten. ✍ Het is mogelijk dat het externe beeldscherm de functie van de meerdere-monitorsmodus niet ondersteunt. Het is mogelijk dat bepaalde software niet compatibel is met de instellingen van de meerdere-monitorsmodus.
Randapparaten gebruiken > Een externe microfoon aansluiten Een externe microfoon aansluiten Als u een geluidsinvoerapparaat gebruikt (bijvoorbeeld om te chatten op internet), sluit u een externe microfoon (niet meegeleverd) aan. Een externe microfoon aansluiten Steek de microfoonkabel (1) in de microfoonconnector (2) m. ✍...
Randapparaten gebruiken > Een USB-apparaat aansluiten Een USB-apparaat aansluiten U kunt een USB-apparaat (Universal Serial Bus), zoals een muis, diskettestation, luidspreker of printer, aansluiten op de computer. Een USB-apparaat aansluiten Kies de USB-poort (1) die u wilt gebruiken. Steek de USB-kabel (2) van het apparaat in de USB-poort.
Randapparaten gebruiken > Een USB-apparaat aansluiten Opmerkingen over het aansluiten van een USB-apparaat ❑ U moet voor gebruik mogelijk het stuurprogramma installeren dat bij het USB-apparaat werd geleverd. Raadpleeg de handleiding bij het USB-apparaat voor meer informatie. ❑ Gebruik voor het afdrukken van documenten een USB-printer die compatibel is met uw versie van Windows. ❑...
✍ i.LINK is een handelsmerk van Sony Corporation, dat enkel aanduidt dat het product een IEEE 1394-aansluiting bevat. De procedure voor het tot stand brengen van een i.LINK-verbinding kan variëren, afhankelijk van de toepassing, het besturingssysteem en het i.LINK-compatibele apparaat. Niet alle producten met een i.LINK-aansluiting kunnen met elkaar communiceren.
Randapparaten gebruiken > Een i.LINK-apparaat aansluiten Een digitale camcorder aansluiten Een digitale camcorder aansluiten Steek het ene uiteinde van een i.LINK-kabel (1) (niet meegeleverd) in de i.LINK-poort (2) van de computer en het andere uiteinde in de DV In-/Out-poort (3) van de digitale camcorder. ✍...
Uw VAIO-computer aanpassen In dit deel wordt kort beschreven hoe u de standaardinstellingen van uw VAIO-computer kunt aanpassen. U leert onder andere hoe u uw Sony-software en -hulpprogramma's kunt gebruiken en het uiterlijk ervan kunt aanpassen. ❑ Het wachtwoord instellen (pagina 110) ❑...
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het wachtwoord instellen Naast het Windows-wachtwoord kunt u een van de BIOS-functies gebruiken om de computer te beveiligen door twee typen wachtwoorden in te stellen: het opstartwachtwoord en het wachtwoord voor de vaste schijf. Zodra u het opstartwachtwoord hebt ingesteld, moet u dit invoeren nadat het VAIO-logo is weergegeven bij het opstarten van de computer.
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het opstartwachtwoord toevoegen (wachtwoord voor de computer) Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het opstartwachtwoord toevoegen (gebruikerswachtwoord) Zorg dat u het wachtwoord voor de computer eerder instelt dan het gebruikerswachtwoord. Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Pagina 113
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het opstartwachtwoord wijzigen/verwijderen Het opstartwachtwoord wijzigen of verwijderen (wachtwoord voor de computer) Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Pagina 114
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het opstartwachtwoord wijzigen of verwijderen (gebruikerswachtwoord) Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het wachtwoord voor de harde schijf toevoegen Het wachtwoord voor de vaste schijf biedt aanvullende beveiliging van de gegevens die op het ingebouwde opslagapparaat zijn opgeslagen. Als u het wachtwoord voor de harde schijf instelt, voegt u een extra beveiligingsniveau toe. Wanneer u het wachtwoord voor de harde schijf toevoegt, moet u zowel het hoofd- als het gebruikerswachtwoord instellen.
Pagina 116
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het wachtwoord voor de harde schijf toevoegen Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Pagina 117
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het wachtwoord voor de harde schijf wijzigen/verwijderen Het wachtwoord voor de harde schijf wijzigen Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het wachtwoord voor de harde schijf verwijderen Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt. Als dit niet het geval is, start u de computer opnieuw op en drukt u meerdere keren op de toets F2 als het VAIO-logo verschijnt.
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het Windows-wachtwoord toevoegen U kunt het Windows-wachtwoord gebruiken als u één computer wilt delen met andere gebruikers. Met het Windows-wachtwoord kunt u voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw gebruikersaccount. U wordt gevraagd het Windows-wachtwoord in te voeren wanneer u uw gebruikersaccount selecteert. Zorg dat u het wachtwoord niet vergeet.
