waarden van 0 tot 225 voor de zwartversterking en van -6 tot +6 voor de gedetailleerde
achtergrondverwijdering.
U hebt bijvoorbeeld een origineel gekopieerd en wilt het verbeteren door de tekst zwarter en de
achtergrond witter te maken. Pas de waarde van de zwartversterking aan naar boven vanaf de
standaardwaarde nul (naar bijvoorbeeld 25) en verhoog de gedetailleerde achtergrondverwijdering (naar
bijvoorbeeld 6), waardoor pixels met lage lichtheidswaarden zwart worden en pixels met een lichtere
achtergrond wit worden.
Met Contrast kunt u het contrastniveau instellen.
●
Met De-skew (Rechtzetten) kunt u de digitale scheefheidscorrectie in- en uitschakelen.
●
Met Reduce scan speed to enhance quality (Scansnelheid verlagen om kwaliteit te verbeteren) kunt u de
●
scansnelheid beperken om betere scanresultaten te verkrijgen bij het scannen op 200 en 300 dpi.
Met Print quality (Afdrukkwaliteit) kunt u de afdrukkwaliteit instellen op Lines/Fast (Lijnen/snel), Uniform
●
areas (Uniforme gebieden) of High detail (Gedetailleerd).
Met Output scale (Uitvoerschaal) kunt u het uitvoerformaat van de pagina selecteren.
●
Met Paper source (Papierbron) kunt u specificeren of u op rol 1 of rol 2 wilt afdrukken, of u kunt Save paper
●
(Papier besparen) kiezen, waarmee u automatisch de smalste rol selecteert waar de afdruk op past (als er
twee rollen zijn geladen).
OPMERKING:
on same width only (Alleen afdrukken op dezelfde breedte) en Print on same width or wider (Afdrukken op
dezelfde breedte of breder). Als u Print on same width only (Alleen afdrukken op dezelfde breedte) hebt
geselecteerd, wordt elke pagina uitsluitend afgedrukt op een rol die dezelfde breedte heeft als de pagina.
Met Paper category (Papiercategorie) kunt u de papiercategorie wijzigen die voor het afdrukken wordt
●
gebruikt.
Met Rotation (Rotatie) kunt u de rotatie instellen op Automatic (Automatisch), 0 °, 90°, 180° of 270°.
●
Met Alignment (Uitlijning) kunt u de positie van de afbeelding op de rol bepalen.
●
Met Copy margins (Kopieermarges) kunt u de standaard printermarges wijzigen.
●
Storage (Opslag) biedt twee opties:
●
Print and delete (Afdrukken en verwijderen): de taak wordt niet vastgehouden in de taakwachtrij.
–
Print and store (Afdrukken en opslaan): de taak wordt vastgehouden in de taakwachtrij.
–
Met Output destination (Uitvoerbestemming) kunt u een keuze maken uit de voor de printer beschikbare
●
typen papieruitvoer.
Scannervoorkeuren
U kunt de onderstaande instellingen selecteren door te tikken op het pictogram
preferences (Scannervoorkeuren).
Print Scanner IQ plot (IQ-plot voor scanner afdrukken): zie
●
meer informatie.
Calibrate Scanner (Scanner kalibreren): zie
●
Met Load delay (Laadvertraging) kunt u een vertraging toevoegen voordat het originele document in de
●
scanner wordt ingevoerd.
NLWW
De printerinstelling Roll width selection (Rolbreedte selecteren) heeft twee waarden: Print
Diagnostische plot scanner op pagina 124
De scanner kalibreren op pagina 190
en vervolgens op Scanner
voor
voor meer informatie.
Scannervoorkeuren 113