Als u afdrukt of kopieert, kunt u de vouwer selecteren als uitvoerbestemming. Tik op Print (Afdrukken) en
●
selecteer de locatie van het bestand (USB drive (USB-station) Network folder (Netwerkmap) of Home folder
(Basismap)), selecteer vervolgens op het tabblad QuicksetsMore settings (Meer instellingen). Ga naar
Output destination (Uitvoerbestemming) > Folder (Vouwer); U kunt ook de Default folding style (Standaard
vouwstijl) aanpassen.
BELANGRIJK:
(Vouwer) als standaard uitvoer op het frontpanel.
Printerstuurprogramma: Ga naar de eigenschappen van de printer, selecteer het tabblad Layout/output
●
(Layout/uitvoer) of Output (Uitvoer) (afhankelijk van het stuurprogramma), en selecteer Folder (Vouwer) als
uitvoerbestemming.
Het stuurprogramma geeft 5 standaard vouwstijlen weer, plus een tweede van de tien vooraf gedefinieerde
vouwstijlen die de gebruiker kan definiëren. Als u de vooraf gedefinieerde vouwstijlen wilt specificeren, gaat
u naar het frontpanel en tikt u op het
Default folding styles (Standaard vouwstijlen). Tik nu op het
tik daarna op Driver folding styles (Vouwstijlen stuurprogramma); daar kunt u een vouwstijl toewijzen voor
elke vooraf gedefinieerde waarde.
Daarom kunt u vervolgens in het dialoogvenster Afdrukken elke vooraf gedefinieerde of de
standaardinstelling selecteren.
NLWW
AirPrint-gebruikers: Als u de taak naar de vouwer wilt verzenden, selecteert u de Folder
, vervolgens op Output options (Uitvoeropties) > Folder (Vouwer) >
, vervolgens het
bovenaan de pagina en
HP F40-vouwer 131