Uw VAIO-computer aanpassen > Het wachtwoord instellen Het Windows-wachtwoord wijzigen/verwijderen Het Windows-wachtwoord wijzigen Klik op Start en selecteer Configuratiescherm. Klik op het pictogram Gebruikersaccounts en Ouderlijk toezicht of Gebruikersaccounts. Klik op Gebruikersaccounts. Klik op Uw wachtwoord wijzigen. Voer in het veld Huidig wachtwoord het huidige wachtwoord in. Voer in de velden Nieuw wachtwoord en Bevestig het nieuwe wachtwoord een nieuw wachtwoord in.
Uw VAIO-computer aanpassen > VAIO Control Center gebruiken VAIO Control Center gebruiken Met het hulpprogramma VAIO Control Center kunt u systeeminformatie weergeven en voorkeuren voor de werking van het systeem instellen. VAIO Control Center gebruiken Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center. Selecteer het gewenste besturingselement en wijzig de instellingen.
Uw VAIO-computer aanpassen > Energiebesparende modi gebruiken Energiebesparende modi gebruiken U kunt via de instellingen voor energiebeheer ervoor zorgen dat de batterij minder snel leeg raakt. Naast de normale werkingsmodus, heeft de computer twee andere energiebesparende modi: slaapstand en sluimerstand. Als de computer werkt op batterijstroom, schakelt deze automatisch over op de sluimerstand wanneer de batterij bijna leeg is, ongeacht de geselecteerde instelling voor energiebeheer.
Uw VAIO-computer aanpassen > Energiebesparende modi gebruiken De slaapstand gebruiken Met de slaapstand wordt het LCD-scherm uitgeschakeld en worden de ingebouwde opslagapparaten en de CPU ingesteld op laag energieverbruik. In deze stand knippert het oranje stroomlampje langzaam. Als u de computer lange tijd niet gaat gebruiken en deze niet is aangesloten op de netstroom, zet u de computer in de sluimerstand of schakelt u deze uit. De computer in de slaapstand zetten Klik op Start, vervolgens op de pijl naast de knop Vergrendelen en daarna op Slaapstand.
Pagina 124
Uw VAIO-computer aanpassen > Energiebesparende modi gebruiken Als de computer enige tijd niet wordt gebruikt, wordt deze in de slaapstand gezet. U kunt dit aanpassen door de instellingen voor de slaapstand te wijzigen. De instellingen voor de slaapstand wijzigen Rechtsklik op het pictogram met de energiebeheerstatus op de taakbalk en selecteer Energiebeheer. Klik op De schema-instellingen wijzigen onder het huidige energieschema.
Uw VAIO-computer aanpassen > Energiebesparende modi gebruiken De sluimerstand gebruiken In de sluimerstand wordt de toestand van het systeem opgeslagen op het ingebouwde opslagapparaat en wordt de stroom uitgeschakeld. Zelfs als de batterij leeg raakt, zullen er geen gegevens verloren gaan. In deze stand brandt het stroomlampje niet. ✍...
Pagina 126
Uw VAIO-computer aanpassen > Energiebesparende modi gebruiken Terugkeren naar de normale modus Druk op de aan/uit-knop. De computer keert terug naar de normale toestand. Als u de aan/uit-knop langer dan vier seconden ingedrukt houdt, wordt de computer automatisch uitgeschakeld. ✍ Het duurt langer om terug te keren naar de normale modus vanuit de sluimerstand dan vanuit de slaapstand.
Uw VAIO-computer aanpassen > VAIO Power Management gebruiken VAIO Power Management gebruiken Dankzij energiebeheer kunt u energiebeheerschema's instellen voor werking op netstroom of batterijstroom, geheel aangepast aan uw eisen op het gebied van energieverbruik. VAIO Power Management is een softwaretoepassing die exclusief voor VAIO-computers is ontwikkeld. Met deze softwaretoepassing kunt u de functies van Windows Energiebeheer gebruiken om een betere werking van de computer en een langere levensduur van de batterijen zeker te stellen.
Uw VAIO-computer aanpassen > VAIO Power Management gebruiken De weergave van VAIO Energiebeheer U kunt de prestaties van het met VAIO Power Management aangepaste energieschema bekijken. De weergave van VAIO Energiebeheer (VAIO Power Management Viewer) starten Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center. Klik op Energiebeheer (Power Management) en De weergave van VAIO Energiebeheer (VAIO Power Management Viewer).
Uw VAIO-computer aanpassen > De modem configureren De modem configureren Voordat u de interne modem kunt gaan gebruiken (niet alle modems zijn ingebouwd) of telkens als u de modem gebruikt terwijl u op reis bent, moet u ervoor zorgen dat het land van de actieve locatie die is gedefinieerd in het venster Telefoon- en modemopties overeenkomt met het land van waaruit u belt.
