Opnamemenu
Contrast: het contrast aanpassen
Pas het contrast van het beeld aan.
(–)
(Normaal)
(+)
(DRO)
Scherpte: de scherpte aanpassen
Pas de scherpte van het beeld aan.
(–)
(Normaal)
(+)
SteadyShot: de steadyshot-functie selecteren
Hiermee kunt u de steadyshot-functie selecteren.
(Opnemen)
(Continu)
(Uit)
• In de automatische opnamefunctie wordt de steadyshot-functie ingesteld op [Opnemen].
• Voor films kunt u alleen [Continu] en [Uit] gebruiken.
De standaardinstelling is ingesteld op [Continu].
Voor meer informatie over de werking
Naar –: Vermindert het contrast.
Naar +: Verhoogt het contrast.
Pas het contrast van het beeld automatisch aan.
• Als u de flitser gebruikt, als de [Lichtmeetfun.] is ingesteld op
[Midden] of [Punt], wordt het contrast niet automatisch
ingesteld.
Naar –: Maakt het beeld zachter.
Naar +: Maakt het beeld scherper.
De steadyshot-functie wordt geactiveerd als de sluiterknop
half ingedrukt wordt.
De steadyshot-functie is permanent geactiveerd.
Beeldstabilisatie is mogelijk, zelfs als er wordt ingezoomd op
een ver verwijderd onderwerp.
• De batterij verbruikt sneller zijn vermogen dan in de functie
[Opnemen].
Hiermee wordt de steadyshot-functie niet gebruikt.
1 pagina 50
61