Pagina 130
Uw VAIO-computer aanpassen > De modem configureren Controleer of uw modem staat vermeld op het tabblad Modems. Als de modem niet staat vermeld, klikt u op Toevoegen en volgt u de wizard. 10 Klik op Toepassen/OK. De modem is geconfigureerd. Zorg ervoor dat de telefoonkabel is losgekoppeld van de computer voordat u de nieuwe landinstellingen toepast.
Uw VAIO-computer aanpassen > De harde schijf beschermen De harde schijf beschermen Op de computer is het hulpprogramma VAIO HDD Protection voorgeïnstalleerd zodat u de instellingen voor het beschermen van de harde schijf tegen schokken kunt aanpassen. U kunt het gevoeligheidsniveau van de ingebouwde schoksensor instellen op het gewenste beschermingsniveau.
Uw VAIO-computer uitbreiden > Uw VAIO-computer uitbreiden Uw VAIO-computer en geheugenmodules bevatten precisieonderdelen en werken op basis van een elektronische-connectortechnologie. Om te vermijden dat de garantie vervalt tijdens de garantieperiode van het product, volgt u de onderstaande aanbevelingen: ❑ Neem contact op met de dealer als u een nieuwe geheugenmodule wilt installeren. ❑...
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen Geheugen toevoegen en verwijderen Als u de functies van uw computer wilt uitbreiden, kunt u de hoeveelheid geheugen uitbreiden door optionele geheugenmodules te installeren. Voordat u een upgrade uitvoert voor het geheugen van uw computer, leest u de opmerkingen en procedures op de volgende pagina's.
Pagina 134
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen ❑ Open de verpakking van de geheugenmodule pas op het moment dat u klaar bent om de module te installeren. De verpakking beschermt de module tegen ESD. ❑ Gebruik het speciale zakje dat wordt geleverd met de geheugenmodule of wikkel de module in aluminiumfolie om deze te beschermen tegen ESD.
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen Een geheugenmodule verwijderen en installeren Een geheugenmodule verwisselen of toevoegen Sluit de computer af en koppel alle randapparaten los. Haal de stekker uit het stopcontact en verwijder de batterij. Wacht ongeveer een uur tot de computer is afgekoeld. Schroef de schroeven (aangegeven door de onderstaande pijlen) onder in de computer los en verwijder het kapje van het geheugenmodulecompartiment.
Pagina 136
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen Pak de tab van het beschermingsvel (1) vast en sla het vel om. Het beschermingsvel dient ter bescherming van de module. Voorkom dat het vel wordt beschadigd doordat u er te hard aan trekt.
Pagina 137
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen Verwijder de momenteel geïnstalleerde geheugenmodule als volgt: ❑ Trek de palletjes in de richting van de pijlen (1). De geheugenmodule komt nu los. ❑ Zorg dat de geheugenmodule omhoog kantelt en trek deze in de richting van de pijl naar buiten (2). Haal de nieuwe geheugenmodule uit de verpakking.
Pagina 138
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen Schuif de geheugenmodule in de geheugenmodulesleuf en druk deze naar binnen totdat deze vastklikt. Raak geen andere onderdelen van het moederbord aan. Zorg dat u de connectorkant van de geheugenmodule in de sleuf steekt met de inkeping in de module op één lijn met het kleine uitstekende deel in de geopende sleuf.
Pagina 139
Uw VAIO-computer uitbreiden > Geheugen toevoegen en verwijderen De geheugencapaciteit controleren De geheugencapaciteit controleren Zet de computer aan. Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center. Klik op Systeeminformatie (System Information) en Systeeminformatie (System Information). U kunt de geheugencapaciteit van het systeem bekijken in het rechterdeelvenster.
Voorzorgsmaatregelen > Voorzorgsmaatregelen In dit deel worden de veiligheidsrichtlijnen en voorzorgsmaatregelen beschreven om beschadiging van de VAIO-computer te voorkomen. ❑ Met het LCD-scherm omgaan (pagina 141) ❑ De stroomvoorziening gebruiken (pagina 142) ❑ Met de computer omgaan (pagina 143) ❑ Met de ingebouwde camera omgaan (pagina 146) ❑...
LCD-scherm schoon te wrijven. ❑ Wijzig de standinstelling van het LCD-scherm niet in het venster Tablet PC-instellingen, zelfs niet wanneer er wijzigingsopties beschikbaar zijn, aangezien dit de computer instabiel maakt. Sony accepteert geen aansprakelijkheid voor defecten die voortvloeien uit gewijzigde instellingen.
❑ Zorg ervoor dat het stopcontact gemakkelijk toegankelijk is. ❑ Trek de netadapter uit het stopcontact als u deze niet gebruikt. ❑ Gebruik uitsluitend de netadapter die wordt geleverd met de computer of originele Sony-producten. Gebruik geen enkele andere netadapter omdat hierdoor een storing kan worden veroorzaakt.
Voorzorgsmaatregelen > Met de computer omgaan Met de computer omgaan ❑ Reinig de behuizing met een zachte, droge doek, eventueel licht bevochtigd met een milde oplossing van een schoonmaakmiddel. Gebruik nooit schuursponsjes, schuurmiddelen of oplosmiddelen zoals alcohol en benzeen, omdat deze de afwerkingslaag van de computer kunnen beschadigen. ❑...
Pagina 144
Voorzorgsmaatregelen > Met de computer omgaan ❑ Zorg voor voldoende luchtcirculatie om te voorkomen dat de temperatuur in de computer te hoog oploopt. Plaats de computer nooit op zachte oppervlakken zoals tapijten, dekens, banken of bedden, of in de nabijheid van gordijnen, omdat hierdoor de ventilatieopeningen geblokkeerd kunnen raken.
Pagina 145
Voorzorgsmaatregelen > Met de computer omgaan ❑ Oefen geen druk uit op het LCD-scherm of op de randen ervan bij het openen van het LCD-scherm of bij het optillen van uw computer. Het LCD-scherm is gevoelig voor druk. Dit kan het scherm beschadigen of leiden tot defecten. Houd om de computer te openen deze in de ene hand en klap het LCD-scherm voorzichtig open met uw andere hand.
Voorzorgsmaatregelen > Met de ingebouwde camera omgaan Met de ingebouwde camera omgaan ❑ Raak het lensbeschermoppervlak aan de voorzijde van de ingebouwde camera niet aan. Als u dit wel doet, kunnen er krassen in het oppervlak ontstaan, die te zien zijn op de vastgelegde beelden. ❑...
Voorzorgsmaatregelen > Met schijven omgaan Met schijven omgaan ❑ Vingerafdrukken en stof op het oppervlak van een schijf kunnen tot leesfouten leiden. Houd een schijf altijd vast bij de rand en het gat in het midden, zoals hieronder wordt weergegeven: ❑...
❑ Sommige oplaadbare batterijen voldoen niet aan de kwaliteits- en veiligheidsstandaarden van Sony. Om veiligheidsredenen werkt deze computer alleen met originele Sony-batterijen die voor dit model zijn ontworpen. Als u een niet-goedgekeurde batterij in de computer plaatst, wordt de batterij niet opgeladen en werkt de computer niet.
Voorzorgsmaatregelen > Een hoofdtelefoon gebruiken Een hoofdtelefoon gebruiken ❑ Verkeersveiligheid: gebruik geen hoofdtelefoon terwijl u een voertuig/rijtuig bestuurt, fietst of een gemotoriseerd voertuig bedient. Dit is niet alleen gevaarlijk, maar is in sommige landen zelfs bij wet verboden. Loop niet rond met een hoofdtelefoon met luide muziek.
Voorzorgsmaatregelen > Met een Memory Stick omgaan Met een Memory Stick omgaan ❑ Raak de connector van een Memory Stick niet aan met uw vingers of een metalen voorwerp. ❑ Gebruik alleen het label dat wordt geleverd bij de Memory Stick. ❑...
Voorzorgsmaatregelen > Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan Met het ingebouwde opslagapparaat omgaan Het ingebouwde opslagapparaat, harde schijf of SSD (solid state drive), heeft een hoge opslagdichtheid en kan in hoog tempo gegevens lezen of schrijven. Het is echter kwetsbaar wanneer het onjuist wordt gebruikt. Als het ingebouwde opslagapparaat beschadigd is, kunnen de gegevens niet worden hersteld.
File Safe, voordat u de computer opstuurt voor reparatie. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor enig verlies van of enige wijziging aan uw gegevens tijdens de reparatie. ❑ Als het ingebouwde opslagapparaat geïnitialiseerd moet worden, bijvoorbeeld na reparatie, gaan de vingerafdruksjablonen verloren.
❑ Hoewel de computer is uitgerust met de TPM-beveiligingsfuncties, bieden deze functies geen waarborg voor een volledige beveiliging van uw gegevens en hardware. Sony accepteert geen enkele aansprakelijkheid voor problemen en schadegevallen die voortvloeien uit uw gebruik van de functies.
Problemen oplossen > Problemen oplossen In dit deel wordt beschreven hoe u veelvoorkomende problemen met de VAIO-computer kunt oplossen. Veel problemen zijn eenvoudig op te lossen. Probeer eerst deze suggesties alvorens contact op te nemen met VAIO-Link. Functies en opties in dit deel zijn mogelijk niet beschikbaar voor uw computer. ❑...
❑ Condens kan een storing in uw computer veroorzaken. Als dit gebeurt, mag u de computer gedurende ten minste één uur niet gebruiken. ❑ Controleer of u de meegeleverde Sony-netadapter gebruikt. Voor uw veiligheid dient u alleen de originele oplaadbare batterij en netadapter van Sony te gebruiken. Deze worden door Sony geleverd voor uw VAIO-computer.
Problemen oplossen > Computer Wat moet ik doen als het groene stroomlampje gaat branden, maar er niets op mijn scherm verschijnt? ❑ Druk meerdere keren op Alt+F4 om het toepassingsvenster te sluiten. Er kan zich een toepassingsfout hebben voorgedaan. ❑ Druk op de toetsen Ctrl+Alt+Delete en klik op de pijl naast de knop Afsluiten en daarna op Opnieuw opstarten.
Problemen oplossen > Computer Waarom wordt mijn computer niet in de slaapstand of sluimerstand gezet? Uw computer kan instabiel worden als de werkingsmodus wordt gewijzigd voordat de computer volledig in de slaapstand of sluimerstand is gegaan. De normale modus van uw computer herstellen Sluit alle geopende programma's.
Pagina 159
Problemen oplossen > Computer Wat moet ik doen als er een venster verschijnt met het bericht dat de batterij incompatibel of verkeerd geplaatst is, en mijn computer overgaat op de sluimerstand? ❑ Dit probleem kan worden veroorzaakt doordat de batterij niet correct is geplaatst. U verhelpt dit probleem door uw computer uit te schakelen en de batterij te verwijderen.
Pagina 160
Problemen oplossen > Computer Wat moet ik doen als mijn spelsoftware niet werkt of steeds vastloopt? ❑ Kijk op de website van het spel of er patches of updates kunnen worden gedownload. ❑ Zorg dat u het recentste videostuurprogramma hebt geïnstalleerd. ❑...
Pagina 161
Problemen oplossen > Computer Hoe kan ik de volgorde wijzigen waarin apparaten worden opgestart? U kunt een van de BIOS-functies gebruiken om deze volgorde te wijzigen. Voer de volgende stappen uit: Zet de computer aan. Druk op F2 wanneer het VAIO-logo verschijnt. Het scherm BIOS Setup verschijnt.
Problemen oplossen > Systeembeveiliging Systeembeveiliging Hoe kan ik mijn computer beschermen tegen beveiligingsproblemen, zoals virussen? Het besturingssysteem Microsoft Windows is vooraf op uw computer geïnstalleerd. De beste manier om uw computer te beschermen tegen beveiligingsproblemen, zoals virussen, is regelmatig de nieuwste Windows-updates te downloaden en te installeren.
Problemen oplossen > Batterij Batterij Hoe weet ik wat de oplaadstatus van de batterij is? Aan de hand van het lampje voor batterijlading kunt u controleren hoever de batterij is opgeladen. Zie De batterij opladen (pagina 22) voor meer informatie. Wanneer werkt de computer op netstroom? Als uw computer rechtstreeks op de netadapter is aangesloten, werkt deze op netstroom, zelfs als de batterij is geplaatst.
Pagina 164
Problemen oplossen > Batterij Moet ik me zorgen maken als de geplaatste batterij warm is? Nee, het is normaal dat de batterij warm wordt wanneer uw computer op batterijstroom werkt. Kan mijn computer in de sluimerstand gaan terwijl de batterij wordt gebruikt? Uw computer kan in de sluimerstand gaan terwijl de batterij wordt gebruikt, maar sommige softwareprogramma's en randapparaten kunnen voorkomen dat de sluimerstand wordt geactiveerd.
Problemen oplossen > Ingebouwde camera Ingebouwde camera Waarom worden er in de zoeker geen beelden of beelden van slechte kwaliteit weergegeven? ❑ De ingebouwde camera kan niet tegelijk worden gebruikt in meer dan één softwaretoepassing. Sluit de huidige toepassing af voor u een andere opent. ❑...
Pagina 166
Problemen oplossen > Ingebouwde camera Wat moet ik doen als er bij het afspelen van films frames verloren gaan als de computer de batterij gebruikt? De batterij is bijna leeg. Sluit uw computer aan op een stopcontact. Wat moet ik doen als vastgelegde beelden flikkeren? Dit probleem doet zich voor als u de camera gebruikt bij tl-licht.
❑ Controleer of het telefoonnummer dat het programma gebruikt correct is. ❑ Controleer of de software die u gebruikt compatibel is met uw computermodem. (Alle vooraf geïnstalleerde Sony-programma's zijn compatibel.) ❑ Zorg dat de modem het enige apparaat is dat is aangesloten op de telefoonlijn.
Pagina 168
Problemen oplossen > Internet Waarom is mijn modemverbinding traag? Uw computer is uitgerust met een V.92/V.90-compatibele modem. De verbindingssnelheid van de modem wordt beïnvloed door vele factoren, waaronder ruis op de telefoonlijn of compatibiliteit met communicatieapparaten, zoals faxapparaten of andere modems. Als u vermoedt dat uw modem geen goede verbinding maakt met andere computermodems, faxapparaten of uw internetprovider, voert u een van de volgende stappen uit: ❑...
Problemen oplossen > Netwerk Netwerk Wat moet ik doen als mijn computer geen verbinding kan maken met een draadloos LAN-toegangspunt? ❑ De beschikbaarheid van de verbinding wordt beïnvloed door de afstand en door obstakels. Mogelijk moet u uw computer verder weg van obstakels of dichter bij een gebruikt toegangspunt plaatsen. ❑...
Pagina 170
Problemen oplossen > Netwerk ❑ Zorg ervoor dat Maximale prestaties is geselecteerd voor Instellingen voor de adapter voor draadloos netwerk in het venster Energiebeheer. Als er een andere optie is geselecteerd, kan er een communicatiefout optreden. Voer de volgende stappen uit om de instellingen te wijzigen: Rechtsklik op het pictogram met de energiebeheerstatus op de taakbalk en selecteer Energiebeheer.
Pagina 171
Problemen oplossen > Netwerk Wat moet ik doen als ik geen toegang tot het internet krijg? ❑ Controleer de instellingen voor het toegangspunt. Raadpleeg de handleiding bij uw toegangspunt voor meer informatie. ❑ Controleer of uw computer en het toegangspunt verbinding met elkaar hebben. ❑...
Pagina 172
Wat zijn kanalen? ❑ Draadloze LAN-communicatie vindt plaats over gedeelde frequentiebanden, kanalen genoemd. Draadloze LAN-toegangspunten van andere fabrikanten kunnen zijn ingesteld op andere kanalen dan Sony-apparaten. ❑ Als u een draadloos LAN-toegangspunt gebruikt, raadpleegt u de verbindingsinformatie in de handleiding bij uw toegangspunt.
Pagina 173
Problemen oplossen > Netwerk Hoe geef ik het venster VAIO Smart Network weer? Als u het venster VAIO Smart Network op het bureaublad wilt weergeven, volgt u deze stappen: Klik op Start, ga naar Alle programma's en klik vervolgens op VAIO Control Center. Klik op Netwerkverbindingen (Network Connections) en VAIO Smart Network.
Problemen oplossen > Bluetooth-technologie Bluetooth-technologie Wat moet ik doen als andere Bluetooth-apparaten mijn computer niet kunnen vinden? ❑ Controleer of de Bluetooth-functie op beide apparaten is ingeschakeld. ❑ Controleer of de schakelaar WIRELESS is ingeschakeld en of het WIRELESS-lampje op uw computer brandt. ❑...
Pagina 175
Problemen oplossen > Bluetooth-technologie Wat moet ik doen als andere Bluetooth-apparaten geen verbinding met mijn computer kunnen maken? ❑ Bekijk de suggesties in Wat moet ik doen als ik het Bluetooth-apparaat waarmee ik wil communiceren niet kan vinden? (pagina 174). ❑...
Pagina 176
Problemen oplossen > Bluetooth-technologie Kan ik een apparaat met Bluetooth-technologie in vliegtuigen gebruiken? Met Bluetooth-technologie verzendt de computer een radiofrequentie van 2,4 GHz. Op gevoelige locaties, zoals ziekenhuizen en vliegtuigen, kunnen beperkingen gelden voor het gebruik van Bluetooth-apparaten om radiostoring te voorkomen. Vraag het personeel of het gebruik van de Bluetooth-functie op de computer is toegestaan.
Pagina 177
Problemen oplossen > Bluetooth-technologie Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor via mijn hoofdtelefoon of audio-/videocontroller? Controleer de SCMS-T-instellingen. Als uw hoofdtelefoon of audio-/videocontroller SCMS-T-inhoudsbescherming niet ondersteunt, sluit u het apparaat aan via A2DP (Advanced Audio Distribution Profile). Voer de volgende stappen uit: Klik op Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en Bluetooth-apparaten.
Problemen oplossen > Optische schijven Optische schijven Waarom blijft mijn computer hangen als ik probeer een schijf te lezen? De schijf die uw computer probeert te lezen is mogelijk vuil of beschadigd. Voer de volgende stappen uit: Druk op de toetsen Ctrl+Alt+Delete en klik op de pijl naast de knop Afsluiten en daarna op Opnieuw opstarten om de computer opnieuw op te starten.
Pagina 179
Problemen oplossen > Optische schijven Wat moet ik doen als ik niet naar behoren een schijf op mijn computer kan beluisteren? ❑ Controleer of de schijf met het label omhoog in het optische station is geplaatst. ❑ Controleer of de benodigde toepassingen zijn geïnstalleerd aan de hand van de instructies van de fabrikant. ❑...
Pagina 180
Problemen oplossen > Optische schijven Klik op Apparaatbeheer in het linkerdeelvenster. Het venster Apparaatbeheer verschijnt met een lijst van de hardwareapparaten van uw computer. Als er een "X" of een uitroepteken wordt weergegeven op het weergegeven apparaat, moet u mogelijk het apparaat inschakelen of de stuurprogramma's opnieuw installeren.
Pagina 181
Problemen oplossen > Optische schijven Wat moet ik doen als ik geen gegevens op CD-media kan schrijven? ❑ Start geen software en zorg dat er geen programma's automatisch worden gestart, zelfs geen schermbeveiliging. ❑ Als u een CD-R/RW-schijf gebruikt waarop een label is geplakt, moet u deze vervangen door een exemplaar zonder label. Als u een schijf gebruikt waarop een label is geplakt, kan er een leesfout of een andere beschadiging optreden.
Problemen oplossen > Beeldscherm Beeldscherm Waarom gaat mijn scherm uit? ❑ Uw computerscherm kan uitgaan als de computer geen stroom meer krijgt of als een energiebesparingsmodus wordt geactiveerd (slaapstand of sluimerstand). Als de computer op LCD (Video) slaapstand staat, drukt u op een toets om het computerscherm te activeren.
Pagina 183
Problemen oplossen > Beeldscherm Wat moet ik doen als er geen beeld wordt weergegeven op mijn tv of externe monitor die is aangesloten op de HDMI-uitvoerpoort? Zorg dat u een beeldscherm gebruikt dat voldoet aan HDCP. Auteursrechtelijke inhoud wordt niet weergegeven op een beeldscherm dat niet voldoet aan HDCP.
Pagina 184
Problemen oplossen > Beeldscherm Wat moet ik doen als de helderheid van het scherm verandert? ❑ De helderheidsinstelling van het scherm, die u kunt aanpassen met de toetsen Fn+F5/F6 is tijdelijk en kan in de oorspronkelijke instelling worden teruggezet wanneer de computer uit de slaapstand of sluimerstand naar de normale modus terugkeert.
Pagina 185
Problemen oplossen > Beeldscherm ❑ Op modellen met een ATI-videocontroller kan het computerscherm tijdelijk zwart worden: ❑ Wanneer u de netadapter aansluit of verwijdert ❑ Onmiddellijk nadat u de computer hebt gestart op batterijstroom Voer de volgende stappen uit om uw voorkeurshelderheidsinstelling op te slaan: Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
Pagina 186
Problemen oplossen > Beeldscherm Wat moet ik doen als er niets op de externe monitor verschijnt? Als u de beeldschermuitvoer niet kunt wijzigen met de toetsen Fn+F7, moet u de instellingen voor de externe monitor wijzigen met VAIO Control Center. Hiervoor start u VAIO Control Center, selecteert u het besturingselement voor de externe monitor en klikt u om het selectievakje in te schakelen voor het wijzigen van de opties voor het detecteren van de externe monitor.
Problemen oplossen > Afdrukken Afdrukken Wat moet ik doen als ik geen document kan afdrukken? ❑ Controleer of uw printer aanstaat en of de printerkabel correct is aangesloten op de poorten van de printer en uw computer. ❑ Controleer of uw printer compatibel is met het Windows-besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd. ❑...
Problemen oplossen > Microfoon Microfoon Wat moet ik doen als de microfoon niet werkt? Als u een externe microfoon gebruikt, controleert u of de microfoon is ingeschakeld en correct is aangesloten op de microfoonaansluiting van uw computer. Hoe voorkom ik feedback van de microfoon? Microfoonfeedback treedt op wanneer de microfoon het geluid opvangt van een geluidsuitvoerapparaat, zoals een luidspreker.
Problemen oplossen > Luidsprekers Luidsprekers Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor via de ingebouwde luidsprekers? ❑ Als u een programma gebruikt dat een eigen volumeregeling heeft, controleert u of het volume correct is ingesteld. Raadpleeg de Help van dat programma voor meer informatie. ❑...
Problemen oplossen > Touchpad Touchpad Wat moet ik doen als het touchpad niet werkt? ❑ Mogelijk hebt u het touchpad uitgeschakeld voor u een muis op uw computer hebt aangesloten. Zie Het touchpad gebruiken (pagina 31). ❑ Zorg ervoor dat er geen muis op de computer is aangesloten. ❑...
Problemen oplossen > Toetsenbord Toetsenbord Wat moet ik doen als de toetsenbordconfiguratie onjuist is? De taalindeling van het toetsenbord van uw computer staat vermeld op de doos. Als u een andere toetsenbordindeling kiest tijdens de installatie van Windows, komt de toetsenconfiguratie niet overeen. Voer de volgende stappen uit om de toetsenbordconfiguratie te wijzigen: Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
Problemen oplossen > Diskettes Diskettes Waarom verschijnt het pictogram Hardware veilig verwijderen niet op de taakbalk wanneer het diskettestation is aangesloten? Uw computer herkent het diskettestation niet. Controleer eerst of de USB-kabel correct is aangesloten op de USB-poort. Als u de aansluiting moet herstellen, wacht dan enkele ogenblikken, zodat de computer het station kan herkennen. Als het pictogram nog steeds niet wordt weergegeven, voert u de volgende stappen uit: Sluit alle programma's waarin het diskettestation wordt gebruikt.
Problemen oplossen > Audio/video Audio/video Wat moet ik doen als ik mijn DV-camcorder niet kan gebruiken? Als wordt aangegeven dat het i.LINK-apparaat losgekoppeld of uitgeschakeld is, is de i.LINK-kabel mogelijk niet goed aangesloten op de poort op uw computer of camcorder. Verwijder de kabel en sluit hem opnieuw aan. Zie Een i.LINK-apparaat aansluiten (pagina 107) voor meer informatie.
Pagina 194
Problemen oplossen > Audio/video Wat moet ik doen als ik geen geluid hoor via het geluidsuitvoerapparaat dat op de HDMI-uitvoerpoort, optische uitvoerpoort of hoofdtelefoonaansluiting is aangesloten? ❑ U moet het geluiduitvoerapparaat wijzigen als u geluid wilt horen via het apparaat dat op een poort is aangesloten, zoals de HDMI-uitvoerpoort, optische uitvoerpoort of hoofdtelefoonaansluiting.
Pagina 195
Problemen oplossen > Audio/video Hoe voer ik Dolby Digital- of DTS-geluid uit via een HDMI-compatibel apparaat? U voert het Dolby Digital- of DTS-geluid van een schijf uit via een HDMI-compatibel apparaat dat op uw computer is aangesloten door de volgende stappen uit te voeren: Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
Problemen oplossen > Memory Stick Memory Stick Wat moet ik doen als ik een Memory Stick die op een VAIO-computer is geformatteerd, niet op andere apparaten kan gebruiken? U moet uw Memory Stick mogelijk opnieuw formatteren. Als u een Memory Stick formatteert, worden alle gegevens die er eerder op zijn opgeslagen, zoals muziekgegevens, verwijderd.
Problemen oplossen > Randapparatuur Randapparatuur Wat moet ik doen als ik een USB-apparaat niet kan aansluiten? ❑ Controleer indien van toepassing of het USB-apparaat is ingeschakeld en een eigen stroomvoorziening gebruikt. Als u bijvoorbeeld een digitale camera gebruikt, controleert u of de batterij is opgeladen. Als u een printer gebruikt, controleert u of de stroomkabel correct is aangesloten op het stopcontact.
Problemen oplossen > Dokstation Dokstation Wat moet ik doen als een foutmelding wordt weergegeven wanneer ik mijn computer loskoppel van het dokstation? ❑ Als een apparaat is geplaatst in of gekoppeld aan het dokstation en dit apparaat in gebruik is, kunt u de computer niet verwijderen uit het dokstation.
Microsoft Windows Vista, het Windows-logo en BitLocker zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de VS en andere landen. i.LINK is een handelsmerk van Sony, dat enkel aanduidt dat het product een IEEE 1394-aansluiting bevat. Roxio Easy Media Creator is een handelsmerk van Sonic Solutions.
Pagina 200
"PlaceEngine" is een gedeponeerd handelsmerk van Koozyt, Inc. "PlaceEngine" is ontwikkeld door Sony Computer Science Laboratories, Inc. en wordt in licentie gegeven door Koozyt, Inc. , "XMB" en "xross media bar" zijn handelsmerken van Sony Corporation en Sony Computer Entertainment Inc.
In de handleiding zijn de handelsmerksymbolen ™ en ® weggelaten. Sony Corporation behoudt zich het recht voor op elk moment en zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen aan te brengen aan deze handleiding of de hierin opgenomen informatie. Het gebruik van de hierin beschreven software is onderworpen aan de bepalingen van een afzonderlijke gebruiksrechtovereenkomst.